Achtergrond art. 124 lid 1 onder k Douanewetboek van de Unie
Wanneer goederen de EU worden binnengebracht moeten daarover in principe douanerechten worden betaald. Wanneer goederen echter na binnenkomst onder een bijzondere regeling worden geplaatst, bijvoorbeeld douanevervoer, opslag in een douane-entrepot of actieve veredeling, kunnen douanerechten achterwege blijven, dan wel worden uitgesteld. De goederen blijven dan onder douanetoezicht. In de praktijk komt het geregeld voor dat verplichtingen die zijn verbonden aan het douanetoezicht niet in acht worden genomen. Als gevolg daarvan ontstaat dan een douaneschuld op de voet van artikel 79, lid 1, Douanewetboek van de Unie (DWU) wegens niet-naleving van verplichtingen. Indien de goederen echter de EU alweer hebben verlaten en niet in de EU zijn gebruikt of verbruikt, dan worden douanerechten geheven over goederen die niet op de vrije markt zijn gekomen. Materieel gezien zouden op dergelijke goederen geen douanerechten moeten rusten, terwijl op formele gronden dus toch een douaneschuld ontstaat.
In het DWU, dat het CDW verving en op 1 mei 2016 in werking trad, is voorzien in een herstelmogelijkheid van die formele schuld. In artikel 124, lid 1, onder k is een algemene bepaling opgenomen die het mogelijk maakt dat een douaneschuld wegens niet-naleving van verplichtingen weer tenietgaat. Daarvoor moet men tegenover de douaneautoriteiten aantonen dat de goederen niet in de EU zijn gebruikt of verbruikt en het douanegebied van de Unie hebben verlaten. Omdat deze bepaling niet voorkwam in het CDW is over deze bepaling nog geen HvJ-jurisprudentie en heeft Zweden op dit punt dus een primeur.
Wat speelt er in de Zweedse zaak?
In de zaak die door de Zweedse rechter aan het Hof van Justitie EU is voorgelegd, heeft de belanghebbende op 23 november 2017 goederen onder de regeling actieve veredeling gebracht en deze vervolgens op 11 december 2017 uitgevoerd. Vervolgens moest de belanghebbende, als voorwaarde voor de correcte beëindiging van de regeling actieve veredeling, binnen een daarvoor vastgestelde termijn een zogenoemde aanzuiveringsafrekening insturen naar de douane. De belanghebbende had deze aanzuiveringsafrekening echter te laat ingestuurd. Er ontstond derhalve een douaneschuld, omdat niet alle verplichtingen in acht waren genomen. Wel stond vast dat de goederen reeds waren uitgevoerd. De belanghebbende is in deze procedure van mening dat de goederen niet gebruikt zijn in de zin van artikel 124 lid 1, onder k DWU en dat de douaneschuld – nu de goederen zijn uitgevoerd – is tenietgegaan. Wij zijn het met deze visie eens.
Wat is gebruiken in de zin van art. 124 DWU?
De vraag is derhalve wat onder gebruiken in de zin van voornoemde bepaling van artikel 124 DWU moet worden verstaan. Dient daaronder ook te worden begrepen het enkele bewerken van goederen onder actieve veredeling? Bij de beantwoording van deze vraag is vooral van belang welk gebruik in deze bepaling wordt beoogd.
Het gaat naar onze mening om ‘gewoon’ gebruik, dat wil zeggen gebruik overeenkomstig de aard van het product c.q. overeenkomstig het gebruiksdoel van het product. Zodra deze na het op onregelmatige wijze binnenbrengen zijn gebruikt overeenkomstig hun gebruiksdoel doet wederuitvoer de douaneschuld niet tenietgaan.
Onze visie is dan ook dat het enkele bewerken van goederen onder actieve veredeling geen ‘gebruiken’ is in de zin van artikel 124, DWU. De regeling actieve veredeling is immers juist bedoeld zodat niet-EU-goederen in het douanegebied van de EU bewerkt of verwerkt kunnen worden zonder dat invoerrechten moeten worden betaald. Zouden dergelijke bewerkingen als gebruik worden aangemerkt in de zin van artikel 124, 1, k DWU, dan zou dat wat ons betreft afbreuk doen aan zowel de regeling actieve veredeling, als aan het doel van artikel 124 DWU. Het doel van artikel 124, DWU is immers het niet-handhaven van de douaneschuld na de uitvoer van het niet naar zijn gebruiksdoel aangewend product.
Gebruik speelt bij actieve veredeling naar onze mening dus geen rol. Artikel 124 lid 1 onder k DWU zou in de Zweedse zaak derhalve van toepassing moeten zijn. Uiteraard wachten wij de beslissing van het Hof van Justitie met belangstelling af.
Onze ervaringen
Wij procederen veel, ook op douanegebied. Hoewel artikel 124 lid 1 onder k DWU nog in de kinderschoenen staat, hebben wij met de uitleg van dit artikel ook al de nodige (positieve) ervaringen opgedaan. Wilt u meer weten? Neem dan gerust contact met mij op.