
De accountant van een veelbesproken saunaclub in Roermond heeft volgens de Rotterdamse rechter terecht een boete gekregen voor het niet melden van ongebruikelijke transacties – en zo mag je het storten van meer dan duizend biljetten van 500 euro wel noemen. Dat ook bij de rechterlijke instanties een vermoeden van witwassen bekend was, maakt niet dat een Wwft-melding voortaan overbodig was.
Het belastingadvies- en accountantskantoor krijgt in 2022 een boete van 33.900 euro van het Bureau Financieel Toezicht. Het heeft namelijk een klant in de boeken van wie het transacties vanaf 14 juli 2017 als ongebruikelijke transactie bij de FIU-NL had moeten melden.
Die datum is niet willekeurig: een dag ervoor heeft het gerechtshof in Amsterdam namelijk uitspraak gedaan in een zaak die de klant – een Roermondse sauna- annex seksclub – tegen ING had aangespannen. De bank had de relatie beëindigd wegens een vermoeden van witwassen. Dat was niet zomaar, want eind 2016 had de politie een inval gedaan waarbij drugs en wapens werden gevonden. ING startte een onderzoek en besloot de bankrekening op te zeggen. Dat was niet terecht, oordeelde het hof echter: er was weliswaar een vermoeden, maar dat was nog niet genoeg om de club – tegen wie een strafrechtelijk onderzoek liep – de toegang tot het bankverkeer te ontzeggen. De bankrekening moest tot 1 januari 2018 worden hersteld. Paal en perk stellen aan contante stortingen mocht wel.
1.210 biljetten van 500 euro
Dat laatste was niet overdreven, zo blijkt uit de uitspraak van de rechter in de zaak die het accountantskantoor tegen BFT aanspande vanwege de boete. De uitspraak is deze week gepubliceerd, maar al in december gedaan. De rechter stelt vast dat de saunaclub tussen februari 2016 en februari 2017 liefst 4,8 miljoen euro als contante omzet heeft geboekt. Dat is 80 procent van de totale omzet van het bedrijf. Bovendien heeft de klant in die periode een opmerkelijk grote hoeveelheid aan bankbiljetten van 500 en 200 euro bij ING afgestort zonder dat is te herleiden met welke transacties die bankbiljetten zijn verkregen. Zo is onder meer 735.000 euro gestort in de vorm van 1.210 bankbiljetten van 500 euro en 650 bankbiljetten van 200 euro.
Stortingen waren bekend
Voor de rechter ontkent het kantoor niet dat het op de hoogte was van de hoge contante omzet, waarover ook door de bank al vragen waren gesteld, en dat de omvangrijke stortingen ook in de zomer van 2017 al bekend waren, toen het kantoor bekend raakte met de uitspraak van het Amsterdamse gerechtshof. De rechtbank stelt vast dat het ging om transacties in de zin van de Wwft.
Het accountantskantoor brengt daartegenin dat het niet in het kader van de eigen werkzaamheden voor de klant de grote hoeveelheden bankbiljetten heeft kunnen waarnemen en dat er daarom géén sprake is van een Wwft-transactie. Maar dat overtuigt niet: kennis is kennis. Ook al was door de rechtszaak min of meer in bredere kring al bekend dat er nogal wat bankbiljetten omgingen bij de Roermondse club.
Groot aandeel contant geld niet doorslaggevend
Overigens blijkt het aandeel van de contante omzet in de totale omzet voor BFT op zichzelf nog geen reden te zijn om een ongebruikelijke transactie te melden. Het storten van de grote hoeveelheden bankbiljetten met onduidelijke herkomst maakt dat echter anders. ‘Op dat moment werd ook de hoge contante omzet van belang bij de beoordeling of er een reden was om een ongebruikelijke transactie te melden.’ Bovendien is algemeen bekend dat biljetten van 500 euro nagenoeg uitsluitend in het criminele circuit worden gebruikt en ook niet meer door de banken worden uitgegeven.
De rechter overweegt verder dat een vermoeden van witwassen of terrorismefinanciering voldoende is om een Wwft-melding te doen. Daarbij speelt geen rol dat een contante omzet gebruikelijk is voor het type onderneming of dat het bedrijf in de grensstreek gevestigd is, waar grote coupures kennelijk vaker circuleren. ‘Dit geldt temeer, gelet op de grote aantallen bankbiljetten van 500 en 200 euro in combinatie met de omstandigheid dat een gemiddelde bezoeker van de klant in totaal slechts 64,49 euro per bezoek uitgeeft, waarvan 55,28 euro aan entreegeld.’
Bekend of niet, melden moet
Het kantoor breekt evenmin potten met de verdediging dat het zelf mag bepalen of het een ongebruikelijke transactie wel of niet meldt; dat de ongebruikelijke transactie al bij andere instanties bekend is, is niet van belang. ‘In alle gevallen moet eiseres een ongebruikelijke transactie melden.’ Tot slot doet niet ter zake dat er nog geen uitspraak is gedaan in de strafzaak die tegen het bedrijf loopt.
De roemruchte saunaclub houdt de gemoederen in het Limburgse aardig bezig: op last van de gemeente is de club begin 2019 gesloten – maar dat had niet gemogen, zo oordeelde de Raad van State onlangs. Vorig jaar woedde er nog een grote brand in het toen leegstaande pand.