Een administratiekantoor en de dga hebben zo lang een boekenonderzoek getraineerd en geen bedrijfsadministratie verstrekt dat er uiteindelijk sprake was van het ontduiken van belasting, heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld. Het administratiekantoor en de dga krijgen daarom geldboetes van respectievelijk €8000 en €4000 opgelegd.
Uitspraken: ECLI:NL:RBAMS:2021:399 & ECLI:NL:RBAMS:2021:397
De Belastingdienst had op 26 april 2017 een boekenonderzoek aangekondigd bij het administratiekantoor. In de maanden daarna werd door de inspecteur steeds geprobeerd om een afspraak te maken, maar die werden door de ondernemer ook telkens weer met allerlei excuses afgezegd. De Belastingdienst probeerde uiteindelijk maar om op basis van de wel aanwezige stukken te reconstrueren wat de omzet en de verschuldigde omzetbelasting zou zijn geweest. Op basis van een controlerapport werd overgegaan tot het opleggen van een naheffingsaanslag.
Strafzaken, dga: geen opzet
Het OM spande daarop strafzaken aan tegen de dga en het administratiekantoor. De verdachte erkende dat hij had verzuimd om de voor de boekencontroles gevraagde gegevens aan te leveren, terwijl daar steeds door de Belastingdienst om gevraagd werd. Ook zij hij zich te realiseren dat hij met zijn manier van handelen, het afzeggen van afspraken, de indruk had gewekt niet mee te willen werken aan de controles. Toch pleitte hij voor vrijspraak, omdat er niet met opzet of vanuit onwil zou zijn gehandeld en daarom niet tot een bewezenverklaring gekomen zou kunnen worden.
Rechter: wel opzet
De rechter concludeert echter dat er wel degelijk sprake was van opzet bij het niet meewerken aan controle en het niet volledig verstrekken van de administratie. Daarbij wordt overwogen:
‘[verdachte] heeft niet meegewerkt aan de controle en geen volledige administratie verstrekt aan de Belastingdienst. Hij erkent dit ook. Dat [verdachte] zich ten tijde van die gedragingen in een vervelende situatie bevond, doet er niet aan af dat hij absoluut niet adequaat heeft gehandeld. Hij is door de Belastingdienst meerdere keren op zijn verplichtingen als ondernemer en als belastingplichtige gewezen. De Belastingdienst heeft hem daarbij ontzettend veel ruimte geboden om aan zijn verplichtingen te voldoen. Dit blijkt ook uit het chronologisch overzicht, aangezien er ongeveer anderhalf jaar zit tussen het eerste en laatste contactmoment met de Belastingdienst. De rechtbank betrekt daarbij ook dat [verdachte] een economische opleiding heeft gevolgd en een administratiekantoor runt ( [verdachte] ). [verdachte] mag daarom als tot op zekere hoogte ter zake deskundig worden geacht. [verdachte] wist waar [verdachte] toe verplicht was en heeft daarmee dus opzettelijk gehandeld door niet mee te werken en geen (volledige) administratie te verstrekken. [verdachte] heeft immers steeds bij het afzeggen van een afspraak of bij het niet komen opdagen, bij het continue ophouden van het onderzoek, de keuze gemaakt om zich niet met de verplichtingen van het bedrijf bezig te houden, maar met andere omstandigheden.’
Te weinig omzetbelasting
De conclusie van de rechtbank is dat de dga en het administratiekantoor zich gedurende zo’n anderhalf jaar schuldig hebben gemaakt aan het niet meewerken aan controles en het niet volledig verstrekken van administratie. Het gevolg hiervan is geweest dat te weinig omzetbelasting is geheven. Met die handelwijze hebben de verdachten naar het oordeel van de rechter belasting ontdoken en daarmee het vertrouwen, dat aan belastingplichtigen mag worden ontleend, geschaad.
Benadelingsbedrag niet vast te stellen
De officier van justitie heeft bij haar strafeis rekening gehouden met een totaal benadelingsbedrag van circa € 170.000. De rechtbank volgt die lijn niet en dat is ook de belangrijkste reden dat de rechtbank tot een lagere straf komt dan geëist. Door de Belastingdienst zijn meerdere berekeningen gemaakt op basis waarvan is geprobeerd een benadelingsbedrag vast te stellen. De rechtbank vindt dat het gelet op het ontbreken van de belangrijkste administratieve stukken niet duidelijk is op welk bedrag het benadelingsbedrag moet worden vastgesteld. Wel vindt de rechtbank dat kan worden vastgesteld dat is voldaan aan het strekkingsvereiste mede omdat te weinig belasting is geheven.
_________________________________________________________________________________________
Interessante cursus van Fiscaal Vanmorgen
Cursus Actualiteiten Formeel Belastingrecht en spelregels rondom boekenonderzoeken op 31 maart a.s.