Mijn principiële bezwaren tegen de dividendbelasting
Mijn principiële argument is dat de Dividendbelasting de facto een additionele belasting is voor buitenlanders (niet-inwoners), die inwoners niet treft. Naar mijn mening is er geen rechtvaardiging te vinden voor deze belasting. Buitenlanders, die niet of veel minder gebruik (mogen) maken van de Nederlandse overheidsvoorzieningen, zouden eerder minder belasting moeten betalen dan binnenlanders.
Ook maakt dit de Dividendbelasting problematisch voor het EU recht. De Dividendbelasting hindert het vrij verkeer van kapitaal en de vrijheid van vestiging. Daarom verbiedt het EU recht in beginsel de Dividendbelasting. Omdat er een overgangsmaatregel is die toestaat dat alle op 31 december 1993 bestaande belemmeringen van het vrije kapitaalverkeer gehandhaafd mogen worden, is de Dividendbelasting niet qualitate qua in strijd met het EU recht. Maar de Dividendbelasting (en vergelijkbare buitenlandse belastingen) zijn wel geregeld onderwerp van procedures voor het EU Hof, bijvoorbeeld HvJ EU 17 september 2015, zaken C-10/14, C-14/14 en C-14/17.
Kortom, de Dividendbelasting is een niet gerechtvaardigde belasting die in beginsel ook strijdig is met het EU recht.
Extra argumenten voor afschaffing Dividendbelasting
Er zijn twee extra argumenten te noemen. Het eerste is het argument dat ook door de regering gebruikt wordt: het is het belang van de Nederlandse samenleving dat hoofdkantoren van grote multinationale ondernemingen hier gevestigd zijn. Om een aantrekkelijke locatie voor hoofdkantoren te blijven, is het zinvol om de Dividendbelasting af te schaffen, aldus de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel Wet Bronheffing 2020, pag. 4 t/m 7. Het tweede argument is dat belofte schuld maakt. De Nederlandse regering heeft de afschaffing van de Dividendbelasting beloofd aan Shell, Unilever en VNO-NCW. Het intrekken van deze belofte zou de geloofwaardigheid van de Nederlandse regering aantasten. Deze belofte intrekken, zou ons jarenlang kunnen achtervolgen bij het aantrekken van buitenlandse investeringen.
Kortom, afschaffing van de Dividendbelasting is nuttig voor het Nederlandse vestigingsklimaat.
Tegenargumenten?
Maar zijn er dan geen goede argumenten om de Dividendbelasting toch te handhaven? Nee, niet dat ik weet.
De oppositie heeft als belangrijkste tegenargument dat we het geld (zo’n 2 miljard euro per jaar) toch beter aan andere dingen kunnen besteden. Ik hoop dat men inziet dat dit geen valide argument is. Met dit argument kan je namelijk elke belasting verdedigen. Bijvoorbeeld een jaarlijkse belasting van 400 euro van alle kiezers die op een regeringspartij gestemd hebben. Dat levert ook ongeveer 2 miljard op die we aan de zorg en het onderwijs kunnen besteden. Of een belasting van 500 euro per jaar van alle pensioengerechtigden. Of een belasting van 2000 euro van alle Limburgers. Als u een opbrengst van 2 miljard op zichzelf een voldoende rechtvaardiging vindt van een specifieke belasting, dan zijn de drie hiervoor genoemde voorbeelden van een belasting in uw ogen dus gerechtvaardigd.
Ook wordt wel gezegd dat andere landen een vergelijkbare belasting heffen. Ook dat is natuurlijk GEEN sterk tegenargument. Als ik vroeger als kind zei dat andere kinderen ook het ook deden, zeiden mijn ouders ‘spring jij dan ook in de sloot als de anderen dat doen?’ Als anderen iets fouts doen, is dat EEN goede reden om zelf ook dat foute te doen? Hetzelfde geldt voor het tegenargument dat we toch al meer dan 100 jaar een dividendbelasting hebben. Dat we iets al lang doen wat niet rechtvaardig is, is geen argument om er dan maar mee door te gaan!
Dat de meerderheid van de bevolking tegen afschaffing is, is uiteindelijk ook geen steekhoudend argument. Zeker, in een democratie moet geluisterd worden naar de wil van het volk. Maar in een rechtsstaat met een representatieve democratie, is de wil van het volk geen ijzeren wet. Bescherming van de belangen van minderheden moet ook meegewogen worden in besluitvorming, evenals de noodzaak van ‘geven’ om een coalitie mogelijk te maken. Bedenk ook dat degene die de Dividendbelasting betalen meestal geen stemrecht hebben en dat de voorstanders van de Dividendbelasting deze niet betalen.
Ook het gegeven dat buitenlandse bedrijven en investeerders niet direct zouden warmlopen voor de afschaffing van de Dividendbelasting, vind ik geen goed tegenargument. Ten eerste, dat bijvoorbeeld AmCham dit laat weten, betekent nog niet dat alle buitenlandse bedrijven en investeerders het onbelangrijk vinden. Ten tweede, voor zover ik de opstelling van AmCham en andere vertegenwoordigers begrijp, hadden zij liever een verdere verlaging van de vennootschapsbelasting gewild. Buitenlandse bedrijven zouden daarvan meer profiteren. Dat zou zo kunnen zijn, en inderdaad is de afschaffing van de Dividendbelasting primair van de belang voor de (beursgenoteerde) Nederlandse multinationals en minder voor Nederlandse deelnemingen van buitenlandse multinationals. In die situaties was meestal al geen sprake van Dividendbelasting. Hun belang is dat deze belastingverlaging niet vooral de kleinere aandeelhouders in Nederlandse multinationals aangaat. Ook lijkt het dat zij de Dividendbelasting willen inzetten als wisselgeld om andere belastingmaatregelen, zoals voorgestelde anti-misbruikbepalingen, niet door te laten gaan. Die maatregelen zijn vooral voor Amerikaanse bedrijven ongunstig. Ik begrijp hun opstelling, maar ten principale is het geen goed argument om de Dividendbelasting niet af te schaffen; hoogstens betekent dit een afzwakking van de motivering van de Nederlandse regering.
Slot
Uiteraard begrijp ik de verontwaardiging van vele over de afschaffing van de Dividendbelasting. Ook ik zie liever 2 miljard extra de schatkist binnenkomen, die dan nuttig besteed kunnen worden. En ook ik erger mij aan de soap rondom de afschaffing zoals die is opgevoerd door de regering. Maar desondanks zie ik geen rechtvaardiging voor de Dividendbelasting en ben ik toch een voorstander van de afschaffing daarvan.