Een 40-jarige man uit Rhenen, eigenaar van diverse BV’s, heeft zich ruim vier jaar lang – van 2009 tot 2013 – schuldig gemaakt aan belastingfraude en het gebruiken van valse jaarrekeningen, zo heeft de rechtbank Midden-Nederland geoordeeld. Aan de man is een voorwaardelijke gevangenisstraf van 16 maanden en een taakstraf van 240 uur opgelegd. Zijn 69-jarige vader is vrijgesproken.
De man had een groot aantal onjuiste BTW-aangiften gedaan. Volgens zijn advocaat was er geen opzet in het spel omdat de verschillen in de onjuiste belastingaangiften een gevolg waren van een verkeerd onderbouwde schatting. “Uit het dossier blijkt echter dat de verschillen tussen het geclaimde en daadwerkelijke bedrag aanzienlijk zijn. In totaal gaat het om een bedrag van ruim € 600.000 aan te veel teruggevraagde omzetbelasting”, aldus de rechtbank, die oordeelt dat het niet opzettelijk handelen “volstrekt onaannemelijk is”. Daarnaast heeft de man met valse jaarrekeningen geprobeerd om bij de bank kredieten te laten doorlopen. Die had hij zelf opgesteld aan de hand van een format van een accountantskantoor.
Veel spijt
Dat is bij elkaar genoeg voor een onvoorwaardelijke celstraf. Maar de rechter ziet daarvan af: “De man verklaart veel spijt te hebben van de verkeerde keuzes die hij heeft gemaakt. Die maakte hij toen zijn bedrijven in financieel slecht weer verkeerden. Ook houdt de rechtbank rekening met het feit dat de zaak ruim drieënhalf jaar heeft geduurd en de man zijn leven inmiddels weer op de rails heeft.”
Geen anderen betrokken
Dat de vader van de man betrokken was bij de financiële administratie acht de rechtbank niet bewezen. “Ook is er geen bewijs dat hij op enige manier betrokkenheid had bij het opstellen en indienen van onjuiste belastingaangiften en valse jaarrekeningen.” De rechtbank heeft geen aanknopingspunten dat naast de eigenaar anderen betrokken zijn geweest bij het plegen van de bewezen strafbare feiten: de eigenaar verzorgde zelf de administratie.