Onderscheid zelfstandige en onzelfstandige werkruimte in de BTW
In de BTW maken wij onderscheid tussen zelfstandige en onzelfstandige werkruimte. Van de eerste is grof gezegd sprake als die werkruimte een eigen ingang, wachtkamer en sanitair heeft. Denk daarbij aan een kantoorunit in een bedrijfsverzamelgebouw.
Bij onzelfstandige werkruimte moet meer gedacht worden aan een kamer in een woonhuis die net zo goed een andere functie kan hebben. Denk aan een werkkamer (“darkroom”) die alleen via de slaapkamer van de DGA bereikt kan worden.
En ja, tussen beide uitersten liggen vele ruimten die meer of minder zelfstandig zijn en waarvan de kwalificatie dus onzeker is (een grijze kamer zeg maar).
Zelfstandige ruimte
Als de DGA een zelfstandige ruimte aan zijn BV verhuurt, is dat als hoofdregel vrijgesteld van BTW. De DGA kan dan geen BTW op kosten ter zake van de verhuur in aftrek brengen. Als de BV voldoende recht op aftrek heeft, kunnen de DGA en zijn BV opteren voor zgn. BTW belaste verhuur. Daarvoor moet dan wel een schriftelijke huurovereenkomst worden gesloten die aan bepaalde voorwaarden voldoet. Als er sprake is van een nieuwbouwwoning kan dit een aanmerkelijk BTW-voordeel meebrengen.
Onzelfstandige ruimte
Uit stukken die medio 2021 naar aanleiding van een WOB verzoek bekend zijn geworden meent de Belastingdienst dat Europese rechtspraak (HvJ 12 mei 2016, Borsele-arrest) een eerdere beslissing van onze Hoge Raad opzij zet die een belaste verhuur mogelijk maakte. Het doorslaggevende criterium is of er met de verhuur “wordt opgetreden in een markt”. Zo nee, dan is er geen sprake voor de BTW van relevante verhuur, en geen mogelijkheid om te kiezen voor een met BTW belaste verhuur.
Is er markt voor verhuur van onzelfstandige ruimte?
Nu denk ik dat de meesten wel zullen begrijpen dat het niet voor de hand ligt om een darkroom te verhuren. Ik ben deze mogelijkheid nog niet tegengekomen bij zakelijke vastgoedmakelaars, althans voorlopig nog niet. Afhankelijk van ontwikkelingen in de vastgoedmarkt (maatschappelijke ontwikkelingen staan nooit stil) zou er best een dergelijke markt kunnen zijn/ontstaan. Ik denk alleen al aan het aantal DGA’s die binnenkort zonder overheidssteun wellicht zich gedwongen voelen om iets bij te verdienen. En waarom dan geen kantoorkamer verhuren aan een bedrijf (bijv. een ZZP’er die het in zijn eigen huis niet uithoudt en bij de buurman een werkkamer kan huren). Ik wil maar zeggen, markten komen en markten gaan. En bij gebrek aan kamers worden door hospita’s nog altijd onzelfstandige kamers verhuurd aan studenten (medegebruik badkamer, wc en keuken, en soms wordt er zelfs voor de huurder gekookt). Dus voor de verhuur van een onzelfstandige studeer/slaapkamer bestaat wel een markt.
In diverse opinies in de vakliteratuur kwam ik zinnen tegen als: “het is niet gewoon om een deel van een woning aan een bedrijf te verhuren”, “constructies en andere trucjes horen niet in een gezonde economische markt thuis”, een “atypische transactie” en “geen normaal mens maakt van een dergelijke activiteit zijn onderneming”.
Let op: BTW is geen inkomstenbelasting
Niet moet vergeten worden dat het verschil tussen zelfstandige en onzelfstandige ruimte voornamelijk speelt in de sfeer van de inkomstenbelasting. Voor de BTW zou het onderscheid helemaal niet van belang mogen zijn. Daarvoor geldt immers alleen of de DGA de ruimte en inventaris feitelijk gebruikt voor de BV en of de BV met de werkruimte BTW belaste omzet behaalt. Zo ja, dan heeft de DGA naar rato van het zakelijke gebruik recht op aftrek van BTW op energie, onderhoud en inrichting (en op de bouwkosten van) van de werkkamer. Dit is voor een eenmanszaak die vanuit huis werkt hoe dan ook al het geval. De belastingdienst zou niet met kunstmatige argumenten moeten komen om deze aftrek te beperken. Zeker onder gewijzigde marktomstandigheden zou de fiscus nu ook de DGA wordt gedwongen thuis te werken, een ruimhartig beleid op dit punt moeten voorstaan. Er is sprake van een vorm van buitenvennootschappelijke kosten waarop aftrek van voorbelasting mogelijk zou moeten zijn. Denk hierbij aan de auto van de vennoot in een maatschap, die de BTW op die auto bij de maatschap kan aftrekken (niks problemen met dat de factuur niet op de naam van de maatschap staat).
Voor nu echter geldt: hoe onzelfstandiger de werkruimte, des te geringer de kans op succes bij de inspecteur!
Een gesloten deur bij de Belastingdienst
De DGA die overweegt om een min of meer onzelfstandige werkruimte met BTW-voordeel aan zijn BV te verhuren, vindt de Belastingdienst op zijn weg. Die zal geen aftrek van BTW ter zake van de verhuur van de werkkamer toestaan, dan wel als die ongezien verleend is, bij controle naheffen. Over in hoeverre een rechtsgang succesvol is, valt weinig zinvols te zeggen. In ieder geval zou er dan geen boete mogen worden opgelegd, aangezien de DGA al gauw een pleitbaar standpunt heeft, tenminste dat is mijn mening.
Heeft u een cliënt waarbij een dergelijke kwestie speelt en BTW-vragen, neem dan contact op.