BTW-aangifte: per kwartaal of per maand
BTW-ondernemers mogen kiezen of zij per maand of per kwartaal BTW-aangifte doen. De kwartaalaangifte heeft voordelen ten opzicht van een maandaangifte. Door kwartaalaangifte te doen worden de administratieve lasten verminderd. De BTW-ondernemer hoeft dan jaarlijks maar 4 in plaats van 12 BTW-aangiftes in te dienen.
Wat moet waar op de BTW aangifte?
In de praktijk komt het regelmatig voor dat bedragen in de BTW-aangifte bij een verkeerde vraag in de BTW aangifte worden vermeld. Wij hebben een overzicht beschikbaar ”Wat komt waar op de BTW-aangifte” waarin snel af te lezen is voor welke situatie een vraag op de BTW-aangifte van toepassing is waardoor fouten voorkomen worden.
BTW en BUA
Zijn er in 2020 verstrekkingen gedaan aan relaties en personeel? Let dan op toepassing van de BUA. Wanneer de verstrekkingen per persoon een waarde van meer dan € 227, dan moet de BTW die hierop in aftrek is gebracht worden gecorrigeerd. Houdt in de administratie altijd een berekening voor de BUA bij. Het ter beschikking stellen van business seats in een stadion aan personeel dient in beginsel privédoeleinden van personeel zodat de ter beschikking stelling meetelt voor het BUA. Op basis van een arrest van de Hoge Raad blijkt dat er gevallen kunnen zijn waarin een werkgever het personeel dergelijke evenementen laat bijwonen omdat het bedrijfsbelang dit vereist. De ondernemer moet aannemelijk kunnen maken dat met de verstrekking van de business seats een zakelijk doel wordt nagestreefd, dan komt de BTW op de business seats voor aftrek in aanmerking en hoeft geen BUA-correctie te worden gemaakt.
BUA en fiets van de zaak
Voor de inkomsten-en loonbelasting is in 2020 een bijtelling bij het inkomen van 7% van de consumentenadviesprijs geïntroduceerd. Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de BTW. Voor de BTW geldt dat wanneer de verstrekte fiets wordt gebruikt voor woon-werkverkeer, de BTW onder voorwaarden volledig in aftrek kan worden gebracht en geen correctie plaatsvindt. Onder de volgende voorwaarde kan de BTW in aftrek wordt gebracht en hoeft geen correctie te worden gemaakt:
• De fiets is verstrekt voor woon-werkverkeer;
• In het lopende kalenderjaar en de twee voorgaande jaren is geen fiets gekocht voor de werknemer;
• Er wordt voor maximaal 50% van de reisdagen een andere vergoeding voor woon-werkverkeer aan werknemer verstrekt.
Als aan de voorwaarden is voldaan, is de maximale BTW-aftrek € 130 BTW (dit is een fiets ter waarde van € 749). Betaalt de werknemer een eigen bijdrage dan moet de eigen bijdrage van de prijs van de fiets worden afgetrokken. Over de eigen bijdrage draagt de werkgever BTW af.
Pas op met BTW nihil-aangifte
Het indienen van een BTW nihil-aangifte terwijl het niet zeker is dat geen BTW verschuldigd is, leidt tot een strafbaar feit indien later blijkt dat wel BTW verschuldigd is. Voorkom daarom dat voorlopige nihil-aangiften ingediend worden.
Nieuwe kleine ondernemersregeling (OVOB)
BTW Ondernemers die in 2021 gebruik willen maken van de nieuwe kleine ondernemersregeling moeten dit uiterlijk vier weken voor de start van het nieuwe tijdvak bij de Belastingdienst verzoeken. Gebruik daarvoor het aanmeldformulier op de website van de Belastingdienst. Voorwaarde is dat de ondernemer per jaar een omzet heeft van niet meer dan € 20.000 exclusief BTW. De keuze voor de nieuwe kleine ondernemersregeling geldt voor drie jaren, en pas na drie jaar kan de ondernemer weer in de reguliere BTW-heffing worden betrokken. Deelname aan de nieuwe kleine ondernemersregeling BTW heeft tot gevolg dat de ondernemer vrijgesteld is van BTW, zodat hij geen BTW op zijn facturen mag vermelden en geen BTW-aangifte hoeft te doen. Nadeel is dat de BTW ondernemer geen BTW in aftrek kan brengen, zodat het nadelig kan zijn om voor de nieuwe kleine ondernemersregeling te kiezen als de komende drie jaar en worden verwacht. Bovendien geldt een herzieningsmoment op het moment dat de ondernemer kiest voor de nieuwe kleine ondernemersregeling BTW.
