Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming ziet geen mogelijkheid om een BTW-identificatienummer te weigeren op basis van (justitiële of fiscale) antecedenten, antwoordt de minister op Kamervragen van de leden Alkaya en Van Nispen (beiden SP) . Aanleiding voor de vragen was een interview in het FD met voorzitter Nick van Buitenen van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB), waarin hij zijn frustratie uitte over de gebrekkige middelen die het notariaat volgens hem heeft bij fraudebestrijding.
Faillissementsfraude
Van Buitenen gaf daarbij faillissementsfraude als voorbeeld, dat hij ‘een krankzinnig groot maatschappelijk probleem’ noemde. De oorzaak daarvan zou zijn dat de overheid het oprichten van kapitaalvennootschappen te soepel heeft gemaakt. De preventieve toets door een notaris van een bestuurder van een besloten vennootschap is bijvoorbeeld afgeschaft, constateert Van Buitenen. Met een flinke toename van het aantal fraudegevallen met BV’s als gevolg. Ook een Europese richtlijn die de oprichting van een BV online in Nederland vanuit het buitenland mogelijk moet maken noemde de voorzitter van de beroepsorganisatie daarbij. De tussenkomst van de notaris zou daardoor mogelijkerwijs verdwijnen.
Tussenkomst notaris blijft
Het beeld dat de vereenvoudiging van het oprichten van kapitaalvennootschappen de oorzaak is van een stijging van faillissementsfraude herkent Dekker niet, schrijft hij. ‘De oorzaken van faillissementsfraude zijn divers en bovendien is fraude niet voorbehouden aan één specifieke rechtsvorm.’ De nieuwe Eurpoese richtlijn laat bovendien nog steeds ruimte voor eventuele tussenkomst van de notaris bij de oprichting, weet de minister. ‘Conform het geldende kabinetsbeleid zal bij de implementatie van de richtlijn zoveel mogelijk worden aangesloten bij het al bestaande systeem, dus met inbegrip van een rol van de notaris bij de oprichting van een BV. Mede in het kader van de implementatie van de richtlijn, wordt daarom de mogelijkheid om de digitale oprichting van BV’s in Nederland te laten plaatsvinden via een digitale notariële akte uitgewerkt.’
BTW-check
Een eenvoudige barrière tegen faillissementsfraude is volgens de KNB dat notarissen bij de fiscus vooraf kunnen informeren of toekenning van een BTW-nummer aan een onderneming op bezwaren stuit. Dekker meldt nu dat hij geen mogelijkheid ziet om een BTW-identificatienummer te weigeren op basis van (justitiële of fiscale) antecedenten. ‘Op basis van artikel 9 van de btw-richtlijn van de Raad van 28 november 2006, PbEU L 347, is iedere persoon die regelmatig leveringen of diensten verricht (een economische activiteit verricht) een btw-plichtige ondernemer. In het algemeen is het oogmerk of het resultaat van die economische activiteit irrelevant voor de beoordeling of een persoon een btw-plichtige ondernemer is. Op basis van artikel 214 van diezelfde richtlijn is iedere lidstaat verplicht een btw-identificatienummer te verstrekken aan deze btw-plichtige ondernemers. Nederland kan niet eenzijdig een andere invulling geven aan deze Europese regelgeving. Gelet hierop voert de Belastingdienst in de praktijk dan ook een beperkte toets uit bij de verstrekking van btw-identificatienummers. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat in de btw sprake is van een ruim ondernemersbegrip en dat (mede in het licht van het belang van de btw-identificatienummers in het zakelijk verkeer) het beleid is om btw-nummers aan alle startende ondernemers binnen vijf werkdagen te verstrekken.
Daarnaast staat thans de fiscale geheimhoudingsplicht in de weg aan de verstrekking van informatie aan notarissen. Het bieden van ‘de nodige duidelijkheid zonder dat er details worden verstrekt’ maakt dit niet anders, omdat er dan nog steeds fiscale duiding wordt gegeven over een onderneming.’