De douane in Nederland maakt al jarenlang jacht op plezierjachten door te controleren of het jacht wel hier, of elders, in de btw is betrokken. Een speciaal team van de douane houdt zich hiermee bezig. Waarom specifiek deze btw-jacht op jachten?
In het verleden werd nog wel eens gebruik gemaakt van een constructie in het buitenland, waardoor geen of nauwelijks btw werd voldaan. Wij merken dat de douane in deze jacht – bestrijding van constructies daargelaten – regelmatig te ver gaat. Soms gaat het om pleziervaartuigen die al tientallen jaren oud zijn en regelmatig van eigenaar zijn gewisseld. Probeer dan maar eens het bewijs te leveren dat er ooit btw is betaald. Mag van de douane dan niet worden verlangd dat zij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur respecteren?
Central European Distribution Warehouses are booming with upcoming Brexit
There are numerous central distribution warehouses of Non-EU based producers in the Netherlands. And with the upcoming Brexit we see a boom of recently arrived ones. A large number of these companies are located in the Amsterdam area because of the good accessibility of this area by air (Schiphol), but also by sea (ports of Rotterdam and Amsterdam). The Dutch government always promoted and welcomed Non-EU distribution centers as they like to see the Netherlands as the most important entry point into the European Union (EU). Another important factor to move to the Netherlands is that Dutch customs have traditionally had a cooperative attitude towards business.
Voorkom dubbele btw-heffing bij invoer plezierjacht
De Nederlandse douane besteedt al geruime tijd aandacht aan plezierjachten waarvoor bij de aanschaf geen of niet volledig btw is voldaan. De eigenaar/gebruiker van een jacht die bij terugkeer in Nederland door de douane wordt gecontroleerd zal om bewijs worden gevraagd dat het jacht in het verleden in de btw-heffing is betrokken. Het overhandigen van een eerder door de douane afgegeven zogeheten ‘btw-verklaring voor een pleziervaartuig’, wordt in ieder geval als voldoende bewijs aanvaard.
Hoe data-analyse van uw douane-aangiften leidt tot verbeterslag
Taxsample heeft een no-nonsense analysetool tool ontwikkeld waarmee de GPA (Geautomatiseerde periodieke aangifte) op een efficiënte wijze kan worden gecontroleerd.
Naheffing accijns bij vergunninghouder accijnsgoederenplaats ondanks goede trouw, aldus de Hoge Raad
Accijns is een indirecte belasting die de lidstaten van de EU op geharmoniseerde grondslag heffen over zogenoemde accijnsgoederen. De belangrijkste accijnsgoederen zijn alcoholhoudende dranken, minerale oliën en tabaksproducten. Uitgangspunt is dat de accijns wordt verschuldigd ter zake van de uitslag tot verbruik van accijnsgoederen uit een zogenoemde accijnsgoederenplaats. Heffing vindt dan plaats bij de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats (AGP). Uit een in november 2019 gewezen arrest van de Hoge Raad blijkt dat dit ook het geval is als de vergunninghouder in opdracht van een derde een verzoek om teruggaaf indient en niet wist of hoefde te weten dat over de goederen nog geen accijns was voldaan.
Hof van Justitie geeft uitleg over achteraf wijzigen van douaneaangifte
Een wezenlijk verschil met de rest van de fiscaliteit is dat de heffing van douanerechten vooral wordt bepaald door EU-wetgeving. Bij een conflict tussen de belastingplichtige en de douaneautoriteiten gaat het dus vaak om de uitleg van Europese wetgeving. Reden voor nationale rechters om met regelmaat prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie in Luxemburg te stellen over de uitleg van Europese douanebepalingen. Zo gaf het Hof op 10 juli 2019 antwoord op de vraag of een aangever op grond van art. 78 Communautair Douanewetboek een eerdere in de douaneaangifte aangegeven douanewaarde kan wijzigen door te kiezen voor een lagere verkoopprijs.
Wanneer zijn goederen ‘niet gebruikt’ volgens Hof van Justitie?
In de praktijk komt het geregeld voor dat verplichtingen voor goederen die onder douanetoezicht de EU zijn binnengebracht niet worden nageleefd. Als gevolg daarvan zijn dan alsnog douanerechten verschuldigd over die goederen. Sinds drie jaar is het volgens het Douanewetboek van de Unie mogelijk dat die schuld tenietgaat als wordt aangetoond dat goederen niet zijn gebruikt of verbruikt en de goederen bovendien de EU hebben verlaten. De Zweedse rechter heeft het HvJ EU gevraagd wat onder gebruikt moet worden verstaan. Voor de praktijk een belangrijke kwestie, nu daarmee meer duidelijkheid komt over de mogelijkheid voor het tenietgaan van een douaneschuld die in feite onrechtvaardig was. Op basis van onze ervaring, lopen wij graag vooruit op de beslissing van het Hof.
Bij ‘no deal’ Brexit ontstaan verstrekkende douanegevolgen
De Brexit is uitgesteld tot 31 oktober aanstaande. De kans dat het Verenigd Koninkrijk (VK), onder leiding van Boris Johnson, nog vóór die tijd een uittredingsakkoord met de EU bereikt, lijkt met de dag kleiner te worden. De recente ontmoeting tussen Boris Johnson en de Europese Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker heeft dat nog eens benadrukt en laat zien dat Boris Johnson op zeer korte termijn met concrete voorstellen moet komen om de impasse te doorbreken. De onderhandelingsgesprekken tussen het VK en de EU zijn inmiddels geïntensiveerd. De volgende EU-top staat gepland op 17 oktober 2019. Dus vóór die datum proberen de onderhandelaars een compromis te bereiken.
Mooie auto, nieuw?
Als trotse eigenaar zegt u waarschijnlijk graag volmondig ‘ja’ in antwoord op deze vraag. Zou u dit antwoord ook nog zo graag geven als ik u vertel dat het u een paar duizend euro kan kosten?
Forse navorderingsaanslagen Douanerechten bij importeur wegens valse oorsprongcertificaten terecht, aldus Rechtbank
Via onze haven in Rotterdam en luchthaven Schiphol komen aanzienlijke hoeveelheden goederen ons land binnen. Keerzijde van deze omvangrijke goederenstromen is dat fraude – in de vorm van ontduiking van douanerechten – op de loer ligt. De importeur die niets vermoedend invoeraangiften doet en daarbij vertrouwt op de gegevens van zijn leverancier, draait dan op voor de gevolgen. Hij wordt geruime tijd na de invoer alsnog met een forse navordering van douanerechten geconfronteerd. Maar daar blijft het vaak niet bij. Ook bestaat het risico op strafrechtelijke vervolging.