
Het Openbaar Ministerie had haar ten laste gelegd dat zij zich een bedrag van ruim 9,5 ton aan subsidiegelden had toegeëigend, terwijl ze daar geen recht op had. Ook werd haar verweten € 21.000 aan subsidiegelden te hebben aangewend voor privé-doeleinden.
De vrouw was (middelijk) bestuurder van twee BV’s die voor verschillende gemeenten ambulante begeleiding en beschermd wonen leverden. Daarvoor werden in 2016, 2017 en 20187 van de gemeente Almelo zogenoemde budgetsubsidies ontvangen. In diezelfde periode bleek dat de vrouw nogal eens in het casino te vinden was en daar privé-opnames en -uitgaven deed van de zakelijke rekening.
Verschillende inkomstenbronnen, omzet niet uitgesplitst
Maar het is niet te achterhalen of die uitgaven specifiek van subsidiegelden zijn gedaan, oordeelt de rechter. Op dezelfde zakelijke rekening betaalden namelijk ook het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Sociale Verzekeringsbank (zorg)gelden. Verder werden er van particulieren betalingen ontvangen. ‘Er waren dus verschillende inkomstenbronnen terwijl de omzet van de BV’s niet is uitgesplitst. Hierdoor kan niet worden vastgesteld welke inkomende gelden subsidiegelden betreffen met als gevolg dat ook niet kan worden bewezen dat de vrouw zich subsidiegelden heeft toegeëigend of dat zij subsidiegelden in strijd met het doel van de subsidies heeft aangewend.’ Het casinogeld kan ook afkomstig zijn geweest van de andere instanties of particulieren. ‘Daar komt bij dat het Openbaar Ministerie in de dagvaarding heeft vermeld dat de feiten in Almelo zijn gepleegd. Dit kan door de rechtbank niet worden bewezen omdat de geldopnames veelal in andere plaatsen in het land hebben plaatsgevonden.’