Het Register Belastingadviseurs (RB) vindt de 30%-regeling voor werknemers uit het buitenland nog altijd doeltreffend, zo reageert de organisatie op de evaluatie van de regeling door het ministerie van Financiën in juni. Vooral MKB-bedrijven, die met schaarste te kampen hebben, hebben er baat bij, aldus het RB.
Met de regeling kunnen werkgevers aan buitenlandse werknemers 30% van het salaris als onbelaste vergoeding aanmerken in verband met extra kosten die worden gemaakt om in Nederland te verblijven. De regeling sluit nog steeds aan bij het doel om buitenlandse werknemers te werven die nodig zijn in Nederland, vindt het RB. “Onvoldoende reden dus om te sleutelen aan de regeling.”
Sylvester Schenk, directeur fiscale zaken van het RB, is blij met de aandacht voor de regeling. “Uit het evaluatierapport blijkt dat deze regeling belangrijk is voor het mkb en voor de Nederlandse economie als geheel.” Wel heeft het register de politiek gewezen op aandachtspunten.
Lastendruk
Zo kan de werkgever als alternatief de werkelijk gemaakte extra kosten van de betrokken werknemer vergoeden. Wordt de 30%-regeling geschrapt, dan nemen de administratieve lasten dus toe, schrijft het RB. “Werknemers en werkgevers zullen alle declaraties en facturen moeten beoordelen/controleren en administreren. Dit komt bovenop de huidige lastendruk waar het MKB al mee te maken heeft. Ook de Belastingdienst zal in dat geval extra werk moeten verrichten. De controle door de Belastingdienst van de werkelijke kosten is veel arbeidsintensiever dan een controle op de toepassing van het forfait. Dit moet echt worden voorkomen.” Bovendien wordt Nederland zonder de regeling minder aantrekkelijk dan andere landen, vreest het register.
Kilometergrens
Het RB is tegen het aanpassen van de 150-kilometergrens. Nu kan iedereen van de regeling gebruikmaken als hij in de 24 maanden voor de eerste werkdag in Nederland hemelsbreed meer dan 150 kilometer van de Nederlandse grens woonde. Het evaluatierapport pleit voor het oprekken van die afstand tot een set aan landen of alle EU-lidstaten. “De 150-kilometergrens houdt al circa 1,5 uur reistijd tot de Nederlandse grens in. De reisafstand/reistijd vanaf de Nederlandse grens tot aan de werkplek komt daar nog bovenop. Dan gaat het al snel over een reisafstand van 250 kilometer (of meer) en een reistijd van meer dan 2 uur. En dat ‘heen én terug’. Werknemers zullen dat niet snel doen. Het RB is voorstander om aan te sluiten bij de reisafstand tussen de woonplaats en de (vaste) werkplek.”