• Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
Fiscaal Vanmorgen

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
Home » Dossiers » Wanneer is absoluut en relatief bezien een aanzienlijk belastingbedrag verzwegen?

Wanneer is absoluut en relatief bezien een aanzienlijk belastingbedrag verzwegen?

Formeel belastingrecht, Geschillen met de Belastingdienst
Hoge Raad geeft in uitspraak d.d. 17 augustus 2018 geen duidelijkheid over omkering en verzwaring bewijslast

In een fiscale procedure moeten de procespartijen de feiten naar voren brengen waaraan volgens hen bepaalde fiscale gevolgen zijn verbonden. Dit is de stelplicht. De hoofdregel is dat degene die iets stelt, die stelling vervolgens ook moet bewijzen. In tegenstelling tot het strafrecht zijn er geen wettelijke bewijsminima. Het fiscale recht gaat uit van de zogenaamde vrije bewijsleer. Dit betekent dat het bewijs op alle mogelijke manieren mag worden geleverd, bijvoorbeeld met verklaringen of vermoedens. In de vrije bewijsleer is het voldoende om in een procedure bij de rechtbank een feit aannemelijk te maken. Er zijn echter uitzonderingen op deze regels die voor een belastingplichtige zeer nadelig uitpakken.

22 augustus 2018 door mr. Reinder de Jong
Start consult aanvraag

De gevaren van omkering en verzwaring van de bewijslast

Bij de omkering en verzwaring van de bewijslast heeft een belastingplichtige een groot bewijsrechtelijk probleem. Hij is dan opeens degene die overtuigend moet aantonen dat een door de inspecteur op basis van een schatting opgelegde aanslag niet juist is. Het opleggen van deze sanctie is enkel mogelijk in bepaalde wettelijke situaties, bijvoorbeeld wanneer er een informatiebeschikking is uitgevaardigd of indien de belastingplichtige zijn wettelijke informatieverplichting heeft geschonden. Naast deze twee situaties is omkering en verzwaring van de bewijslast volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad ook mogelijk als een belastingplichtige volgens de inspecteur niet de vereiste aangifte heeft gedaan. Daarvan is (onder meer) sprake als een belastingplichtige bewust een aangifte doet op een dusdanig gebrekkige wijze dat dit ertoe leidt dat zowel absoluut als relatief bezien een aanzienlijk bedrag aan belasting wordt verzwegen.

Wat is ‘absoluut aanzienlijk’ en ‘relatief aanzienlijk’?

Over de invulling van de open norm “absoluut als relatief bezien” wordt veel geprocedeerd. Er is geen duidelijkheid in de jurisprudentie over de vraag wanneer er sprake is van een bedrag dat verhoudingsgewijs aanzienlijk verschilt van de werkelijk verschuldigde belasting (relatief aanzienlijk). Verder is onduidelijk wanneer er sprake is van een bedrag dat op zichzelf beschouwd (absoluut) aanzienlijk is.

Dat de uitleg van deze termen veel jurisprudentie oplevert is logisch, omkering en verzwaring van de bewijslast heeft over het algemeen tot gevolg dat de belastingplichtige niet slaagt in de verzwaarde bewijslast en de fiscale procedure verliest. Volgens de huidige casuïstische jurisprudentie ziet de Hoge Raad  op 13 september 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA7067 en ECLI:NL:HR:2000:AA7068 in een verschil van 7% tussen de volgens de aangifte verschuldigde belasting en de werkelijk verschuldigde belasting niet als verhoudingsgewijs aanzienlijk. In een arrest van 9 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY2665, werd een verschil van 5,54% als niet verhoudingsgewijs aanzienlijk gezien en in een arrest van 30 oktober 2009, ECLI:NL:2009:BH1083, werd een afwijking van 13% wel als verhoudingsgewijs aanzienlijk gezien. Ook werd in dat arrest opgemerkt dat bij de beoordeling of in de aangifte ‘een relatief aanzienlijk’ bedrag is verzwegen moet worden uitgegaan van het te betalen belastingbedrag, na verrekening van voorheffingen en heffingskortingen. Op 24 april 2015 werd door de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2015:1083, een bedrag van € 2.101 aan verzwegen belasting als absoluut aanzienlijk gezien. Er is tot op heden door de Hoge Raad helaas nooit een overzichtsarrest gewezen waarin uitleg wordt gegeven over de cijfermatige toepassing van deze begrippen. Daar leek echter verandering in te komen.

