De Hoge Raad heeft op 8 april (Hoge Raad 8 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:526) nog maar eens benadrukt dat in het geval van fiscale boetes artikel 6 EVRM van toepassing is. De fiscus dient overtuigend aan te tonen dat de belastingplichtige wist van het vergrijp. De Hoge Raad doet in zijn uitspraak nadrukkelijk afstand van de termen ‘aannemelijk maken’ en ‘zich ervan bewust moeten zijn’. Met deze termen namen rechters en de Belastingdienst tot op heden vaak genoegen voor een fiscale boete. De Hoge Raad onderstreept dat in het geval van opzet, de belastingplichtige het voordeel van die twijfel moet worden gegund. De boete moet dan worden vernietigd.
Voor de praktijk
Dit arrest zorgt er naar mijn mening voor dat de inspecteur aan de bak moet. Hij zal (meer) bewijs moeten verzamelen dat overtuigend is. Het is mijn ervaring dat dergelijke informatie doorgaans niet in het dossier zit. Het is dus cruciaal om in het geval van een fiscale boete het boetedossier bij de inspecteur op te vragen en hier kritisch naar te kijken.
Is aan uw cliënt een fiscale boete opgelegd, neemt u dan gerust contact mij op.