De BTW-suppletie moet worden gedaan vóórdat de BTW ondernemer weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de Belastingdienst met de desbetreffende onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden. Voorbeeld: een BTW-suppletie is bijvoorbeeld niet meer tijdig als de Belastingdienst een controle heeft aangekondigd.
Bij vrijwillige verbetering alleen een verzuimboete
Doet de BTW ondernemer tijdig een suppletieaangifte, dan krijgt hij alleen een verzuimboete wegens het niet of niet tijdig betalen van de verschuldigde BTW. Deze tijdige suppletie wordt een ‘vrijwillige verbetering’ genoemd. De boete bedraagt bij een vrijwillige verbetering 5%, met een maximum van € 5.514. Als het te betalen BTW-bedrag als gevolg van de suppletie niet hoger is dan € 20.000 of 10% van de eerder per saldo betaalde of terugontvangen BTW over dat tijdvak, wordt geen boete opgelegd. De Belastingdienst kan een aanvullende vergrijpboete (maximaal 100%) opleggen als de ondernemer niet (tijdig) voldoet aan haar informatieverplichting. Met andere woorden als bij een geconstateerde onjuistheid die vermeld wordt op de balans géén suppletieaangifte wordt ingediend, kan een vergrijpboete van maximaal 100% worden opgelegd! Deze vergrijpboete komt dus bovenop de verzuim- of vergrijpboete voor het niet tijdig of te weinig betalen van BTW.
Let op!
In de aangifte Vennootschapsbelasting en Inkomstenbelasting moet de BTW-positie worden toegelicht. Wanneer een BTW-suppletie aangifte over 2020 ingediend moet worden dient dit te gebeuren voordat de aangifte Vennootschapsbelasting of Inkomstenbelasting over dat jaar wordt ingediend.
Kleine wijzigingen van maximaal € 1.000
Correcties van € 1.000 of minder aan terug te vragen BTW of te betalen BTW hoeven niet via een BTW-suppletie te worden ingediend, maar mogen via de eerstvolgende BTW-aangifte worden aangegeven.