Een elektrische auto is in aanschaf wel duurder dan een auto die op fossiele brandstof rijdt, vaak ook nog na 2025. Dat blijkt uit een onderzoek van CE Delft in opdracht van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE). De kosten voor brandstof voor een elektrische auto en het onderhoud zijn juist lager. Als je veel kilometers aflegt, dan maken de lagere brandstof- en onderhoudskosten die hogere aanschafkosten meer dan goed, berekende het onderzoeksbureau. Daardoor zullen zowel bedrijven die bedrijfsauto’s in eigendom hebben, als bedrijven die auto’s leasen, goedkoper uit zijn met een elektrisch model, verwachten de onderzoekers.
Grotere en duurdere auto‘s
Dat geldt overigens niet voor alle auto’s. Voor grotere en dus duurdere auto’s, in het C- en D-segment, zijn de totale kosten van een auto (bij een gebruik van vijf jaar) gemiddeld gezien lager voor een elektrische uitvoering, aldus CE Delft. Bij een auto in het C-segment moet je denken aan bijvoorbeeld een Kia Niro en bij een wagen uit het D-segment aan een Skoda Kodiaq.
Voor kleinere auto’s is dat anders. De totale kosten van auto’s in het B-segment (zoals een Peugeot 208) worden gemiddeld gezien pas na 2026 lager in de elektrische variant, aldus CE Delft. In duurdere auto’s worden vaak meer kilometers afgelegd. Bij auto’s in het A-segment (onder meer een Volkswagen Up) is een elektrisch model zelfs pas vanaf 2030 goedkoper, zeggen de onderzoekers. In 2022 ging het overigens bij slechts 6 procent van de auto’s van de zaak om eentje uit het A-segment; de meeste auto’s van de zaak vallen in het C- en D-segment.
Werknemers zijn juist slechter af
Voor werknemers zit het financiële plaatje er heel anders uit dan voor werkgevers, verwacht CE Delft. Zij betalen bijtelling over de aanschafwaarde van de auto waar ze in rijden. En de aanschafwaarde van een elektrische auto is tot 2030 meestal hoger dan die van een auto op benzine of diesel. Dat komt mede doordat er vanaf 2026 een streep gaat door het verlaagde bijtellingspercentage voor elektrische auto’s.
Daardoor zijn werknemers in een groot deel van de gevallen dus duurder uit als ze in een elektrische auto van de zaak rijden dan wanneer ze benzine of diesel tanken, aldus CE Delft. In 2022 viel 42 procent van de nieuw verkochte auto’s van de zaak in het C-segment en nog eens 26 procent in het B-segment.
Een positieve uitzondering geldt voor werknemers die in een auto van de zaak in het D-segment (19 procent van het totaal) rijden. Door het grote aanbod van elektrische modellen in deze categorie zijn aanschafprijzen van elektrische modellen hier relatief lager. Daardoor is de bijtelling voor een elektrische auto minder dan bij een auto die op benzine of diesel rijdt, aldus CE Delft.
Overheid
De NVDE hoopt dat de overheid de aanschaf van elektrische auto’s door bedrijven een steuntje in de rug geeft door de koop van emissievrije auto’s verplicht te stellen. Als zo’n vlootnormering vanaf 2027 zou worden ingevoerd, dan zou zou daarmee bij auto’s van de zaak het aandeel elektrische auto’s toenemen van 57 procent naar 66 procent in 2030, aldus CE Delft.
Daardoor kan de CO2-uitstoot vanaf 2030 met 0,7 Megaton dalen, berekenden de onderzoekers. Dat is vergelijkbaar met zo’n 5 procent van de uitstoot van alle auto’s in ons land, aldus de NVDE.
Dat effect zal nog groter worden doordat die elektrische auto’s na een aantal jaren worden verkocht en op de tweedehandsmarkt komen, zegt de NVDE. Daardoor zouden elektrische auto’s sneller ook voor andere automobilisten bereikbaar worden.
De NVDE pleitte vier jaar geleden al voor het invoeren van vlootnormering. Invoering hiervan hoeft de schatkist volgens de NVDE geen geld te kosten, omdat elektrische auto’s duurder in aanschaf zijn, wat een lagere bijtelling zou compenseren.
Bijtelling aanpassen
Om werknemers tegemoet te komen zou de overheid dan de bijtelling aan moeten passen, vindt de NVDV. Zo zou de verlaagde bijtelling voor elektrische auto’s ook na 2025 nog gedeeltelijk in stand kunnen worden gehouden om te compenseren voor de hogere aanschafkosten.