BTW en oninbare debiteuren
BTW op verkoopfacturen die een jaar na het opeisbaar worden nog open staan kan worden teruggevraagd in de BTW-aangifte. De BTW kan via BTW-aangifte van de ondernemer worden teruggevraagd door het BTW-bedrag aan te geven bij vraag 1a of 1b van de BTW-aangifte als negatief BTW-bedrag. Check bij iedere BTW-aangifte of er oninbare debiteuren zijn waarvan de BTW teruggevraagd mag worden. Als de ondernemer met de afnemer afspreekt dat hij zijn schuld in meerdere termijnen mag voldoen of omzetten in een lening, dan verspeelt de ondernemer het recht op teruggave van BTW. Door die omzetting wordt de koopschuld geacht te zijn betaald. Vorderingen zijn niet als oninbaar aan te merken als:
• Het faillissement van de afnemer niet helemaal is afgewikkeld;
• De afnemer niet reageert op betaalverzoeken, maar de vordering niet de moeite waard is om uit handen te geven;
• De afnemer niet betaalt omdat hij niet akkoord is met de factuur er nog geen oplossing gevonden is;
• De afnemer niet vindbaar is;
• De vordering uit handen is gegeven maar de procedure nog niet is afgewikkeld.
BTW en margeregeling
Een wederverkoper van margegoederen en een reisbureau (inclusief de touroperator) die de winstmarge op basis van globalisatie per tijdvak vaststelt moet na afloop van het kalenderjaar 2020 de winstmarges van alle aangiftetijdvakken salderen en het jaarsaldo (de jaarwinstmarge) vaststellen. Hieruit kan blijken dat minder BTW verschuldigd is dan de wederverkoper/het reisbureau in 2020 op aangifte heeft voldaan. De wederverkoper/het reisbureau kan de te veel afgedragen BTW door middel van een schriftelijk verzoek terugvragen in het eerste aangiftetijdvak na afloop van 2020. Bij een negatieve jaarwinstmarge moet de inspecteur verzocht worden om de jaarwinstmarge op het negatieve bedrag vast te stellen. Deze negatieve jaarwinstmarge mag vervolgens verrekend worden met de positieve jaarwinstmarge van 2021.
Pro rata BTW
Wanneer een BTW-ondernemer zowel vrijgestelde prestaties als BTW-belaste prestaties verricht dan moet er een omzetverhouding worden vastgesteld. Voor het deel belaste prestaties is recht op aftrek van BTW. Aan de start van het jaar dient dit te worden vastgesteld op basis van inschatting. Hierbij kan de verhouding worden gehanteerd die gebaseerd is op het pro rata percentage van het voorafgaande jaar. Op het einde van het jaar wordt het pro rata percentage opnieuw berekend. Als dit percentage afwijkt van het bij aanvang gehanteerde percentage dan moet alsnog een correctie plaatsvinden naar het nieuwe percentage. Het uiteindelijk percentage kan men gebruiken als startpercentage voor het volgende jaar mits de verhoudingen in het nieuwe jaar naar verwachting gelijk blijven. Ook de coronacrisis kan gevolgen voor het pro rata hebben, bijvoorbeeld omdat horeca in een zorginstelling gesloten is. Omdat er geen horeca-inkomsten zijn, kan het pro rata lager uitvallen. Houd hier rekening mee.
De Belastingdienst publiceert ieder jaar normbedragen voor het privégedeelte van de kosten van energie en water en van het eigen gebruik van agrarische producten. Voor het privégebruik van energie en water en gebruik van agrarische producten moet in de laatste BTW-aangifte over 2020 een BTW-correctie worden gemaakt. In de landbouwnormen aangegeven welke prijs (exclusief BTW) per product gehanteerd moet worden en waarover de BTW-correctie moet worden berekend.
Pas voor het privé gebruik van oudere auto’s het lagere BTW-forfait toe
Voor het privégebruik van een auto van de zaak is BTW verschuldigd. Bij het ontbreken van een kilometeradministratie en bij het ontbreken van een zakelijke vergoeding wordt de verschuldigde BTW forfaitair gesteld op 2,7% van de cataloguswaarde van de auto (inclusief btw en BPM). Indien bij de aanschaf van de auto geen BTW in aftrek is gebracht – bijvoorbeeld omdat hij die auto onder de margeregeling heeft gekocht of die vanuit zijn privévermogen in de onderneming heeft ingebracht – geldt een forfaitaire bijtelling van 1,5%. Het forfait van 1,5% is ook van toepassing op auto’s die de ondernemer of werkgever nog in gebruik heeft na afloop van het vierde jaar, volgend op het jaar waarin hij de auto is gaan gebruiken.
Opmerking! Let op dat de BTW correctie vanwege het privégebruik auto als kosten worden genomen.
Weg doen oude BTW-administratie
De ondernemer moet boeken, bescheiden en andere gegevensdragers normaal gesproken minimaal zeven jaar bewaren. Dit geldt onder andere voor het grootboek, de facturen van debiteuren en crediteuren, voorraadgegevens, in- en verkoopadministratie. De gegevens met betrekking tot onroerende zaken moeten gedurende negen jaren na het jaar van ingebruikneming bewaard worden. Voor de bewaarplicht maakt het niet uit of het papieren of elektronische gegevensdragers zijn. In beginsel geldt een bewaarplicht van zeven jaar. Wanneer het gaat om onroerende zaken geldt een bewaartermijn van tien jaar. De administratie voor oudere jaren kan vernietigd worden. Dit is anders indien over deze jaren nog een bezwaar- of beroepsprocedure over de BTW loopt.