Het Arnhemse gerechtshof heeft Rabobank er onlangs flink van langs gegeven in een zaak die draait om het inmiddels failliete bouwbedrijf Midreth. Dat meldt het FD op basis van een nog niet gepubliceerd arrest dat de krant in handen heeft gekregen. Rabobank heeft volgens de rechters haar macht misbruikt en drong Midreth-eigenaar Joop Leliveld ‘zeer nadelige’ en ‘excessieve’ financiële condities op. Dat was ‘onrechtmatig en in strijd met de op haar rustende zorgplicht’. Midreth ging in 2011 failliet.
Uit het arrest van het gerechtshof blijkt volgens het FD dat Rabobank het Leliveld flink moeilijk maakte. De ondernemer had volgens zijn advocaat vanwege de crisis geen andere keuze dan het accepteren van de voorwaarden. Terwijl Midreth al in financiële problemen verkeerde bracht Rabobank onder anderen voor additioneel noodkrediet fees in rekening van ‘een buitensporige omvang’, spreekt het hof uit.
Onrechtmatige gedragingen
Ook de verplichting die Rabobank aan Leliveld oplegde tot voortzetting van een kostbare renteswap van 20 miljoen euro op een totale oorspronkelijke leningportefeuille van 132 miljoen euro, beoordeelt het hof als ‘zeer nadelig’ voor Midreth. Rabobank claimde verder 10% van de netto-opbrengst als Leliveld stadion Galgenwaard en/of Midreth zou verkopen. Volgens het hof is sprake van ‘een samenhangend geheel van onrechtmatige gedragingen van Rabobank’, meldt het FD. De bank heeft ‘misbruik gemaakt van de situatie’ waarin Midreth en Leliveld zich bevonden en haalde daarmee ‘onevenredig grote voordelen voor Rabobank’ binnen. Het hof verwijst Leliveld voor een exacte vaststelling van de schadevergoeding naar een aparte vervolgprocedure. Zijn advocaat voorspelt dat ‘die claim minstens €63 mln wordt’.
Precedent
De uitspraak heeft precedentwerking voor veel andere zaken, stelt Lelivelds advocaat Gert Glas. Tijdens en na de crisis klaagden veel ondernemers over onredelijke voorwaarden van banken. Tot nu toe gingen alle rechtszaken daarover verloren, maar door de integrale benadering in de zaak Midreth komen rechters nu voor het eerst tot een ander oordeel. Dat laat volgens Glas zien dat zo’n integrale benadering kansrijker is dan wanneer maar een enkel aspect van de financiële relatie met een bank wordt aangevochten.