De BV van een DGA met een Toyota Land Cruiser heeft bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch geen succes met het pleidooi dat voldoende is gebleken dat met de Toyota minder dan 500 kilometer in privé is gereden in 2009 en 2010. Het oordeel van de rechtbank dat de keuze voor het Trevler rittenregistratiesysteem en het falen daarvan voor rekening en risico dient te komen is terecht, spreekt het Hof uit.
Rittenregistratiesysteem
De BV maakte vanaf 6 maart 2009 voor de rittenregistratie van de Toyota gebruik van een rittenregistratiesysteem van Trevler. Op 1 september 2009 bevestigde Trevler schriftelijk dat een niet goed functionerend registratiesysteem op 25 augustus 2009 retour is ontvangen en een nieuwe op 1 september 2009 is toegestuurd. Bij het monteren van het systeem in de auto wordt de dan getoonde kilometerstand als beginstand in het systeem ingegeven. Periodiek moeten de middels GPS geregistreerde ritten worden uitgelezen in een computerprogramma waarin de rittenregistratie wordt verwerkt. In dat programma wordt aangegeven of de rit voor privédoeleinden of voor het werk is verreden. In de rittenverslagen zijn geen ritten voor privédoeleinden vermeld. De BV heeft geen loonheffingen ingehouden en afgedragen voor het gebruik van de Toyota door de directeur-grootaandeelhouder.
Naheffingsaanslagen
Na een boekenonderzoek stelde de Belastingdienst zich op het standpunt dat de rittenregistratie van de Toyota in het bestreden tijdvak niet sluitend was en ten onrechte geen loonheffing is afgedragen over het privégebruik van de Toyota. Naar aanleiding van de bevindingen uit het boekenonderzoek werden naheffingsaanslagen en beschikkingen opgelegd.
Meer nodig dan aannemelijk maken
De BV haalde bakzeil bij de rechtbank, maar ging in hoger beroep. Daar was in geschil of de BV heeft doen blijken dat met de Toyota minder dan 500 kilometer in privé is gereden in 2009 en 2010. De bewijslast daarvoor rust op de BV. Om aan die bewijslast te voldoen, dient de BV een rittenregistratie te overleggen of ander bewijs te leveren waaruit blijkt dat de auto voor maximaal 500 kilometer voor privé‑doeleinden is gebruikt. Het Hof wijst erop dat het gaat om een zwaardere bewijslast dan aannemelijk maken.
Verdediging
De BV betoogde dat minder dan 500 kilometer voor privédoeleinden gebruik is gemaakt van de auto omdat een systeem voor rittenregistratie van het bedrijf Trevler in de auto is geïnstalleerd, een rittenregistratie is overlegd en dat niet mogelijk is het systeem te beïnvloeden. Na 1 september 2009 is de rittenregistratie sluitend. Verder betoogde de BV dat de auto te vies was om met gewone kleding in te rijden en dat daarom geen privé kilometers met de auto zijn gemaakt.
Hof eens met rechtbank
De Rechtbank heeft op dit punt als volgt overwogen:
“De rechtbank is van oordeel dat door hetgeen belanghebbende heeft aangevoerd niet is gebleken dat de auto in het onderhavige tijdvak niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden is aangewend. De keuze voor het Trevler rittenregistratiesysteem alsmede het falen hiervan dient voor rekening en risico van belanghebbende te komen. Dat de inspecteur in voorkomend geval een rittenregistratie met dat systeem als afdoende bewijs accepteert brengt niet met zich mee dat dit ook in het onderhavige geval moet gebeuren. Zeker niet als wordt erkend dat die registratie gebreken heeft vertoond in 2009 door een niet goed functionerend apparaat en de totaaltelling over 2010 niet overeenkomt met het verschil tussen de begin- en eindstand. Volgens de tellingen is immers 22.583 (204.297 minus 181.714) km verreden terwijl de rittenregistratie als totaal 24.158 vermeld. (…) Met betrekking tot de overige door belanghebbende gestelde feiten en omstandigheden merkt de rechtbank het volgende op. Deze feiten en omstandigheden, met name die betreffende het gebruik van de Toyota worden door de inspecteur betwist. De verklaringen van de directeur-grootaandeelhouder en de overgelegde verklaring van de werknemer zijn, tegenover die betwisting, onvoldoende bewijs dat het gebruik van de Toyota is zoals belanghebbende stelt. De rechtbank neemt hierbij met betrekking tot de overgelegde verklaring in aanmerking dat de Toyota aan een ander dan die werknemer ter beschikking staat zodat die werknemer maar een beperkt zicht kan hebben op dat gebruik. Al met al is er daarom onvoldoende bewijs om tot het oordeel te komen dat overtuigend is aangetoond dat de Toyota voor niet meer dan 500 km voor privédoeleinden is gebruikt. Het gelijk is daarom aan de zijde van de inspecteur.”
Naar het oordeel van het Hof heeft de Rechtbank op goede gronden een juiste beslissing genomen. Het Hof maakt deze beslissing van de Rechtbank daarom tot de zijne.
______________________________________________________________________
Interessant voor u! Cursus Autobelastingen, de valkuilen en kansen op 15 september a.s. door Mr. Heleen Elbert.