Op 17 augustus 2018 heeft de Hoge Raad (zie ECLI:NL:HR:2018:135) beslist op een beroep in cassatie van de Staatssecretaris waarbij de uitleg van de term ‘absoluut-aanzienlijk’ centraal stond. Aan een belastingplichtige was een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd vanwege niet verantwoorde omzet. De inspecteur had de administratie verworpen en het standpunt ingenomen dat omkering en verzwaring van de bewijslast van toepassing was. In geschil is of een bedrag van € 715,68 dat ten onrechte niet was opgegeven aan te merken was als ‘absoluut-aanzienlijk’. Het Hof oordeelde dat dit bedrag op zichzelf beschouwd niet aanzienlijk is, zodat niet gesteld kon worden dat niet de vereiste aangifte was gedaan. Omkering en verzwaring moest dus achterwege blijven.

Oproep A-G IJzerman: Hoge Raad geef uitleg!

Op zichzelf beschouwd leek dit geschil een zoveelste casuïstische discussie over de uitleg van het begrip ‘absoluut aanzienlijk’. Opmerkelijk was echter de oproep van de Advocaat-Generaal IJzerman in zijn Conclusie van 8 maart 2018, waarin hij de Hoge Raad adviseerde om het begrip ‘absoluut-aanzienlijk’ af te schaffen nu elke vergelijking afhankelijk is van de casuïstische bedragen in een procedure. Voor de invulling van de relatief-aanzienlijke verhouding riep de Advocaat-Generaal de Hoge Raad op om duidelijkheid te geven over de maatstaven en cijfermatige aspecten, waarbij hijzelf een percentage van 30% aanvaardbaar achtte. Nu in de onderhavige procedure sprake was van een dergelijk percentage adviseerde de A-G- om het cassatieberoep van de Staatssecretaris gegrond te verklaren.

Vanuit de rechtspraktijk is grote behoefte aan duidelijkheid over deze begrippen. Wat is de ondergrens van een absoluut aanzienlijk bedrag? Welk percentage van de niet geheven belasting is relatief aanzienlijk? Hoe pas je de criteria toe bij verschillende belastingmiddelen? Vol verwachting werd uitgekeken of de Hoge Raad de oproep van de A-G zou volgen en duidelijkheid zou verschaffen over deze vragen.

Gemiste kans Hoge Raad

In het arrest heeft de Hoge Raad de handschoen van de A-G helaas niet opgepakt. De Hoge Raad overwoog dat het oordeel van het Hof (dat het niet geheven bedrag aan belasting op zichzelf niet aanzienlijk is) geen blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting en vanwege de verwevenheid met waarderingen van feitelijke aard niet op juistheid kan worden getoetst. Het middel faalde en de conclusie van de A-G werd niet gevolgd.

Aan het lijstje met casuïstische jurisprudentie kan nu worden toegevoegd dat een bedrag van € 715,68 op zichzelf beschouwd niet aanzienlijk is. Alle in de praktijk levende vragen blijven echter onbeantwoord. Dit is onzes inziens een gemiste kans. Nu blijven de feitenrechters hun eigen interpretaties geven. Wij realiseren ons dat de Hoge Raad mogelijk nooit een dergelijke uitleg zal geven, nu de Hoge Raad volgens de wet alleen een oordeel kan geven over vormverzuimen en schendingen van het recht. De Hoge Raad geeft geen oordelen van feitelijke aard; dit is voorbehouden aan feitenrechters van rechtbanken en gerechtshoven. Uit dit arrest volgt dat het oordeel of een bedrag op zichzelf beschouwd aanzienlijk is volgens de Hoge Raad een feitelijke kwestie is. Dit betekent dat de Hoge Raad geen concrete bedragen ter invulling van de begrippen kan geven. Niettemin blijven wij vol verwachting uitkijken naar een casus met zuivere rechtsvragen die zich leent voor een richtinggevend overzichtsarrest. De rechtszekerheid zou zijn gebaat bij een duidelijke invulling van de begrippen, zeker gezien de grote gevolgen voor belastingplichtigen bij omkering en verzwaring van de bewijslast.

