Het Arrest van de Hoge Raad is van 18 februari 2022, ECLI:NL:HR:2022:269. Daarin speelde het volgende.
Feiten
Het ziekenhuis heeft 51% van de aandelen in een schoonmaak-bv. De overige aandelen zijn eigendom van een externe ondernemer (schoonmaakbedrijf). De activiteiten van de schoonmaak-bv bestaan (vrijwel) uitsluitend uit het schoonmaken binnen het ziekenhuis. De schoonmaak-bv wordt bestuurd door een werknemer van het ziekenhuis (manager facilitair bedrijf). Voor bepaalde bestuursbesluiten is goedkeuring vanuit beide aandeelhouders benodigd. In de aandeelhoudersovereenkomst is opgenomen dat bij een overbrugbaar verschil van inzicht tussen de aandeelhouders een traject van mediation wordt opgezet om te proberen het geschil op te lossen.
Uitspraak Gerechtshof mei 2019
Volgens het Gerechtshof Den Bosch (zie uitspraak van 24 mei 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1974) is pas sprake van organisatorische verwevenheid op het moment dat beide entiteiten worden geleid door één bestuur dan wel een als eenheid functionerend bestuur. Van dat laatste is volgens het Hof sprake als het bestuur van de ene entiteit ondergeschikt is aan het bestuur van de andere entiteit.
Van één bestuur is in casu geen sprake. Uit de samenstelling van het bestuur en de aandeelhoudersovereenkomst maakt het Hof op dat het bestuur van de schoonmaak-bv ook niet ondergeschikt is aan het bestuur van het ziekenhuis. Volgens het Hof kan het ziekenhuis namelijk op basis van de overeenkomsten niet eenzijdig haar wil doorzetten, zonder rekening te houden met de belangen van de andere aandeelhouder. Volgens het Hof kan dan van organisatorische verwevenheid geen sprake zijn en is er dus geen sprake van een fiscale eenheid btw.
Nuancering Hoge Raad februari 2022
De Hoge Raad geeft aan dat de organisatorische verwevenheid in samenhang met de andere verwevenheden (financiële en economische verwevenheid) moet worden beoordeeld. Voor ‘een gezamenlijke, althans als eenheid functionerende, leiding’ is niet vereist dat binnen de groep personen de gezamenlijke leiding bij één persoon berust. Een gezamenlijke leiding kan ook bestaan wanneer tussen de betrokken personen zodanig nauwe banden in bestuur en leiding bestaan dat zij samen het bestuur en de leiding voeren. Dat doet zich volgens de Hoge Raad in elk geval voor in een situatie waarin één van de entiteiten uitsluitend werkzaam is voor de andere entiteit (‘complementaire activiteit’) en beide entiteiten hebben afgesproken om de strategie en het commerciële en organisatorische beleid ter zake van de complementaire activiteit samen te bepalen. Daaraan hoeft niet in de weg te staan dat een derde daarin medezeggenschap heeft.
Aangezien de schoonmaak-bv in casu (vrijwel) uitsluitend aan het ziekenhuis presteerde, kan dat ertoe leiden dat het ziekenhuis een dermate grote strategische macht en zeggenschap heeft, dat alsnog sprake is van organisatorische verwevenheid.
De Hoge Raad verzoekt een ander Hof (i.c. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden) nader te onderzoeken of binnen de hiervoor geschetste kaders wordt voldaan aan de voorwaarde van organisatorische verwevenheid. De procedure krijgt dus nog een vervolg.
Vertrouwensbeginsel fiscale eenheid
Ook legt de Hoge Raad uit in hoeverre een organisatie vertrouwen kan ontlenen aan een beschikking fiscale eenheid btw. In het geval de Belastingdienst op verzoek een beschikking fiscale eenheid afgeeft, dan kan de organisatie daar alleen vertrouwen aan ontlenen op het moment dat alle relevante informatie daarvoor aan de Belastingdienst is verstrekt. Als niet alle relevante informatie is verstrekt of als na de aanvraag de situatie verandert, bijvoorbeeld bij een wijziging in bestuur of structuur, kan aan de beschikking geen vertrouwen meer worden ontleend. Het is dan voor de Belastingdienst mogelijk om de fiscale eenheid met terugwerkende kracht in te trekken en over het verleden alsnog btw te heffen.
Conclusie
De procedure van de fiscale eenheid tussen het ziekenhuis en de schoonmaak-bv wordt vervolgd. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden moet nader onderzoek doen of het ziekenhuis voldoende strategische macht en zeggenschap heeft in de schoonmaak-bv om te kunnen spreken van organisatorische verwevenheid.
Uit de uitspraak van de Hoge Raad maken wij op dat entiteiten eerder dan voorheen werd aangenomen, kunnen voldoen aan de voorwaarde van organisatorische verwevenheid. Dat is zeker het geval wanneer de ene entiteit (vrijwel) uitsluitend werkzaam is voor de andere entiteit. Daarbij moeten ook de banden van financiële, organisatorische en economische aard in onderlinge samenhang worden beoordeeld.
Organisaties kunnen niet zonder meer vertrouwen ontlenen aan een door de inspecteur afgegeven beschikking fiscale eenheid btw. Op het moment dat de structuur of het bestuur verandert, kan dat ook belangrijke gevolgen hebben voor de fiscale eenheid. Het is bij structuur- of bestuurswijzigingen van belang rekening te houden met de mogelijke gevolgen voor de fiscale eenheid btw.
Neem voor vragen of meer informatie gerust contact op met mij. Ik help u graag verder.