Diensten aan landbouwers nu belast met 21% btw
Per 1 januari 2018 is de landbouwregeling in de btw afgeschaft. Dit betekent dat alle landbouwers, veehouders en bosbouwers btw-plichtig zijn geworden. Tegelijkertijd is ook post b-13 van Tabel I bij de Wet op de Omzetbelasting 1968 komen te vervallen. In deze post van Tabel I waren de diensten aan landbouwers opgenomen die belast waren met 6% btw. Achterliggende gedachte om deze post te laten vervallen is dat nu de landbouwers allemaal op normale wijze in de heffing van btw zijn betrokken, het verlaagde tarief op diensten aan landbouwers niet meer nodig is. Landbouwers hebben immers allemaal recht op aftrek van voorbelasting met ingang van 2018. Hierdoor vormt de btw die de loonwerker in rekening brengt geen kostenpost meer voor de landbouwer.
Tot 1 januari 2018 kon op grond van post b-13 van Tabel I het lage tarief worden toegepast op de diensten van agrarische loonbedrijven, fokinstellingen, accountantskantoren en op het drogen, bewaren, koelen en verpakken etc. van goederen, voor zover deze diensten werden verricht aan landbouwers. Alle diensten verricht door de hiervoor genoemde ondernemers aan landbouwers zijn nu belast met 21%.
Vervaardigen bepaalde roerende zaken wel belast met laag btw-tarief
Naast post b-13 kent Tabel I nog een categorie prestaties die van belang is voor de agrarische sector. In post b-16 van Tabel I is bepaald dat de oplevering van roerende zaken genoemd in Tabel I onderdeel a, door degene die deze goederen heeft vervaardigd belast is met 6% btw (9% met ingang van 2019). Deze Tabelpost is dus niet ingetrokken!
Het in opdracht van derden opfokken van dieren of opkweken van planten, groenten e.d. werd vroeger aangemerkt als de levering van roerende zaken. De (op)levering van deze goederen was daardoor belast met 6% als die goederen waren opgenomen in onderdeel a. van Tabel I. Het Hof van Justitie heeft in 2004 echter bepaald dat het opfokken van dieren en opkweken van planten niet kan worden gezien als de oplevering van een nieuw goed, maar dat sprake is van een dienst door de opfokker jegens de eigenaar van de goederen. Het gevolg hiervan is dat het opfokken of opkweken voor derden wordt aangemerkt als een dienst die niet onder het lage btw-tarief valt. Dit was ongewenst en daarom is een voorstel voor een wetswijziging ingediend om het lage btw-tarief toe te passen op het opfokken van de in post a-4 bedoelde dieren alsmede het opkweken van de in de posten a-1 t/m a-3 en a-48 bedoelde goederen. Dit wijzigingsvoorstel ligt al jaren ter behandeling bij het parlement. Vooruitlopend op die wetswijziging is in 2004 goedgekeurd dat de bedoelde prestaties voorlopig belast zijn met het lage btw-tarief (9% met ingang van 2019).
Conclusie
Het opfokken van kalveren, varkens of andere dieren en het opkweken van planten, groenten en gewassen in opdracht van derden is daarom nog steeds belast met het lage btw-tarief. De goedkeuring die is opgenomen bij post b-16 van Tabel I is niet ingetrokken en dus nog steeds geldig, ook voor 2019 als het btw-tarief is verhoogd naar 9%.
Als u vragen heeft over dit onderwerp, neem dan vrijblijvend contact met mij op.