Vragen?

Heeft u twijfels over de vraag of de fiscus in uw geval terecht de bewijslast heeft omgekeerd en verzwaard? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij hierover op.

Auteur
Hertoghs advocaten-belastingkundigen B.V.

mr. Reinder de Jong

Specialiteit(en): Formeel belastingrecht, fiscaal strafrecht en indirecte belastingen (btw)
Amsterdam
Bekijk profiel

Gerelateerde dossiers

13 februari 2025

Houdt de belastingdienst zich aan de handhavingsstrategie bij schijnzelfstandigheid?

16 januari 2025

Btw Suppletie termijn per 1 januari 2025 acht weken: gevolgen en risico’s.

12 december 2024

Civiele kwalificatie crypto niet relevant voor fiscaliteit

24 september 2024

Cryptovaluta: een witwasbaar voorwerp?

Specialisten

Mohamed Kaddour LL.M RB
Sazas WIA-experts
mr. Carola van Vilsteren
mr. Peter Bregman RB
Amanda Vollemans
Frits Algie
Michiel Opgenoort
jan wietsma
Jan Wietsma
Sazas Adviseur Inkomen
mr. drs. Wicher-Henk Krabbe
mr. André van der Velde
Sazas Regresspecialist
Olaf van Dijk
Sazas Verzuimexperts
mr. Theo Hoogwout
Jacqueline Nietveld
Nicole Goud
Kirsten Kievit LL.M
prof. mr. Jeroen Rheinfeld
Marja van den Oetelaar
Ron Mulder
Martijn Bedaux
mr. Ralf Ramakers
Martijn Paping MSc
Geert Witlox
Hans Eijkelenkamp
mr. Laura Welkers
Jos van Bavel
Aimée van der Paardt
mr. Nienke ten Donkelaar
mr. Khadija Bozia
Léon de Jager
Willem Veldhuizen RE RTAP
mr. Michiel van der Pol
Jacques Raaijmakers
Paul Lenos LL.M
Erik Jansen
mr. drs. John Bult
mr. Sjoerd Bosma
mr. Reinder de Jong
mr. John Seerden
drs. Volken Holtrop
mr. Roelof Vos
Jeroen Bijl
mr. Toon Hasselman
mr. Roel de Jong
Erik Marcus
mr. Xander Arends
Alex Schrijver
mr. Heleen Elbert
Ruben Scherpenisse
mr. Priscilla de Haas
drs. Pieter Visser RB
Daan Durlacher
Arnaud Booij
Martijn van der Kroon
mr. Samad Laghmouchi LLM MBA

Fiscaal Vanmorgen (FV) is het platform voor belastingadviseurs, fiscalisten, accountants en iedereen die geïnteresseerd is in fiscale opleidingen en fiscaal nieuws.

Fiscaal Vanmorgen is een uitgave van MOCuitgevers Vanmorgen.

 

Categorie

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière

Info

  • Over ons
  • Contact
  • Algemene voorwaarden MOCuitgevers Vanmorgen
  • Annuleringsvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
Cookies
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Fiscaal Vanmorgen gebruik van cookies.
  • Ik ga akkoord
  • Instellingen
  • Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van deze website
  • We gebruiken Google Analytics, netjes geanonimiseerd
  • Annuleren
  • Ik ga akkoord

Instellingen