• Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
Fiscaal Vanmorgen

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
Home » Dossiers » Verenigingen minder snel vennootschapsbelastingplichtig na uitspraak van de Hoge Raad begin 2022

Verenigingen minder snel vennootschapsbelastingplichtig na uitspraak van de Hoge Raad begin 2022

Vennootschapsbelasting, Vereniging/stichting

Verenigingen zijn aan de vennootschapsbelasting onderworpen indien en voor zover zij een onderneming drijven. Voor stichtingen en andere niet-publiekrechtelijke rechtspersonen zoals kerkgenootschappen geldt dit ook maar hierna zal ik uit praktisch oogpunt alleen nog spreken over verenigingen.

22 februari 2022 door mr. Samad Laghmouchi LLM MBA
Start consult aanvraag

Over de vraag in hoeverre sprake is van een onderneming en de vereniging vennootschapsbelastingplichtig is bestaat veel rechtspraak. De Hoge Raad heeft op 21 januari 2022, 20/00772, ECLI:NL:HR:2022:51, een arrest gewezen, waarvan het gevolg is dat een vereniging minder snel belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting.

Wanneer is een vereniging belastingplichtig?

Van een onderneming is sprake bij een organisatie van kapitaal en arbeid waarmee deelgenomen wordt aan het economische verkeer en winst wordt beoogd die ook redelijkerwijs te verwachten is. Bij verenigingen is ook vaak de vraag aan de orde of niet in plaats van een onderneming sprake is van normaal vermogensbeheer. In dat geval is het van belang of de aard en omvang van de arbeid erop is gericht om een meer dan normaal rendement te behalen (de arbeid-plus en rendement-plus vereisten).

Als er sprake is van een onderneming dan is de vereniging normaliter vennootschapsbelastingplichtig. Echter, de vereniging moet dan nog wel voldoende winst behalen om vennootschapsbelastingplichtig te zijn. Daarbij speelt voor de vereniging in beginsel de vraag of die winst uitstijgt boven de drempels van de subjectieve vrijstelling.

Deze subjectieve vrijstelling bepaalt dat een vereniging die in een jaar maximaal € 15.000 winst maakt subjectief is vrijgesteld van de vennootschapsbelasting (de eerste winstdrempel). Als de winst in een bepaald jaar toch hoger is dan €15.000 dan is de winst over dat jaar ook vrijgesteld als de winst in dat jaar tezamen met de winsten over de voorgaande vier jaren maximaal € 75.000 bedraagt (de tweede winstdrempel). Met de tweede winstdrempel wordt beoogd dat de subjectieve vrijstelling voor de vereniging behouden blijft als de jaarwinst incidenteel hoger is dan € 15.000.

Casus voor de Hoge Raad

In de zaak die zich voor de Hoge Raad diende, twistten de vereniging en de inspecteur over de toepassing van de tweede winstdrempel.

De inspecteur nam het standpunt in dat de grens van € 75.000, conform het standpunt van de Staatssecretaris van Financiën, pro rata naar de bestaansduur van de vereniging moest worden toegepast. De inspecteur vond dat hij over 2012 een navorderingsaanslag kon opleggen omdat de winst in dat jaar boven de € 15.000 lag en de opgetelde winst over de laatste drie jaar per saldo uitsteeg boven de € 45.000 (3/5 * € 75.000).

De vereniging nam echter het standpunt in dat de tweede winstdrempel naar de letterlijke tekst van de wet moest worden uitgelegd. De tweede winstdrempel kon niet tijdsevenredig worden verlaagd. De rechtbank was het met de vereniging eens en het gerechtshof met de inspecteur.

De Hoge Raad oordeelde op 21 januari 2022, 20/00772, ECLI:NL:HR:2022:51, echter in het voordeel van de vereniging. De tekst en de strekking van het artikel over de subjectieve vrijstelling bieden geen ruimte voor een tijdsevenredige toepassing van de tweede winstdrempel. Ook niet als de vereniging nog geen vijf jaar bestaat. De oplossing die door de A-G werd aangedragen om de toepassing van de tweede winstdrempel mede afhankelijk te maken van latere jaren, wordt naar het oordeel van de Hoge Raad ook niet door de wet ondersteund. De wet is namelijk duidelijk. Die spreekt over het jaar zelf en de vier voorafgaande jaren.

