Heffingsbevoegdheid zeevarenden in Nederland
Zeevarenden die in Nederland wonen worden voor de inkomstenbelasting belast voor hun wereldinkomen. Buitenlands belastingplichtige zeevarenden zijn in Nederland uitsluitend belastingplichtig voor zover de arbeid in Nederland is verricht. Het is dus van belang om te weten wanneer de arbeid in Nederland is verricht, wat de territoriale reikwijdte is (i.e. on- en offshore) van het Nederlandse grondgebied.
Voor wat betreft de inkomstenbelasting bepaalt art. 2, lid 3, sub d, ten derde, AWR dat ook de exclusieve economische zone deel uit maakt van Nederland. Een buitenlandse belastingplichtige zeevarende die op het Nederlandse deel van het continentale plat in de Noordzee actief is zal dus in beginsel onder de Nederlandse inkomstenbelasting vallen.
Verdeling heffingsbevoegdheid OESO
Als op grond van de nationale wetgeving van meerdere staten belastingplicht is geconstateerd zal er een land aangewezen moeten worden dat daadwerkelijk mag heffen, het andere land zal moeten terugtreden. Art. 15, lid 3, OESO, het artikel dat de zeevarenden betreft, vormt de basis van vele belastingverdragen. Het uitgangspunt is dat heffing wordt toegewezen aan het land waar de werkelijke leiding van de onderneming is gevestigd. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij art 8. OESO, dat het inkomen van een onderneming dat een schip exploiteert toewijst aan het land waar de werkelijk leiding is gevestigd. Nederland heeft echter een afwijkend verdragsbeleid, Nederland probeert zoveel mogelijk heffing te realiseren in de staat waar de zeevarende woonachtig is (art. 15 lid 3 Nederlands Standaardverdrag 1987).
Bepaling fiscale definitie van schip
Wil het scheepvaartartikel toepassing vinden dan zal er ook naar de normen van het OESO-modelverdrag sprake moeten zijn van een schip. Anders dan bij de sociale verzekeringen kan geen gebruik worden gemaakt van de definitie uit het Nederlands burgerlijk recht. Het commentaar bij art 15, lid 3, OESO noch de definitieomschrijvingen in art. 3 OESO bieden een oplossing. Uit de OECD discussion draft van 15 november 2013 (nr. 17-18) kan echter wel de conclusie worden getrokken dat een ruime uitleg moet worden nagestreefd, er is namelijk al sprake van een schip als deze gebruikt kan worden voor waternavigatie. Hieronder vallen dus in ieder geval bagger-, transport- en vissersschepen.
Schip moet opereren in internationaal verkeer
Toewijzing van heffingsbevoegdheid op grond van art. 15, lid 3, OESO vindt alleen plaats indien de werkzaamheden plaatsvinden aan boord van een schip dat opereert in het internationale verkeer. Het OESO-modelverdrag geeft uitleg wat er moet worden verstaan onder internationaal verkeer. Art 3, lid 1, sub e eist dat het schip moet worden geëxploiteerd door een onderneming die de werkelijke leiding in één van de lidstaten heeft. Uiteraard moet er daarnaast sprake zijn van grensoverschrijdend verkeer.
Verdragen die nog zijn gebaseerd op oudere versies van het OESO-modelverdrag (van vóór 1977) kunnen een ruimere toepassing van art. 15, lid 3 hebben, de eis dat de onderneming de werkelijk leiding in het land van een verdragspartij moet hebben ontbreekt; zie hiervoor het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2016, ECLI:NL:2016:701.
En als het scheepsvaartartikel niet van toepassing is?
Indien de feitelijke situatie om welke reden dan ook niet onder art. 15, lid 3, OESO gebracht kan worden, moet er worden terug vallen op de algemene regel voor werknemers en zelfstandigen in art. 15, lid 1 en 2, OESO.
Volgens deze algemene regel mag het woonland van de zeevarende heffen als de aanwezigheid in het werkland niet langer dan 183 dagen is, de beloning niet wordt betaald door een in de werkland gevestigde werkgever én de beloning niet wordt gedragen door een vaste inrichting van de werkgever in de werkstaat.
Nederland heeft niet met elk land een belastingverdrag gesloten. In dit geval kan een Nederlandse zeevarende een beroep doen op het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb 2001). De zeevarende zal dan wel aannemelijk moeten maken dat zijn inkomen onderworpen is geweest aan de belastingheffing (of eventueel fictief onderworpen op grond van art. 38 lid 2 AWR) . Art. 13a van dit besluit bepaalt dat de zeevarende de in het buitenland betaalde belasting kan verrekenen.
Voorbeeldcasus
Een zeevarende, het hele jaar wonend in Nederland, voert werkzaamheden uit op een baggerschip. Dit schip voert 3 maanden baggerwerkzaamheden uit in de territoriale wateren in Angola, 5 maanden in Noorwegen en 4 maanden in Cyprus. In dit voorbeeld gaan wij er vanuit dat Angola niet zal heffen op grond van haar fiscale wetgeving, voor Cyprus gaan wij uit van een inkomstenbelastingtarief van 20%. De zeevarende moet in zijn aangifte in Nederland zijn wereldinkomen aangeven.
Nederland heeft geen belastingverdrag met Angola, dus het voorgenoemde besluit is van toepassing. De zeevarende is op grond van art. 38 lid 2 AWR fictief onderworpen in Angola, omdat hij daar meer dan 3 maanden werkzaam is. Nederland zal dus verrekening geven voor de in Angola betaalde belasting (art 13a BvdB). Dit bedrag is echter nihil, zodat er ook niks te verrekenen valt.
Het verdrag Nederland-Noorwegen wijst in de buitengaatsbepaling van art. 24 de heffingsbevoegdheid toe aan Noorwegen nu de ‘Nederlandse’ zeevarende voor meer dan 30 dagen zijn dienstbetrekking in de Noorse territoriale wateren uitoefent. Nederland zal ter voorkoming van dubbele heffing een vermindering op basis van de verrekeningsmethode toestaan.
Nederland heeft geen belastingverdrag met Cyprus. Doordat het inkomen van de zeevarende in Cyprus onderworpen is geweest, kan de zeevarende aanspraak maken op een vermindering ter voorkoming van dubbele belastingheffing.
Conclusie
Uit het bovenstaande blijkt dat het vaststellen van de juiste fiscale gevolgen bij de verwerving van het inkomen van de ‘Nederlandse’ zeevarende een boeiend en complex proces is. De ontwikkelingen moeten voortdurend worden gevolgd om te voorkomen dat men tussen de wal en het zeeschip terecht komt.
Is in uw situatie sprake van een situatie waarbij niet duidelijk is wat de fiscale gevolgen zijn voor zeevarenden, neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op.