Computer gecrasht en dan onmachtig om te voldoen aan de fiscale informatieplicht? Jammer maar helaas: de belastingdienst hoeft hier geen genoegen mee te nemen.
Dat besliste Rechtbank Noord-Holland. Een computer van een escortbureau was met de daarop opgeslagen informatie onherstelbaar gecrasht en vervolgens weggegooid. De hoerenmadam kon daarna niet aan haar informatieverplichting jegens de fiscus voldoen. Tijdens een eerder boekenonderzoek naar aanvaardbaarheid van aangiften/aanslagen loon- en omzetbelasting, vroeg de inspecteur de sexbazin naar de digitale administratie. Deze bevatte onder meer de reserveringen van prostituanten, overzichten van het aantal gewerkte uren per datum door escortdames en chauffeurs, vastleggingen van ontvangsten en de verdeling daarvan, en het e-mailverkeer. De onderneemster kon de gegevens die waren vastgelegd op de computer met alle bedrijfsadministratie, niet overleggen omdat die was gecrasht. Wel was tevergeefs getracht de data terug te halen. Van de harde schijf was geen back-up gemaakt.
Informatiebeschikking
Toen niet werd voldaan aan het informatieverzoek, legde de inspecteur een informatiebeschikking op, met een schatting van naheffingsaanslagen plus een vergrijpboete. De naheffingsaanslag omzetbelasting bedroeg € 50.084. Voorts is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht tot een bedrag van € 3.637 en is een vergrijpboete opgelegd van 35% tot een bedrag van € 17.529. De sexbazin verzette zich daartegen. Zij voerde aan dat er wel was voldaan aan de informatieplicht, aangezien alle gegevens die nog beschikbaar waren, waren overgelegd. Kwestie van overmacht, vond zij. In geschil was of de naheffingsaanslag OB en de vergrijpboete terecht en tot de juiste bedragen zijn vastgesteld. Verder was de onderneemster het niet eens met de Belastingdienst over haar eigen rol. Zij vond dat ze slechts bemiddelaarster was, en dat de medewerkers kleine zelfstandigen waren.
Werkwijze
Uit afgeluisterde telefoongesprekken werd de werkwijze van de escortbazin duidelijk. Zij wierf klanten via websites. Potentiële klanten konden haar daarna bellen voor een afspraak met een van de dames. Zij stelde vervolgens de basisprijs vast en deelde die aan de klant mee, die gekoppeld werd aan een escort. Die werd vervolgens gebracht en gehaald door een chauffeur. De escorts incasseerden namens de eiseres de opbrengst. Daarna bepaalde zij hoe de verdiensten verdeeld werden. ‘In het licht van het in casu geldende marginale toetsingskader voor de schatting van verweerder acht de rechtbank hetgeen eiseres heeft aangevoerd onvoldoende om tot de conclusie te kunnen leiden dat eiseres louter bemiddeling aanbiedt of dat de chauffeurs en de chauffeurs/telefonisten als zelfstandige werken. Vanuit de optiek van de klanten van eiseres wordt slechts een rechtsbetrekking met eiseres aangegaan. Verweerder heeft dan ook niet willekeurig gehandeld door bij het vaststellen van de naheffingsaanslag de gehele omzet van eiseres, inclusief de vergoeding aan de escorts, de chauffeurs en de chauffeurs/telefonisten tot uitgangspunt te nemen’.
Risicosfeer
De rechter vond het in de risicosfeer van de onderneemster liggen dat zij geen back-up had gemaakt van de gegevens op de harde schijf. Verder vond de rechter de ernst van de gebreken in de administratie zo ernstig dat zij een omkering van de bewijslast rechtvaardigden. De informatiebeschikking bleef daarom in stand.