Belang voor de praktijk

Geduld is een schone zaak. Dat lieten de vereniging en zijn gemachtigden in deze zaak wel zien. Een nadelige uitspraak van het gerechtshof betekent niet dat je moet opgeven. Dat is voor de praktijk maar goed ook. Nu hebben (vooral startende) stichtingen, verenigingen en kerkgenootschappen die actief zijn duidelijker in beeld wanneer de subjectieve vrijstelling van toepassing is en wanneer niet. Dat komt naar mijn mening de rechtszekerheid ten goede.

 

Bron: Belasting_magazine

Auteur
Laghmouchi Law B.V.

mr. Samad Laghmouchi LLM MBA

Specialiteit(en): Internationaal belastingrecht, vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, ANBI’s, geschillen met Belastingdienst
Utrecht
Bekijk profiel

Gerelateerde dossiers

4 oktober 2022

Anti-winstdrainagebepaling in strijd met EU-recht?

25 augustus 2022

Schadevergoeding betaald aan dga van BV? Belast bij de BV!

24 juli 2022

Geen deelnemingsvrijstelling voor van buitenlandse vennootschap ontvangen dividenden

27 juni 2022

Afscheidsbonus geen aftrekbare voorziening maar niet aftrekbare verkoopkosten deelneming

Specialisten

mr. Nienke ten Donkelaar
Geert Witlox
Erik Jansen
Alex Schrijver
mr. Theo Hoogwout
mr. Roelof Vos
Sazas Verzuimexperts
drs. Volken Holtrop
mr. Toon Hasselman
Ruben Scherpenisse
Léon de Jager
Marja van den Oetelaar
mr. Reinder de Jong
drs. Pieter Visser RB
mr. Peter Bregman RB
mr. Michiel van der Pol
mr. Ralf Ramakers
Ron Mulder
jan wietsma
Jan Wietsma
Sazas WIA-experts
Jos van Bavel
Sazas Adviseur Inkomen
Mohamed Kaddour LL.M RB
Arnaud Booij
Sazas Regresspecialist
Erik Marcus
mr. Carola van Vilsteren
mr. Laura Welkers
Daan Durlacher
Frits Algie
Hans Eijkelenkamp
Martijn Paping MSc
Willem Veldhuizen RE RTAP
Amanda Vollemans
mr. Roel de Jong
mr. Samad Laghmouchi LLM MBA
mr. Xander Arends
Kirsten Kievit LL.M
Aimée van der Paardt
mr. drs. Wicher-Henk Krabbe
Michiel Opgenoort
mr. Priscilla de Haas
Jeroen Bijl
mr. Sjoerd Bosma
prof. mr. Jeroen Rheinfeld
Paul Lenos LL.M
Olaf van Dijk
mr. André van der Velde
Martijn Bedaux
Jacqueline Nietveld
mr. John Seerden
mr. Heleen Elbert
mr. drs. John Bult
mr. Khadija Bozia
Nicole Goud
Martijn van der Kroon
Jacques Raaijmakers

Fiscaal Vanmorgen (FV) is het platform voor belastingadviseurs, fiscalisten, accountants en iedereen die geïnteresseerd is in fiscale opleidingen en fiscaal nieuws.

Fiscaal Vanmorgen is een uitgave van MOCuitgevers Vanmorgen.

 

Categorie

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière

Info

  • Over ons
  • Contact
  • Algemene voorwaarden MOCuitgevers Vanmorgen
  • Annuleringsvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
Cookies
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Fiscaal Vanmorgen gebruik van cookies.
  • Ik ga akkoord
  • Instellingen
  • Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van deze website
  • We gebruiken Google Analytics, netjes geanonimiseerd
  • Annuleren
  • Ik ga akkoord

Instellingen