Wat maakt een holdingstructuur flexibel?
Voor ondernemingen die worden gedreven in de vorm van een besloten vennootschap (BV) wordt vaak in een holdingstructuur gemaakt. Een holdingstructuur bestaat uit verschillende BV’s die door aandelenbezit met elkaar verbonden zijn en waarbij iedere BV een specifieke functie vervult of bedrijfsactiviteiten uitoefent. Een holdingstructuur is flexibel omdat zowel de huidige bedrijfsuitoefening optimaal vorm kan worden gegeven als toekomstige gebeurtenissen zoals een (gedeeltelijke) verkoop of bedrijfopvolging soepel geregeld kunnen worden.
Hoe komt een holdingstructuur tot stand?
In de praktijk komt een holdingstructuur vaak tot stand nadat een onderneming voor de inkomstenbelasting wordt ingebracht in een BV. Vaak wordt dan direct een holdingstructuur gemaakt door de onderneming in te brengen in een holding-BV die direct een werk-BV opricht. De holding-BV brengt (een gedeelte van) de onderneming vervolgens in in de werk-BV door gebruik te maken van een bedrijfsfusie of binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Door gebruik te maken van deze fiscale faciliteiten is geen vennootschapsbelasting verschuldigd over de overdracht.
Alternatieve wijze opzetten holdingstructuur
Een alternatieve mogelijkheid om te komen tot een holdingstructuur is gebruik te maken van een aandelenruil. Als er bijvoorbeeld sprake is van een enkelvoudige BV-structuur kan de enig-aandeelhouder een nieuwe BV oprichten die alle aandelen verkrijgt in de werk-BV tegen uitreiking van aandelen in de holding-BV. Als gebruik wordt gemaakt van de fiscale faciliteit van de aandelenruil is (op verzoek) geen sprake van de heffing van aanmerkelijk-belangbelasting. Het alternatief van de aandelenruil kan bijvoorbeeld worden toegepast om een holding-BV te creëren boven een bestaande BV-structuur. Bij meerdere grootaandeelhouders kan deze figuur gecombineerd worden met een juridische splitsing om tot een structuur met persoonlijke holding-BV’s te komen.
Voordelen holdingstructuur
- Optimale bedrijfsuitoefening
Een flexibele holdingstructuur kan bijdragen tot een optimale bedrijfsuitoefening. De verschillende BV’s hebben vaak een specifieke functie (bijvoorbeeld management-BV) en ondernemingen met verschillende activiteiten kunnen deze onderbrengen in afzonderlijke werk-BV’s. De flexibele holdingstructuur is bovendien gemakkelijk uit te breiden of aan te passen bij veranderende activiteiten of omstandigheden.
- Management-BV
Een persoonlijke holding-BV dient vaak als management-BV. De management-BV is bestuurder van de werk-BV’s waarbij de werkzaamheden worden uitgevoerd door de directeur-grootaandeelhouder. Bij meerdere aandeelhouders heeft dit als voordeel dat de beloning kan worden afgestemd op de persoonlijke situatie. Beslissingen over salaris, pensioenregelingen, auto van de zaak en dividenduitkeringen worden genomen in de persoonlijke holding. De overige aandeelhouders hebben daarop geen invloed. Belangrijk aandachtspunt is de hoogte van de managementfee in relatie tot de zogenaamde gebruikelijk loonregeling. In sommige situaties is het aan te bevelen daarover vooraf afspraken te maken met de Belastingdienst.
- Beperking aansprakelijkheid
In geval van faillissement van werk-BV’s kan mogelijk een gedeelte van het vermogen van de overige BV’s in stand blijven. Beperking van aansprakelijkheid wordt daarom veel genoemd als voordeel van een flexibele holdingstructuur. In de praktijk blijkt echter dat in ’slecht weer’ situaties vaak beschikbaar vermogen wordt onttrokken aan een holding-BV om onrendabele bedrijfsactiviteiten te redden. Een kritische beoordeling van de bestaande bedrijfsactiviteiten is in deze situatie een eerste vereiste.
- Flexibiliteit verkoop en bedrijfsopvolging
De aandelen van de werk-BV’s kunnen worden verkocht zonder heffing van vennootschapsbelasting door toepassing van de deelnemingsvrijstelling. Daarbij wordt bij het bepalen van de koopsom doorgaans wel rekening gehouden met een belastinglatentie.
Bij situaties van bedrijfsopvolging kan vaak gebruik worden gemaakt van fiscale faciliteiten zoals aandelenruil, bedrijfsfusie en juridische fusie of -splitsing. Een bedrijfsopvolging bestaat mogelijk uit meerdere stappen die meerdere jaren beslaan. Een goede planning is daarbij zeer belangrijk. Tevens kan in situaties van bedrijfsopvolging vaak gebruik worden gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling in de erf- en schenkbelasting. Bij herstructureringen moet ook rekening worden gehouden met overdrachtsbelasting. Daarvoor zijn ook verschillende vrijstellingen beschikbaar. Die sluiten echter niet altijd even goed aan op de hiervoor genoemde faciliteiten uit de inkomsten- en vennootschapsbelasting. Daardoor kan maatwerk noodzakelijk zijn.
