Het Nederlandse belastingstelsel discrimineert buitenlandse aandeelhouders niet met de heffing van dividendbelasting. Dat concludeert advocaat-generaal Peter Wattel in een maandag gepubliceerd advies aan de Hoge Raad. De conclusie betekent een verdere verzwakking van de positie van het kabinet omtrent de afschaffing van de dividendbelasting.
De Hoge Raad had vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de fiscale behandeling van buitenlandse beleggingsfondsen. Dat hof heeft inmiddels een uitspraak gedaan over een vergelijkbare kwestie in Denemarken en vervolgens aan de Hoge Raad gevraagd of de vragen gehandhaafd worden. Volgens Wattel houdt dat in dat het EU-hof vindt dat de vragen via de Deense Fidelity Funds-zaak al beantwoord zijn. De advocaat-generaal vindt het arrest over Fidelity Funds “onjuist, maar hoe onjuist ook, wel duidelijk genoeg om geen vragen over de uitleg ervan te hoeven stellen”.
Vrijwillig inhouden
Buitenlandse beleggingsfondsen kunnen geen dividendbelasting terugkrijgen, binnenlandse fondsen wel. Het EU-hof oordeelde eerder dit jaar dat de Deense belastingdienst buiten- en binnenlandse fondsen niet verschillend mag behandelen bij de dividendbelasting. Volgens Wattel zit de Nederlandse belasting echter anders in elkaar. En als het EU-hof alsnog oordeelt dat er sprake is van discriminatie, dan is er een oplossing mogelijk die de overheid weinig kost. Fondsen kunnen dan vrijwillig dividendbelasting inhouden en die afdragen aan het land waar de winst is gemaakt. Dat land betaalt vervolgens de ingehouden belasting weer terug. Dat levert de beleggingsfondsen enorm veel rompslomp op, zodat er maar weinig fondsen voor zullen kiezen, verwacht hij.
Principieel verschil
Volgens Wattel houdt het arrest in dat Denemarken EU-rechtelijk verplicht is om de disproportionaliteit weg te nemen die erin bestaat dat niet-Deense fondsen niet de keuze hebben om net als Deense fondsen ‘aan de uitgang’ in plaats van ‘aan de ingang’ belast te worden. Hij concludeert dat de prejudiciële vragen van de Hoge Raad ingetrokken kunnen worden, “maar overwogen kan worden het HvJ EU op een principieel verschil te wijzen tussen het Nederlandse stelsel (intern consistent) en het Deense stelsel (niet intern consistent) om te proberen het Hof er alsnog van te overtuigen dat het Nederlandse stelsel, anders dan het Deense, niet discrimineert.”
Volgens Wattel kan Nederland buitenlandse fondsen eenvoudig tegemoet komen zonder dat dit de schatkist veel geld kost. Dat is in tegenspraak met het standpunt van het kabinet, dat wijst naar de duizenden verzoeken om teruggave van dividendbelasting van buitenlandse beleggingsfondsen. Maar de dividendbelasting is niet in strijd met het vrije verkeer van kapitaal en geen discriminatie, vindt Wattel. En als het EU-hof dat wel vindt, is er een eenvoudige oplossing voor te vinden.
De regering gaat het plan om de dividendbelasting af te schaffen opnieuw bekijken nadat Unilever bekendmaakte niet naar Rotterdam te verhuizen.