
De kantonrechter heeft op verzoek van Wonen Limburg de arbeidsovereenkomst ontbonden van een verkoopadviseur die tegen de interne regels in regelmatig twee bedrijven inschakelde voor werkzaamheden. Ook vervalste hij salarisspecificaties en zijn schriftelijke arbeidsovereenkomst om zo in aanmerking te komen voor een huurwoning. De kwestie kwam aan het rollen toen een accountant van Deloitte bij de controle van de jaarrekening 2021 van Wonen Limburg op onregelmatigheden stuitte bij transacties waarbij de man betrokken was. PwC deed daarna onderzoek op verzoek van de grootste woningcorporatie in de provincie.
Onderzoeken
De man trad op 1 november 2016 bij Wonen Limburg in dienst en was adviseur verkoop tegen een loon van € 3.916,00 bruto per maand, komt uit de uitspraak naar voren. Wonen Limburg werkt met een aantal vaste ketenpartners voor niet-planmatig onderhoud. Naar aanleiding van de constatering van de Deloitte-accountant stelde Wonen Limburg een intern onderzoek in. Dit onderzoek maakte duidelijk dat de verkoopadviseur twee bedrijven had ingeschakeld om werkzaamheden in verkoopwoningen te verrichten. Deze bedrijven behoren niet tot de vaste ketenpartners en deden flink hun voordeel met de opdrachten.
Fraude
De woningcorporatie vroeg vervolgens PwC om een onderzoek te doen, dat gedurende de tweede helft van 2022 werd uitgevoerd. Uiteindelijk werd ook duidelijk dat de man zijn arbeidsovereenkomst en salarisstrook had vervalst en gebruikt voor het verkrijgen van een huurwoning. Hij paste daarbij de ingangsdatum van het dienstverband aan en verhoogde ook het salaris van € 3.018,00 naar € 4.150,00 bruto. De werknemer verstuurde de vervalste salarisspecificaties naar de verhuurster van een woning in Gangelt, Duitsland.
Ontslagverzoek
Op 17 mei 2022 werd de man op non-actief gesteld. Wonen Limburg stapte uiteindelijk naar de rechtbank Limburg met een verzoek om de arbeidsovereenkomst van de man te ontbinden. Wonen Limburg verzoekt primair ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-grond. Naar het oordeel van de kantonrechter staat voldoende vast dat de werknemer de geldende regels en richtlijnen heeft overschreden en een derde partij, niet zijnde een ketenpartner, regelmatig heeft ingeschakeld en heeft bevoordeeld ten nadele van Wonen Limburg. Het verweer van de werknemer dat hij deze regels en richtlijnen niet kende, acht de kantonrechter niet waarschijnlijk. Daarbij komt dat van een adviseur verkoop met enkele jaren ervaring verwacht mag worden dat hij van belangrijke interne richtlijnen op de hoogte is. Die bepalen immers het regiem waarbinnen de werkzaamheden dienen plaats te vinden.
Voordeel voor twee bedrijven
De kantonrechter constateert dat de rapportage van PwC laat zien dat zij geen relatie kunnen leggen tussen de werknemer enerzijds en de twee bedrijven anderzijds. Bij onderzoek door PwC zijn een aantal projecten aan het licht gekomen waarbij de twee bedrijven door de werknemer zijn ingeschakeld zonder eerst de ketenpartners te benaderen. Hierbij valt onder meer bij twee projecten in Maastricht op dat er rechtstreeks groot voordeel richting de bedrijven is gevloeid, constateert de kantonrechter. Zo werd een perceel bouwgrond waarvoor al een bod van afgerond vier ton was uitgebracht voor twee ton aan een van de bedrijven verkocht. Het andere bedrijf werd bevoordeeld bij een opdracht waar bij een groot studentencomplex onder andere schoonmaakwerkzaamheden dienden te worden verricht.
Wonen Limburg draagt ook schuld
De kantonrechter acht die manier van handelen verwijtbaar, wellicht zelfs ernstig verwijtbaar. Daartegenover staat echter dat het inschakelen van de twee bedrijven telkens is goedgekeurd door een leidinggevende zoals voorgeschreven. Hierbij is kennelijk nooit opgevallen dat de verkoopadviseur andere bedrijven inschakelde dan de vaste ketenpartners. De verklaring ter zitting van Wonen Limburg dat er iedere dag vele verzoeken, contracten etc. voorbij komen om te beoordelen en te tekenen moge zo zijn, maar als dat tot gevolg heeft dat min of meer automatisch en op goed vertrouwen getekend wordt neemt Wonen Limburg een risico dat voor haar rekening komt. Hiermee laadt zij een deel van de schuld op zich, oordeelt de kantonrechter. Dit neemt echter niet weg dat van de werknemer verwacht mag worden dat hij de juiste stukken ter tekening voorlegt en bij afwijking daar nadrukkelijk op wijst.