Holdingstructuur met tussenholding
Een veel voorkomende holdingstructuur is een structuur met een tussenholding waarin de onroerende zaken en/of vaste activa worden ondergebracht terwijl in de werk-BV de exploitatie van de onderneming plaatsvindt. De onroerende zaken en vaste activa worden zo uit de risicosfeer gehaald. Bovendien bestaat bij een bedrijfsovername de keuze tussen een overdracht met onroerende zaken (overdracht van de tussenholding) danwel zonder onroerende zaken (overdracht van de werk-BV).
Deze structuur ontstaat vaak door inbreng van de onderneming in een holding-BV, gevolgd door inbreng in een tussenholding-BV en doorinbreng van de onderneming zonder onroerende zaken in een werk-BV. Daarbij wordt vaak gebruik gemaakt van de bedrijfsfusie en/of herstructurering binnen een fiscale eenheid.
Let op bij doorinbreng middels bedrijfsfusie
Mogelijk ontstaat een probleem bij de structuur met tussenholding-BV als een fiscale eenheid ongewenst is en de herstructurering plaatsvindt door twee achtereenvolgende bedrijfsfusies.
Deze situatie was aan de orde in HR 30 november 2012, nr. 11/00167. Het betrof een situatie waarbij een makelaardij inclusief bedrijfspand werd ingebracht in een holding-BV met toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit. Dezelfde dag heeft de holding-BV een werk-BV opgericht en daarin de onderneming exclusief bedrijfspand ingebracht met toepassing van de bedrijfsfusiefaciliteit. Beslist is dat de bedrijfsfusiefaciliteit niet van toepassing is op de inbreng in de holding-BV omdat de overgedragen activa (met uitzondering van het bedrijfspand) bestemd waren om onmiddellijk te worden overgedragen aan de werk-BV.
De Belastingdienst gaat daarom niet akkoord met een structuur, waarbij met doorinbreng activa met stille reserves worden ondergebracht in een aparte rechtspersoon. De bedrijfsfusiefaciliteit wordt in dat geval niet verleend tenzij het achterblijvende van de inbreng een onderneming vormt (MvF 12 augustus 2015, nr. BLKB 2015/520M, onderdeel 3.1). Het is dus aan te bevelen in voorkomende gevallen door de Belastingdienst bij voor bezwaar vatbare beschikking te laten verklaren dat sprake is van een gefacilieerde bedrijfsfusie.
Alternatieven voor bedrijfsfusie: de aandelenruil of juridische afsplitsing
Als de faciliteit van de bedrijfsfusie niet mogelijk is kan een aandelenruil uitkomst bieden. De onderneming wordt dan met onroerende zaken in gebracht in een tussenholding-BV. De oprichter richt ook een holding-BV op en ruilt de aandelen in de tussenholding-BV direct voor aandelen in de holding-BV (aandelenruil). De doorinbreng zonder onroerende zaken in een werk-BV kan vervolgens wel zonder problemen plaatsvinden met de bedrijfsfusiefaciliteit. Op deze wijze kan een holdingstructuur met tussenholding tot stand komen zonder dat sprake hoeft te zijn van een fiscale eenheid.
Het is ook mogelijk om onroerende zaken onder te brengen in een tussenholding-BV door gebruik te maken van een juridische afsplitsing. Daarbij hoeft het af te splitsen vermogen namelijk geen zelfstandig deel van een onderneming te vormen.
Nadeel van fiscale eenheid bij herstructurering
Als gebruik wordt gemaakt van de fiscale eenheid bij herstructurering is een nadeel dat vele sanctiebepalingen van toepassing kunnen zijn. Als bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van de fiscale eenheid bij de inbreng van onroerende zaken in een tussenholding-BV is een nadeel dat de sanctietermijn van artikel 15 ai van de Wet op vennootschapsbelasting 1969 zes jaren bedraagt. In de praktijk wordt daarom een herstructurering minder vaak uitgevoerd door gebruik te maken van de faciliteit van de fiscale eenheid. De herstructurering wordt dan uitgevoerd door (een combinatie van) de aandelen-, bedrijfs-, juridische fusie en/of juridische splitsing. Na de herstructurering wordt dan (desgewenst) een fiscale eenheid aangevraagd. Hierdoor kan confrontatie met de (vele) sanctiebepalingen van de faciliteit van de fiscale eenheid vaak worden beperkt.
Wilt u voor uw cliënten ook een flexibele holdingstructuur en sparren over de mogelijkheden? Dat kan! Neem daarvoor gerust contact met mij op.