Aanleiding van het wetsvoorstel inzake de temporele beperking verrekening voorheffingen met de Vennootschapsbelasting is een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 22 november 2018 in de Franse zaak Sofina (C-575/17).
Achtergrond
Normaliter kunnen belastingplichtigen in de vennootschapsbelasting de van hen geheven dividendbelasting en kansspelbelasting als voorheffing met de door hen verschuldigde vennootschapsbelasting verrekenen. De verschuldigde vennootschapsbelasting kan daarmee worden verlaagd. Het kan ook zijn dat de verrekening leidt tot een teruggaaf van de te veel betaalde belasting.
In het buitenland gevestigde lichamen die niet belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting maar die zich overigens in een vergelijkbare positie bevinden als Vpb-plichtige lichamen hebben deze mogelijkheid niet.
Het kabinet trok uit de voornoemde zaak Sofina de conclusie dat de Nederlandse belastingwetgeving in bepaalde omstandigheden tot een met het EU-recht strijdige uitkomst leidt. In het kort oordeelde het HvJ EU in de zaak Sofina dat de Franse dividendbelastingwetgeving in strijd is met het EU-recht, omdat wel Franse dividendbelasting wordt geheven over dividenden ontvangen door een niet in Frankrijk gevestigd lichaam, terwijl dividenden ontvangen door een wel in Frankrijk gevestigd lichaam aan het einde van het boekjaar waarin zij zijn ontvangen enkel worden belast op voorwaarde dat dit laatstgenoemde lichaam in dat boekjaar winstgevend is geweest. In de zaak Sofina ging het om in België gevestigde verlieslatende portfolio-aandeelhouders die dividenden vanuit Frankrijk ontvingen.
Het kabinet zag duidelijke parallellen tussen het Franse verrekeningssysteem en het Nederlandse systeem. Hierin zag het kabinet een reëel budgettair risico voor Nederland en reden om een nieuw wetsvoorstel in te dienen.
Wetsvoorstel
In het wetsvoorstel stelt het kabinet voor dat per 1 januari 2022 de mogelijkheid om dividendbelasting (en kansspelbelasting) te verrekenen met vennootschapsbelasting wordt beperkt. De verrekening van dividendbelasting zal worden beperkt tot ten hoogste de in een jaar verschuldigde vennootschapsbelasting. Niet-verrekende dividendbelasting (en kansspelbelasting) wordt doorgeschoven naar een later jaar. Het is dan niet meer mogelijk om een teruggave van dividendbelasting te ontvangen als in een jaar geen of onvoldoende vennootschapsbelasting verschuldigd is.
Meer specifiek houdt de hoofdregel van de maatregel in het wetsvoorstel in dat verrekening van voorheffingen gelimiteerd is tot het bedrag aan te betalen vennootschapsbelasting vóórdat rekening is gehouden met de verrekening van voorheffingen. Het wetsvoorstel maakt daarbij geen onderscheid tussen in Nederland gevestigde belastingplichtigen en niet in Nederland gevestigde belastingplichtigen.
De beperking van de verrekening van voorheffingen geldt niet in alle gevallen. De beperking is van toepassing op belastingplichtigen die zich in een positie bevinden waarin vennootschapsbelasting verschuldigd is doordat die belastingplichtigen verlieslatend zijn of recht hebben op wettelijke verminderingen of voorkoming dubbele belasting. Ook is de beperking van toepassing als de belastingplichtige zich weliswaar in een positie bevinden waarin vennootschapsbelasting verschuldigd is, maar dit bedrag lager is dan het bedrag aan geheven voorheffingen. Belastingplichtigen die kansspelbelasting betalen omdat zij als onderdeel van hun ondernemingsactiviteiten een kansspel hebben gewonnen worden ook geconfronteerd met de beperking. Daarnaast zijn er de belastingplichtigen die een aandelenbelang bezitten van minder dan 5% in een in Nederland gevestigd lichaam dat inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting.
Ook bij belangen van meer dan 5% kan de beperking van toepassing zijn. Dit is het geval als de inhoudingsvrijstelling in de dividendbelasting niet wordt toegepast op het belang van 5% of meer in een in Nederland gevestigd lichaam dat inhoudingsplichtig is voor de dividendbelasting.
Bron: Belastingplan 2022
(https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/09/21/belastingplan-2022 )