Voorstel publicatie beboete facilitators
Per brief van 17 januari 2017 informeerde voormalig Staatssecretaris Wiebes (2017-0000009651) de Tweede Kamer over de aanpak van belastingontduiking. In die brief wordt onder andere het voorstel gedaan om de namen van belastingadviseurs bekend te maken indien aan hen een vergrijpboete is opgelegd wegens deelname aan een beboetbaar feit. Het doel dat hiermee gediend zou zijn is:
“Om zowel de samenleving als de juridische beroepsgroepen duidelijk te maken dat het adviseren over en implementeren van onaanvaardbare fiscale constructies niet wordt geaccepteerd en dient daarmee de generale preventie.”
Het voorstel van Wiebes is uiteindelijke uitgemond in een wetsvoorstel dat op 14 november 2019 door de Tweede Kamer is aangenomen. Voorgesteld is om artikel artikel 67r in de Algemene wet inzake rijksbelastingen op te nemen. Kort gezegd, regelt dit artikel dat een vergrijpboete opgelegd aan een andere deelnemer bekend wordt gemaakt. Dat de boete niet openbaar wordt gemaakt als de facilitator daardoor onevenredig zou worden benadeeld. Tot slot regelt het artikel dat de wijze van bekendmaking van de boete bij ministeriële regeling wordt bepaald en dat de publicatie van de boete als tijdelijke maatregel dient te worden aangemerkt.
Kritiek op naming en shaming
In de brief van 17 januari 2017 kondigde de voormalige Staatssecretaris aan over dit onderwerp nog in hetzelfde jaar een internetconsultatie op te starten. Daarop werden door belangenverenigingen en belastingadvieskantoren diverse kritische kanttekeningen geplaatst. Voor het laatst nog bij brief van 14 november 2019 van de NOB, SRA en RB aan inmiddels Staatsecretaris Snel. De negatieve gevolgen c.q. nadelen van artikel 67r AWR die zoal zijn genoemd, zijn:
1. Naming en Shaming kan als drukmiddel worden gebruikt, zonder dat sprake is van een waarborg tegen deze druk;
2. Regelgeving schiet doelstelling van voorlichting en bescherming voorbij, nu publicatie van de boetebeschikking pas mag plaatsvinden na aanwending van alle rechtsmiddelen. Dit betekent dat mogelijk tien jaar na de gedraging pas kan worden gemeld;
3. Er is sprake van dubbele bestraffing nu artikel 67r AWR ook een leedtoevoegend karakter heeft; de facto zal de maatregel als een beroepsverbod uitwerken;
4. Het voorstel is om de maatregelen tijdelijk te laten zijn. Deze doelstelling kan niet worden gerealiseerd, aangezien een bericht op internet doorgaans niet meer verwijderd kan worden;
5. Voor alle andere strafbare gedragingen bestaan geen registers;
6. Er is sprake van strijdigheid met de AVG wetgeving;
7. Er zijn andere manieren om andere deelnemers aan te pakken, bijvoorbeeld via een strafrechtelijk onderzoek.
Verzoek tot heroverweging wetsvoorstel
Inmiddels is er bij Staatsecretaris Snel op aangedrongen om de invoering van artikel 67r AWR te heroverwegen en van het wetsvoorstel af te zien. Tevens is gevraagd om het gesprek aan te gaan met de diverse belangenverenigingen en gezamenlijk tot een oplossing te komen waarmee aan de doelstelling van het kabinet kan worden voldaan. Ik deel die mening, nu voldoende is aangetoond dat deze regeling zijn doel niet zal bereiken c.q. voorbij schiet.
Voor de praktijk
Ongeacht de aanname van deze wet dient u zich als belastingadviseur te realiseren dat alle informatie die u of uw cliënt verstrekt aan de Belastingdienst, eveneens zal worden gebruikt om mogelijk beboetbaar handelen van u als facilitator (lees: de belastingadviseur) op te sporen. Als facilitator bent u derhalve onderwerp van het onderzoek geworden. In de praktijk merk ik dat de Belastingdienst daarom welbewust (indirecte) vragen stelt over de rol van de facilitator. Met het aanleveren van informatie loopt u dus het risico dat u als facilitator meewerkt aan uw eigen veroordeling. Meewerken aan uw eigen veroordeling is niet verplicht in Nederland.
Indien de Eerste Kamer besluit om het hierboven beschreven wetsvoorstel aan te nemen, dan bestaat tevens het risico dat u meewerkt om uw naam opgenomen te krijgen in een medeplegersregister. Een registratie waar u naar alle waarschijnlijkheid nooit meer van af komt. De gevolgen van die registratie kunnen desastreus zijn voor u en uw praktijk.
Bent u als facilitator onderwerp van onderzoek of dreigt u dat te worden, dan is het raadzaam hierin bijgestaan te worden. Neem in dat geval gerust contact met mij op.
In samenspraak met mr. M. van Leeuwen van FT Advocaten tot stand gekomen