Lening verstrekt aan anderen dan de DGA
Als er een lening is verstrekt aan derden, bijvoorbeeld een leverancier of een zakenpartner, en er zijn geen nauwe privé-banden, dan is het meestal mogelijk om een voorziening op te nemen. Althans, wanneer je voorziet dat de lening (deels) niet terugbetaald zal worden. Een voorziening verlaagt de winst, dus wees er wel op bedacht in welk jaar je een voorziening treft. In 2019 is het vennootschapsbelastingtarief nog 19% en in 2020 bedraagt deze 16,5% (voor winsten tot € 200.000). Natuurlijk hoeft de coronacrisis niet de aanleiding daarvoor te zijn. Er kunnen (ook) andere redenen spelen waarom de lening niet kan worden terugbetaald.
Je kunt er ook voor kiezen de BV de lening te laten kwijtschelden. De vordering die wordt prijsgegeven, valt dan in de winst van de schuldenaar. Immers, een schuld die hij had, hoeft hij niet meer te betalen. Gelukkig is er de regeling van de kwijtscheldingswinstvrijstelling. In veel gevallen hoeft een schuldenaar niet af te rekenen over de winst die ontstaat door de kwijtschelding. Dat is het geval wanneer de vordering voor de schuldeiser niet langer voor verwezenlijking vatbaar is.
Lening verstrekt aan de DGA
Een stuk lastiger wordt het als er een lening is verstrekt aan de DGA. Met andere woorden: je hebt een schuld aan je BV. Mag je deze kwijtschelden? Wat zijn dan de fiscale gevolgen?
Het lukt vaak niet om de zakelijkheid van een lening die verstrekt is aan een DGA aan te tonen. Bij een lening die verstrekt is ter financiering van de eigen woning, kan de eigen woning nog als hypothecaire zekerheid dienen. Voor consumptieve kredieten en voor bijvoorbeeld leningen voor investeringen in een eenmanszaak wordt er meestal geen onderpand verstrekt. Veelal wordt aan het moment voorbij gegaan dat de BV ziet dat de lening niet terugbetaald wordt, er extra zekerheden worden gesteld of dat de lening op staande voet wordt teruggeëist. Mocht de lening al op zakelijke voorwaarden zijn verstrekt, dan kan dat het moment zijn dat de lening onzakelijk wordt.
Wat zijn de gevolgen van een onzakelijke lening?
Een onzakelijke lening aan de DGA kan niet afgeboekt worden ten laste van de winst. Een eventuele afboeking vindt plaats in de kapitaalssfeer. Dat betekent dat er dividendbelasting ingehouden moet worden en er afgerekend moet worden in box 2.
En als er geen liquiditeit is, is dit een probleem.
Mogelijke oplossingen bij liquiditeitsproblemen
Laat ik voorop stellen: je bent niet de enige. Regelmatig spreek ik cliënten, waarbij deze problematiek aan de orde is. Het slechtste wat je kan doen is het probleem voor je uitschuiven. Ook is het veelal een slecht idee om contact te zoeken met de Belastingdienst over dit probleem. Veel verstandiger is het om advies in te winnen bij een fiscalist (zoals ik).
Zo ontving ik onlangs een balans waar nog een stamrechtverplichting en een pensioenverplichting op stond. Het stamrecht had al in moeten gaan. Samen met een pensioenadviseur heb ik kunnen afstemmen dat het stamrecht alsnog inging, waarbij de lening en rekening-courant afgelost zouden worden. Natuurlijk moet dan wel maandelijks de loonbelasting afgedragen worden, maar hiervoor was gelukkig voldoende liquiditeit aanwezig.
In de toekomst kan een moment ontstaan dat er geen liquiditeit meer is, maar dat de lening en de rekening-courant aan privé zijn afgelost. Op dat moment kan aan de Belastingdienst worden gevraagd of de BV opgeheven mag worden, omdat het pensioen niet langer voor verwezenlijking vatbaar is. Zo kan deze klant toch nog genieten van zijn oude dag zonder schulden! Mijn ervaring is dat de Belastingdienst bereid is hieraan mee te werken.
Wil je ook advies omtrent de rekening-courant of lening aan of verstrekt door de BV? Stel dit niet langer uit en neem contact met mij op. Dan gaan we samen op zoek naar de beste oplossing.