ING hoeft een klant die voor ruim 18.000 euro werd opgelicht niet te compenseren. De klant is zelf nalatig geweest door een nepbankmedewerker toegang tot haar computer te verlenen. Bovendien is onvoldoende gebleken dat er bij de bank gegronde redenen waren om te twijfelen aan de betaalopdrachten, oordeelt de kantonrechter.
Teamviewer
Weliswaar zijn de klant en ING het eens dat de klant de transacties niet heeft gewild omdat ze door bedrog tot stand kwamen, maar dit maakt nog niet dat de bank de schade moet vergoeden. De vrouw moet de verliezen dus zelf dragen. Daarbij weegt mee dat de klant haar inlognaam, wachtwoord en codes niet geheimhield. Zij verleende de nepbankmedewerker toegang tot haar computer via het programma Teamviewer. Ook keurde de vrouw een of meerdere betalingen goed tijdens die periode. Zo maakte zij mogelijk dat hoge bedragen werden overgeboekt.
Grof nalatig
De vrouw handelde daarmee grof nalatig door één of meer verplichtingen uit artikel 7:524 BW niet na te komen, oordeelt de kantonrechter. Dit artikel bepaalt kort gezegd dat de betaler het betaalinstrument moet gebruiken conform de voorwaarden die daarop van toepassing zijn. In dit geval is in de voorwaarden van ING opgenomen dat de klant haar inlognaam, wachtwoord en codes geheim moet houden, dat zij maatregelen moet nemen om misbruik te voorkomen en dat zij ervoor zorg moet dragen dat niemand meekijkt wanneer zij deze codes intoetst. De vrouw heeft deze verplichtingen verzaakt.
Zorgplicht bank
Vervolgens dient te worden beoordeeld of de omstandigheden van het geval aanleiding geven om de aansprakelijkheid van de vrouw alsnog bij ING neer te leggen. De kantonrechter stelt voorop dat de maatschappelijke functie van een bank een bijzondere zorgplicht meebrengt tegenover cliënten die in een contractuele relatie tot de bank staan. Die maatschappelijke functie hangt ermee samen dat banken een centrale rol spelen in het betalings- en effectenverkeer en de dienstverlening ter zake, op die gebieden bij uitstek deskundig zijn en ter zake beschikken over informatie die anderen missen. Die functie rechtvaardigt dat de zorgplicht van de bank mede strekt ter bescherming tegen lichtvaardigheid en gebrek aan kunde. De reikwijdte van deze zorgplicht hangt af van alle omstandigheden van het geval, waaronder ook de van toepassing zijnde publiekrechtelijke regels in de Wft en de daarop gegronde nadere regelgeving. Vergelijk Hoge Raad, ECLI:NL: HR:2015:3399, waarbij de kantonrechter aanneemt dat de in dat arrest aangenomen bijzondere zorgplicht jegens derden ook van toepassing is op cliënten van de bank. De Wet Financieel toezicht (Wft) bevat een aantal normen voor zorgvuldige dienstverlening welke voor een deel van toepassing zijn op financiële dienstverleners. Maar deze normen hebben betrekking op de advisering over – en de aanbieding van producten van de bank.
Geen reden om te twijfelen aan betaalopdrachten
Naar het oordeel van de kantonrechter is onvoldoende gebleken dat er bij de bank gegronde redenen waren om te twijfelen aan de gegeven betaalopdrachten. Vast staat dat de betaalopdrachten door de klant zijn geaccordeerd. De bank is op grond van de wet verplicht om deze betalingen uit te voeren. In de huidige tijd worden voortdurend bedragen naar het buitenland overgemaakt door consumenten. Weliswaar geldt hier als bijkomende omstandigheid dat ook de daglimiet van de vrouw is aangepast, maar dit is onvoldoende voor de conclusie dat ING eerder had kunnen ingrijpen. Dit geldt te meer nu de (op grond van de wet verplichte) monitoringsystemen van ING niet gericht zijn op deze vorm van fraude waarbij de betalingen door de klant zelf zijn verricht.
Ongebruikelijke transacties
Dit neemt niet weg dat ING jegens de klant gehouden is tot actie op het moment dat zij weet dat op de rekening van haar cliënt ongebruikelijke transacties worden verricht die mogelijk een gevaar voor die cliënt meebrengen. De klant heeft in dat kader aangevoerd dat zij na de eerste transactie al gebeld werd door ING, maar dat ING niet direct haar rekening heeft geblokkeerd. ING heeft dit gemotiveerd weersproken. Volgens ING heeft haar fraudemonitorsysteem na de laatste transactie een ‘alert’ gegeven waarna zij contact heeft opgenomen en de rekening heeft geblokkeerd. Gelet op dit verweer is niet komen vast te staan ING al eerder op de hoogte was van de fraude en niet adequaat gereageerd heeft. De kantonrechter komt dan ook tot de conclusie dat ING ook op dit punt haar zorgplicht niet heeft geschonden.
Ook het beroep van de vrouw op de coulanceregeling wordt afgewezen. Een beroep daarop is niet via de rechter afdwingbaar.