Oude voucherregeling BTW tot 1 januari 2019
Cadeaubonnen, boekenbonnen, bioscoopbonnen en dinerbonnen zijn aan te merken als vouchers. Tot 1 januari 2019 is de ondernemer bij de verkoop van vouchers BTW verschuldigd op het moment dat de voucher door de gebruiker wordt aangewend voor de aankoop van een product of dienst.
Aanpassing voucherregeling BTW per 1 januari 2019
De nieuwe wettelijke regeling maakt voor het moment van het verschuldigd worden van BTW onderscheid tussen vouchers voor enkelvoudig gebruik en vouchers voor meervoudig gebruik.
Vouchers voor enkelvoudig gebruik
Is op het moment van verkoop van de voucher duidelijk welke soort goederen of welke dienst met de voucher aangeschaft wordt, dan is sprake van een voucher voor enkelvoudig gebruik. De BTW is verschuldigd op het moment dat de voucher voor enkelvoudig gebruik verkocht wordt. De verschuldigde BTW wordt als volgt berekend:
• 21/121 x verkoopprijs voucher, of
• 9/109 x verkoopprijs voucher
Vouchers voor meervoudig gebruik
Als op het moment van de verkoop van de voucher niet duidelijk is welk goed of welke dienst met de voucher wordt aangeschaft dan is de BTW pas verschuldigd op het moment dat de voucher wordt besteed voor de aanschaf van een goed of dienst. Op dat moment is vast te stellen of met de voucher een goed of dienst dat belast is met het verlaagde BTW-tarief wordt aangeschaft, of dat een goed of dienst wordt aangeschaft dat valt onder het hoge BTW-tarief.
Voorbeeld 1
Een groenteman verkoopt cadeaubonnen waarmee zowel groenten als een messenset gekocht kan worden. Op het moment van verkoop van de voucher is niet bekend of groenten (9% BTW) of messen (21% BTW) gekocht zal worden, zodat de voucher voor meervoudig gebruik is. BTW is verschuldigd op het moment van besteding van de voucher. Als een cadeaubon van € 20 besteed wordt voor € 5 aan groenten en € 15 aan messen, dan is op het moment van besteding van de cadeaubon vanaf 1 januari 2019 aan BTW verschuldigd:
21/121 x € 15 = € 2,60
9/109 x € 5 = € 0,41+
Totaal BTW = € 3,01
Administratieve verwerking
Bij vouchers voor enkelvoudig gebruik wordt de BTW verschuldigd op het moment van uitgifte van de voucher, terwijl op dat moment de uiteindelijke levering of dienst nog niet is verricht.
Waardebonnen en zegels
Bij de verstrekking van gratis waardebonnen of zegels gelden aparte regels. Deze zijn opgenomen in het Besluit van 14 december 2018.
Waardebonnen inwisselbaar met bijbetaling
Als de waardebonnen alleen voor goederen of diensten kunnen worden ingewisseld met verplichte bijbetaling dan is de BTW-regeling voor vouchers niet van toepassing maar gelden aparte regels. Deze waardebonnen zijn kortingsbonnen. Bij de verstrekking van de waardebonnen is geen BTW verschuldigd. Pas bij de inwisseling van de waardebonnen tegen goederen en diensten is BTW verschuldigd. De BTW wordt berekend over de vergoeding die bestaat uit het bedrag dat wordt bijbetaald en het bedrag dat is betaald voor de aanschaf van de waardebonnen.
Waardebonnen inwisselbaar zonder bijbetaling
Waardebonnen en zegels die alleen zonder bijbetaling kunnen worden ingewisseld voor goederen en diensten vallen wel onder de nieuwe BTW-regeling voor vouchers. Dat betekent dat op het moment van uitgifte BTW verschuldigd is als op dat moment bekend is welke goederen of diensten aangeschaft kunnen worden zodat het BTW-tarief bepaald kan worden. Kunnen zowel goederen en diensten belast met het verlaagd BTW-tarief als goederen en diensten belast met het hoge BTW-tarief worden aangeschaft, dan is de waardebon pas belast bij inwisseling tegen de goederen en diensten.
Voorbeeld 2
Op de achterkant van de kassabon van een supermarkt staan (gratis) waardebonnen afgedrukt. Deze waardebonnen kunnen door de klant worden uitgeknipt en worden geplakt op een spaarkaart. Een volle spaarkaart bestaat uit tien waardebonnen en kan worden ingewisseld voor een krat bier, onder de voorwaarde dat € 10 wordt bijbetaald. De vergoeding voor de levering van het krat bier tegen inwisseling van de volle spaarkaart is in dit voorbeeld dus € 8,26. De verschuldigde BTW (in dit geval 21%) over dit bedrag is € 1,74.
Voorbeeld 3
In dezelfde supermarkt kan de klant ook bij elke € 10 aankopen een zegel kopen voor € 1. Vijf van deze zegels op een spaarkaart kunnen worden ingewisseld voor een bordspel, onder de voorwaarde dat € 10 wordt bijbetaald. Een klant die voor € 50 aankopen doet en besluit vijf waardebonnen te kopen, betaalt dus in totaal € 55. De verschuldigde belasting (in dit geval 6%) voor de aankopen wordt echter berekend over € 47,17 en bedraagt € 2,83. De € 5 betaald voor de vijf waardebonnen blijft hier voor de BTW dus buiten beschouwing. Bij inwisseling van de spaarkaart heeft de klant in totaal € 15 betaald voor een bordspel: € 5 voor de waardebonnen en € 10 bijbetaling. De vergoeding voor de levering van dit goed tegen inwisseling van de volle spaarkaart is in dit voorbeeld dus € 12,40. De verschuldigde BTW (21%) over dit bedrag is € 2,60. De € 5 betaald voor de vijf waardebonnen wordt hier dus in de BTW-heffing betrokken.
Conclusie
Vanaf 1 januari 2019 moet onderscheid worden gemaakt tussen vouchers voor enkelvoudig gebruik en vouchers voor meervoudig gebruik is. Van welke soort voucher sprake is moet blijken uit de administratie van de ondernemer. Een ondernemer kan voordeel halen door het moment van BTW-heffing uit te stellen en vouchers voor meervoudig gebruik te verkopen. Bij de verkoop van vouchers moet onderscheid worden gemaakt tussen waardebonnen die inwisselbaar zijn met bijbetaling en waardebonnen die inwisselbaar zijn zonder bijbetaling. Let dus op de juiste administratieve verwerking bij de verkoop en het innemen van vouchers en waardebonnen.