Als je met een kilometerregistratie wil aantonen dat je auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt moet je wel inzicht geven in de onderliggende administratie. De fiscus nam daarom bij een ondernemer die zich nota bene richt op het voeren van administraties en fiscale advisering terecht bijtelling in aanmerking, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld. Met alleen het overleggen van een kilometerregistratie en haar agenda’s heeft de ondernemer niet overtuigend aangetoond dat er niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden met de auto is gereden.
Uitspraak: ECLI:NL:RBZWB:2021:2723
De ondernemer heeft een eenmanszaak gericht op het voeren van administraties en fiscale advisering. Bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant was onder meer in geschil of er terecht een bijtelling voor privégebruik auto heeft plaatsgevonden, meer specifiek of de ondernemer heeft doen blijken dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden is gebruikt.
Wanneer overtuigend bewijs?
De rechtbank stelt voorop dat het doen blijken dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt, betekent dat dit overtuigend moet worden aangetoond (artikel 3.20, derde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001). Dit wil zeggen dat het bewijs tot geen andere conclusie kan leiden dan dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. Hiervoor geldt de vrije bewijsleer. Dit betekent dat voor dat bewijs van alle mogelijke bewijsmiddelen gebruik mag worden gemaakt. De last om aan te tonen dat de auto voor minder dan 500 kilometer per jaar voor privédoeleinden wordt gebruikt rust op de belanghebbende, in dit geval de fiscaliste.
Kilometerregistratie en agenda’s
De fiscliste heeft hiertoe een kilometerregistratie en haar agenda’s van de onderhavige jaren overgelegd. Ter zitting heeft ze een nadere toelichting gegeven. Naar het oordeel van de rechtbank heeft ze niet overtuigend aangetoond dat de auto op jaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is gebruikt. De ondernemer heeft toegelicht dat de kilometerregistratie is gebaseerd op zowel haar agenda als stukken in haar (financiële) administratie. Ze heeft echter geen inzicht gegeven in haar administratie. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank niet overtuigend aangetoond dat er niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden met de auto is gereden. Immers valt op geen enkele wijze te controleren of de door de fiscaliste gestelde ritten ook te koppelen zijn aan de gestelde zakelijke relaties en/of het gestelde zakelijk karakter. De aantekeningen in de agenda en de verklaring ter zitting van de ondernemer zijn daarvoor niet voldoende. De rechtbank is dus van oordeel dat terecht een bijtelling voor het privégebruik van de auto plaatsgevonden en het gelijk aan de fiscus is.