Wat is gelegenheid geven tot sportbeoefening?
Het gelegenheid geven tot sportbeoefening moet worden onderscheiden van de verhuur van een onroerende zaak. De verhuur van een onroerende zaak is een passieve dienst van de verhuurder, terwijl bij het gelegenheid geven tot sportbeoefening vaak ook diensten worden verricht door de verhuurder van de accommodatie.
Voorbeeld
Denk bijvoorbeeld aan een badmintonvereniging die een sporthal gebruikt om clinics voor belangstellenden te verzorgen waarbij zowel de kosten van het gebruik van de sporthal als van de clinic worden doorberekend aan de klant. De badmintonvereniging geeft dan gelegenheid tot sportbeoefening en berekent 6% BTW aan haar klant.
Let op!
Als de clinic niet in combinatie met de terbeschikkingstelling van de sportaccommodatie wordt gegeven, dan is er 21% BTW verschuldigd over de clinic-kosten.
Verhoging verlaagde BTW-tarief
Naar verwachting zal het verlaagde BTW-tarief per 1 januari 2019 worden verhoogd van 6% naar 9%. Houdt hiermee rekening bij het opstellen van een offerte voor het geven van gelegenheid tot sportbeoefening.
BTW-tarief verhuur ligplaatsen volgens de Hoge Raad
De vraag die voor de Hoge Raad kwam was of de verhuur van ligplaatsen in een jachthaven is aan te merken als het gelegenheid geven tot sportbeoefening, zodat 6% BTW mocht worden berekend. De Hoge Raad heeft 15 juni 2018 (ECLI:NL:HR:2018:912) geoordeeld dat de verhuur van ligplaatsen voor boten in een jachthaven niet gelijk is aan het gelegenheid geven tot sportbeoefening. De ligplaatsen en de voorzieningen in de jachthaven zijn niet bestemd voor of nodig voor de daadwerkelijke sportbeoefening met boten. In de zaak die voor de Hoge Raad kwam ging het om een exploitant van een jachthaven die ligplaatsen ter beschikking stelde voor zeilschepen en snelle motorboten. De jachthaven beschikte over diverse voorzieningen waarvan de huurders van de ligplaatsen gebruik konden maken, zoals toiletten, douches, afvaldepots, laadpunten voor elektra, watertappunten en voorzieningen voor onderhoud en reparatie. De Hoge Raad sluit zich bij het eerdere oordeel van het Hof aan dat de verhuur van ligplaatsen voor boten niet kan worden beschouwd als het recht gebruik te maken van een sportaccommodatie. Er is ook geen sprake van het gelegenheid geven tot sportbeoefening, omdat de watersport niet plaatsvindt in de jachthaven maar in open water.
Conclusie
Voor watersportverenigingen is het in dit artikel genoemde arrest van de Hoge Raad een belangrijke uitspraak. Hoewel de uitkomst nadelig is voor watersportverenigingen omdat zij 21% BTW moeten berekenen over de verhuur van ligplaatsen, schept het wel duidelijkheid. Het faciliteren van passief verblijf van boten in een jachthaven is in ieder geval geen gelegenheid geven tot sportbeoefening.