Diverse wijzigingen Belastingplan 2019
Het Belastingplan 2019 (zie ons bericht over Prinsjesdag) wordt op verschillende punten aangepast. Omdat de dividendbelasting niet wordt afgeschaft, komt € 1,9 miljard beschikbaar. Het kabinet wil dat bedrag inzetten voor het vestigingsklimaat. Dit betekent dat de volgende maatregelen worden getroffen.
Verlaging van hoge én lage tarief vennootschapsbelasting
Het hoge tarief in de vennootschapsbelasting zou al worden verlaagd naar 22,25% in 2021. Het kabinet zet nu echter in op een verdere verlaging tot 20,5% in 2021. De tariefsverlaging voor 2019 wordt echter uitgesteld; waardoor het hoge tarief 25% blijft. Het lage tarief werd al verlaagd naar 16% in 2021, maar dit zal verder worden verlaagd tot 15%.
Verzachting maatregel schulden van DGA’s
Bij het Belastingplan werd aangekondigd dat er een schuldenplafond voor DGA’s bij de eigen BV zou komen van € 500.000. Het meerdere zou als dividenduitkering worden belast tegen een tarief van 26,9% in 2021 en verder. Deze maatregel wordt nu enigszins verzacht:
- in plaats van een overgangsregeling voor bestaande eigenwoningschulden worden ook nieuwe eigenwoningschulden van de DGA uitgezonderd;
- bovenop deze eigenwoningschuld zal een aanvullende drempel van € 500.000 voor de DGA en zijn partner gezamenlijk gelden.
Naar onze mening is deze verzachting erg summier: nog steeds zullen veel DGA’s getroffen worden, zonder dat hun schulden bij de eigen BV consumptief of onvolwaardig zijn. Wij zouden willen pleiten voor een ruimere verzachting: bijv. dat alle lening met (hypothecaire) zekerheden buiten de maatregel vallen of dat een soort tegenbewijsmogelijkheid wordt toegestaan.
Overgangsrecht afschrijvingsbeperking vastgoed
In het Belastingplan 2019 wordt voorgesteld om de afschrijving op vastgoed in eigen gebruik te beperken tot maximaal 100% van de WOZ-waarde. Er komt nu ook een overgangsregeling voor onroerend goed in eigen gebruik dat vóór 1 januari 2019 in gebruik is genomen, maar waarop nog geen 3 jaar is afgeschreven. In die gevallen mag voor een periode van 3 jaar toch op het vastgoed worden afgeschreven, ongeacht of daarmee onder de 100% WOZ-waarde-grens wordt gedoken.
Overgangsrecht 30%-regeling
De looptijd van de zogenoemde 30%-regeling wordt in het Belastingplan 2019 verkort van 8 jaar tot 5 jaar. In het huidige wetsvoorstel was daarbij niet in overgangsrecht voorzien, zodat ook lopende regelingen abrupt konden eindigen in 2019. Het kabinet treft nu toch overgangsrecht, waarbij de looptijd van bestaande regelingen zal worden gerespecteerd.
Verkorting terugwerkende kracht spoedmaatregel fiscale eenheid
Wij berichtten al eerder over de vergaande impact van de spoedmaatregel fiscale eenheid. Deze maatregel zou ook een terugwerkende kracht hebben tot 25 oktober 2017. Deze terugwerkende kracht wordt nu ingeperkt tot 1 januari 2018, zodat de maatregel geen effect heeft op aangiften vennootschapsbelasting over het kalenderjaar 2017.
Hogere S&O-afdrachtvermindering
Het percentage van de tweede schijf van de speur&ontwikkelings-afdrachtvermindering (WBSO) zal worden verhoogd van 14% naar 16% om de innovatie in Nederland verder te stimuleren. Dit betekent een stimulans op loonkosten, overige kosten en uitgaven waarvoor een WBSO-beschikking is afgegeven.
FBI mag toch direct in vastgoed beleggen
Nu de dividendbelasting wordt afgeschaft, is er geen noodzaak meer voor de flankerende maatregel die FBI’s verbiedt om direct in Nederlands vastgoed te beleggen. Deze wijziging zal dan ook uit het Belastingplan 2019 verdwijnen.
Verlagen werkgeverslasten
Het kabinet zal vanaf 2021 de werkgeverslasten structureel gaan verlagen met een bedrag van € 200 miljoen. Op welke wijze die verlaging vorm gaat krijgen, wordt echter nog niet gespecifieerd.
Tot slot
Het kabinet gaat het Belastingplan 2019 op een flink aantal punten aanpassen. De dividendbelasting blijft, maar het vestigingsklimaat wordt via een aantal andere maatregelen ondersteund. Vooral ook het MKB zal van deze aanpassingen profiteren. De huidige brief van het kabinet schetst nog de contouren van de wijzigingen, die eind oktober als wijziging van de wetsvoorstellen naar de Tweede Kamer zullen worden gestuurd. Mocht u hierover vragen hebben, neem dan vooral contact met mij op.