De Hoge Raad oordeelt op 28 januari 2020, ECLI:NL:2020:121, dat het plegen van belastingfraude een kwaliteitsdelict is en dat alleen degene die op grond van de belastingwet aangifteplichtig is als mogelijke pleger van een strafbaar feit kan worden aangemerkt in de zin van artikel 69 AWR.
Wat is een kwaliteitsdelict?
Het opzettelijk onjuist of onvolledig doen van een bij de belastingwet voorziene aangifte moet worden gezien als een zogenoemd kwaliteitsdelict. Dit heeft tot gevolg dat alleen de aangifteplichtige als pleger kan worden aangemerkt. De aangifteplichtige is degene die tot het doen van de aangifte gehouden is. Het maakt hierbij geen verschil of de belastingplichtige is uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Belastingadviseur niet gevrijwaard
Dat de belastingadviseur niet tot pleger van belastingfraude kan worden veroordeeld, betekent niet dat de belastingadviseur is gevrijwaard voor strafrechtelijke vervolging als hij of zij voor een ander aangifte doet. De Hoge Raad overweegt namelijk uitdrukkelijk dat de wet voldoende mogelijkheden biedt om de belastingadviseur strafrechtelijk aansprakelijk te kunnen stellen voor belastingfraude en/of valsheid in geschrift wanneer daartoe aanleiding is.
Vervolging bij medeplichtigheid of medeplegen
Zo kunnen belastingadviseurs worden vervolgd voor medeplichtigheid bij of het medeplegen van belastingfraude. Voor medeplichtigheid is vereist dat de belastingadviseur de pleger (de belastingplichtige) opzettelijk behulpzaam of ten dienste is geweest bij het begaan van het delict. Voor medeplegen is vereist dat de belastingadviseur het delict in bewuste nauwe samenwerking met een ander (bijvoorbeeld de belastingplichtige) heeft begaan. In beide gevallen moet sprake zijn van opzet op de samenwerking maar ook op het delict (bijvoorbeeld belastingfraude). Afhankelijk van het gewicht van de samenwerking zal sprake zijn van medeplichtigheid of medeplegen.
Adviseur kan ook wegens valsheid in geschrifte worden vervolgd
Wat betreft de delictsomschrijving ‘valsheid in geschrifte’ overweegt de Hoge Raad dat deze tot een ieder is gericht. En dus ook tot de adviseur die opzettelijk een onjuiste aangifte indient.
Conclusie
Alleen de belastingplichtige kan als pleger van belastingfraude worden vervolgd. De belastingadviseur die de belastingplichtige van bijstand heeft voorzien, kan echter ook worden vervolgd voor medeplichtigheid of medeplegen en/of valsheid in geschrift.
Heeft u vragen over dit thema, neem dan gerust contact met mij op.
In samenspraak met mr. M. van Leeuwen van FT Advocaten tot stand gekomen