Fraude ernstig verwijtbaar
De werknemer erkent dat hij gefraudeerd heeft en de salarisspecificaties en de schriftelijke arbeidsovereenkomst heeft gewijzigd teneinde in aanmerking te kunnen komen voor een huurwoning. Naar het oordeel van de kantonrechter kwalificeert dit als ernstig verwijtbaar. De verkoopadviseur heeft immers doelbewust documenten, die van Wonen Limburg afkomstig zijn, gewijzigd om daar voordeel mee te behalen. Deze documenten zijn aan derden gepresenteerd. De stelling van de man dat hij nooit de intentie heeft gehad om Wonen Limburg te benadelen, brengt niet met zich dat het handelen niet als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. De verwijzing naar de uitspraak van de rechtbank Rotterdam d.d. 7 januari 2022 baat de man niet, oordeelt de kantonrechter. In deze gaat het immers om een vervalsing van een coronabewijs met het oogmerk om de werkgever te misleiden. De werknemer miskent hierbij dat, zoals in die uitspraak ook al is overwogen, het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, met het oogmerk om het als echt of onvervalst te gebruiken, geldt als valsheid in geschrifte en strafbaar is gesteld. Gelet hierop kan de verkoopadviseur niet volhouden dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de door Wonen Limburg naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond opleveren voor ontbinding, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3, onderdeel e BW. De vraag of de werknemer herplaatsbaar is in de organisatie van Wonen Limburg is daarmee niet aan de orde.
Zoals hiervoor al is overwogen kwalificeren de gedragingen van de werknemer, en dan met name de fraude met de salarisspecificaties en het arbeidscontract als ernstig verwijtbaar. Dit houdt in dat de kantonrechter het verzoek van Wonen Limburg zal toewijzen en de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang zal beëindigen.
Transitievergoeding
De werknemer verzoekt om toekenning van een transitievergoeding ter hoogte van € 9.000,00. Op grond van artikel 7:673 lid 1 BW heeft een werknemer in principe recht op de transitievergoeding in de daar omschreven gevallen. Op dat recht bestaan enkele uitzonderingen. Eén van deze uitzonderingen doet zich voor in het geval dat het eindigen of niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer (art. 7:673 lid 7 aanhef en onder c BW). De wetgever heeft bij de invoering van het criterium ernstige verwijtbaarheid van de zijde van de werknemer weinig concrete invulling gegeven aan dat begrip en de invulling daarvan doelbewust overgelaten aan de kantonrechter. Uit de parlementaire behandeling van de Wwz komt wel naar voren dat een werknemer die door handelen in strijd met kenbare gedragsregels van de organisatie het vertrouwen van haar werkgever in haar ernstig heeft beschaamd, geacht kan worden ernstig verwijtbaar te hebben gehandeld (zie onder meer Kamerstukken II 2013/2014, 33818, 7, p. 80-81). Daarvan is naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval sprake. Dit houdt in dat het tegenverzoek van de werknemer dat ziet op toekenning van een transitievergoeding wordt afgewezen.
Billijke vergoeding
De werknemer heeft verzocht aan hem een billijke vergoeding toe te kennen. Voor toekenning van een billijke vergoeding op grond van artikel 7:671b lid 8 onderdeel c BW is vereist dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Wonen Limburg. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Wonen Limburg zich slechts zal voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als Wonen Limburg grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsverhouding ontstaat of als Wonen Limburg een valse grond voor ontslag aanvoert met als enig oogmerk een onwerkbare situatie te creëren (zie: Kamerstukken II, 2013-2014, 33 818, nr. 3, pag. 34). Een dergelijke situatie doet zich hier niet voor. Integendeel: van de kant van de werknemer is sprake van ernstig verwijtbaar handelen. Dit houdt in dat ook de in het tegenverzoek verzochte billijke vergoeding wordt afgewezen.
Tot slot bepaalt de kantonrechter nog dat Wonen Limburg bij de eindafrekening 784,6 uur aan openstaande uren aan de man moet betalen.