
Als het minen van bitcoins lucratief is vanwege de hoge koers van de bitcoin, is volgens een inspecteur sprake van een objectieve voordeelsverwachting en is er dus sprake van een bron van inkomen.
Een man wil de aanschaf van 30 computers gebruiken voor het rekenkundig creëren (minen) van Bitcoins. Met de aanschaf in 2017 is een bedrag gemoeid van € 140.653,-. Voor het beheer van de computers (en de software) gaat hij servicecontracten aan met een ander bedrijf. De computers worden echter nooit geleverd omdat het servicebedrijf in februari 2018 failliet gaat. De man geeft in zijn aangifte over 2018 een verlies op van € 122.210,- uit onderneming. Zijn resultaat was negatief € 142.104 plus de MKB-winstvrijstelling van € 19.894.
De inspecteur laat de man weten af te willen wijken van zijn aangifte en de aftrek van het verlies uit onderneming niet te accepteren. Hij is van mening dat het Bitcoin minen voor de man geen bron van inkomen vormt en dat de man geen (eigen) arbeid en kennis heeft ingezet. Die is het daar niet mee eens en vindt dat er wel sprake is van een bron van inkomen en dat het verlies aftrekbaar is.
Wel sprake van bron van inkomen
Rechtbank Gelderland geeft in het geschil tussen de partijen aan dat, wil sprake zijn van een in box 1 van de inkomstenbelasting te belasten bron van inkomen, aan bepaalde criteria moet worden voldaan. Ten eerste moet sprake zijn van deelname aan het economisch verkeer. Een voordeel moet worden beoogd en dit voordeel moet ook redelijkerwijs te verwachten zijn. Aan deze voorwaarden heeft de man volgens de rechtbank voldaan.
Omdat de koers van de bitcoin eind 2017 dermate hoog was dat het minen lucratief was heeft de man ook voldaan de objectieve voordeelsverwachting. De rechtbank volgt daarbij de inspecteur in zijn mening dat ‘in dat geval met recht kan worden gesteld dat er sprake is van een bron van inkomen ‘. Voor de behandeling van dit geschil neemt de rechtbank dus als uitgangspunt dat sprake is van een bron van inkomen. Het gaat er nu alleen nog om welke bron van inkomen van toepassing is: winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden.
Resultaat uit overige werkzaamheden in dit geval fiscaal voordeliger
De rechtbank is met de inspecteur van oordeel dat de kwalificatie winst uit onderneming niet van toepassing is omdat geen sprake is van een organisatie van arbeid en kapitaal. Daarom kwalificeren de activiteiten van de man naar het oordeel van de rechtbank als resultaat uit overige werkzaamheden. Dat de hoeveelheid arbeid die de man zich heeft getroost mogelijkerwijs gering is, doet niet af aan deze kwalificatie. Dit punt is namelijk van ondergeschikt belang.
De kwalificatie resultaat uit overige werkzaamheden pakt overigens fiscaal voor de man niet verkeerd uit. Doordat de MKB-winstvrijstelling niet van toepassing is op het resultaat uit overige werkzaamheden kan de man namelijk een hoger verlies in aftrek brengen, namelijk € 142.104,-
Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2024:1640