De heffing treft ondernemers, vrije beroepsbeoefenaars en andere aanmerkelijkbelanghouders (ten minste 5%) die aanzienlijke bedragen van hun eigen bv hebben geleend. Voor deze groep wordt een deel van de lening beschouwd als belastbaar inkomen, als de lening boven een bepaalde grens uitkomt (€500.000 in 2024, voorheen €700.000).
Europees eigendomsrecht
Belastingadviseurs raden hun cliënten nu aan om bezwaar te maken tegen de heffing, omdat zij denken dat deze mogelijk strijdig is met het Europees recht, meldt het FD. De heffing zou het Europees eigendomsrecht schenden, omdat de leningenheffing geen rekening houdt met het draagkrachtbeginsel: de verplichting om belasting te heffen op basis van daadwerkelijk genoten inkomen. Leningen vergroten de draagkracht niet, omdat ze moeten worden terugbetaald en er rente over verschuldigd is.
Register Belastingadviseurs (RB) heeft een modelbezwaarschrift gepubliceerd om leden te ondersteunen die bezwaar willen maken tegen de nieuwe wet. RB-directeur Sylvester Schenk stelt wel dat de kans op succes naar zijn inschatting minder dan 50% is. Ook SRA heeft haar leden geïnformeerd over de mogelijke onhoudbaarheid van de maatregel. ‘We doen geen oproep om bezwaar te maken, maar het hoort bij de zorgplicht van een fiscaal dienstverlener om hierover met klanten te praten en desgewenst een bezwaar in te dienen’, zegt SRA-bestuurslid Edwin de Witte.
Reactie ministerie
Volgens het ministerie van Financiën is er geen reden om aan te nemen dat de belasting in strijd is met het eigendomsrecht. Het ministerie benadrukt dat de heffing is ingevoerd om belastingontwijking te voorkomen. Aanmerkelijkbelanghouders hebben gezamenlijk circa €65 miljard geleend van hun eigen bv’s.
Toch blijven twijfels over de rechtsgeldigheid van deze maatregel bestaan, mede door het ontbreken van een overgangsregeling en eerdere kritische opmerkingen van de Raad van State. Of de fiscale maatregel daadwerkelijk houdbaar is zal mogelijk in de toekomst door de Hoge Raad worden beslist.
Bron: FD