Onze staatssecretaris, gepokt en gemazeld als het gaat over de inkomstenbelasting, zowel die uit 1964 als uit 2001, weet dat een vermogensaanwasbelasting makkelijker gezegd dan gedaan is. Het is niet voor niks dat staatssecretaris Vermeend indertijd koos voor een Box 3 met louter forfaitaire heffingen. Binnen de politiek is dit verkocht als een stabiele belastingopbrengst. Niet langer afwachten wat de toevallige rendementen van het jaar zijn en wat de belastingheffing daarover gaat opleveren.
Inmiddels is wel duidelijk dat de Wet inkomstenbelasting 2001 een korter leven beschoren is dan de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Door Henry Meijer en Philippe Albert is in NL-Fiscaal een voorzet gegeven hoe een dergelijk stelsel eruit zou kunnen zien. Belangrijkste uitgangspunt voor het stelsel is dat ongeacht de herkomst van het inkomen, de belastingdruk min of meer hetzelfde moet zijn. Meijer en Albert hebben een aantal elegante oplossingen bedacht. Zoals al het inkomen uit onroerend goed inclusief de verkoopwinst belasten in Box 1. Een echte vermogenswinstbelasting. De eigen woning blijft hier buiten. Voor AB aandelen en beleggingsaandelen geldt een vermogensaanwasbelasting, met belastingheffing van 25%. Achtergrond bij deze gedachte is dat de beleggingsaandelen (in-)direct een belang vertegenwoordigen in een onderneming die een winstbelasting van 25% betaalt. Evenals bij het voorstel van de Staatssecretaris wordt ook door Meijer en Albert gekozen voor het traject van de vermogensvergelijking, dat noodzaakt om stortingen en onttrekkingen bij te houden.
Dat is wat mij betreft het grote minpunt. Er is in theorie wellicht een gesloten systeem. Maar natuurlijke personen zijn geen BV’s, met een volledige balans en vastlegging van alle mutaties in de bankrekening(-en) en andere vermogensbestanddelen. Wie wel eens een berekening van het privé verteer bij een natuurlijke persoon heeft gemaakt weet hoeveel moeite dat kost en hoe snel je daarmee de fout in gaat. Als daar nu ook nog eens een betere (minder fraudegevoelige en bewerkelijke) oplossing voor zou kunnen komen….
Thuisgekomen zie ik dat in Maastricht de zon schijnt en iedereen uitgelaten is, de toekomst ziet er al weer een stuk beter uit.
Bron: Belasting Magazine mei 2022