Werknemers met schulden
Door verschillende omstandigheden kan het voorkomen dat een werknemer niet in staat is om alle rekeningen te betalen. De redenen kunnen divers zijn, van een niet afgeloste lening tot het niet betalen van alimentatie. Na het versturen van een of meerdere herinneringen, zal een crediteur/schuldeiser kunnen overgaan tot het inschakelen van een incassobureau. Door de (verhoudingsgewijs soms aanzienlijke) kosten die de werkzaamheden van het incassobureau met zich meebrengt, kan de omvang van kleine schulden aangroeien tot grote schulden.
Een dergelijke situatie kan resulteren in het beslagleggen door een (gerechts)deurwaarder op (een deel van) het inkomen, waaronder het loon van een werknemer. Een deurwaarder kan ook de incasso van een schuld op zich nemen, maar kan ook in civiele zaken schuldenaren voor de rechter dagen en hierbij een gerechtelijk bevel tot betaling verkrijgen. De deurwaarder moet zich bij de uitvoering van het werk houden aan bepaalde regels met betrekking tot onafhankelijkheid, geheimhouding en het voorkomen van onrechtmatige druk op de schuldenaar.
Administratieve lasten
Als de deurwaarder beslag legt op het loon, dan zal deze zich bij de werkgever melden met een gerechtelijke goedkeuring. De actie van de deurwaarder kan bestaan het leggen van zogeheten ‘conservatoir’ beslag en ‘executoriaal’ beslag. Bij een conservatoir beslag is er nog geen sprake van feitelijk beslag op het loon, maar is meer een maatregel om geld veilig te stellen in afwachting van een gerechtelijk bevel tot betaling. Bij een executoriaal beslag heeft de rechter al een vonnis gewezen voor het loonbeslag.
Als werkgever bent u (wettelijk) verplicht om aan het gelegde beslag mee te werken. Het loonbeslag brengt in de eerste plaats extra werk voor de salarisadministratie met zich mee; een deel van het netto-loon van de werknemer zal mogelijk aan de deurwaarder betaald moeten worden. De werkgever maakt het vastgestelde beslag over aan de deurwaarder, wat uiterlijk eindigt totdat de volledige schuld is voldaan.
Het loonbeslag kan alle loonbestanddelen betreffen, dus naast het reguliere loon ook de vakantietoeslag, een 13e maand, loon over gewerkte meeruren en bonussen. De deurwaarder zal dan ook vragen om een verklaring op te sturen met een overzicht van alle loongegevens.
Voorts kan een dergelijke gebeurtenis logischerwijs invloed hebben op uw relatie als werkgever met de werknemer. Als werkgever zult u zoals gezegd moeten meewerken aan de uitvoering van het loonbeslag, en u kunt niet het gehele netto loon direct naar de werknemer overmaken. Het loonbeslag is evenwel geen legitieme reden voor ontslag.
Beslagvrije voet
De deurwaarder kan niet beslagleggen op het hele inkomen (het loon) van de werknemer. Het uitgangspunt bij het leggen van beslag is dat de schuldenaar een minimum aan inkomen moet overhouden om te kunnen blijven voorzien in de basale levensbehoeften. De hoogte van de beslagvrije voet is wettelijk vastgelegd. De basis van de beslagvrije voet bedraagt minimaal 90% van de bijstandsnorm (inclusief vakantiegeld) waarbij deze mede afhankelijk is van de leefsituatie en leeftijd van de schuldenaar. Daarnaast moet rekening gehouden worden met meerdere componenten, zoals de woonkosten, de premie voor zorgverzekering en eventueel ontvangen toeslagen. Ook moet rekening worden gehouden met inkomen (inclusief vakantiegeld) van de partner van de schuldenaar, waarbij de helft van niet door beslag getroffen inkomen van de partner in mindering komt op de beslagvrije voet.
Bij zware financiële problemen zijn er vaak meerdere schuldeisers, die daarbij op verschillende tijdstippen hun beslag leggen en voorts mogelijk over verschillende gegevens beschikken. Deze omstandigheden maken de afwikkeling van beslaglegging vaak lastig als ook andere schuldeisers beslag laten leggen. Er kan echter niet meer dan het maximaal mogelijke beslag worden gelegd, aangezien de werknemer recht houdt op de belastingvrije voet. Het beschikbare geld moet dan door de eerste beslaglegger worden gedeeld met de andere beslagleggers. Het kan dus voorkomen dat zich meerdere deurwaarders bij u melden voor schulden op dezelfde werknemer.
De huidige regeling voor de bepaling van de hoogte van de belastingvrije voet wordt in de praktijk als ingewikkeld ervaren. Er zijn veel gegevens nodig en deze moeten met name door de schuldenaar zelf verstrekt worden. Op grond van de in 2017 aangenomen Wet vereenvoudiging beslagvrije voet, zal waarschijnlijk vanaf 1 januari 2021 de beslagvrije voet op een andere wijze worden vastgesteld.
Aandachtspunten werkgever
Zoals voormeld dient de salarisadministratie van de onderneming het loonbeslag uit te voeren rekening houdende met de beslagvrije voet. Voor zover een werknemer meer verdient dan de beslagvrije voet, moet een deel van het netto-loon worden betaald aan de deurwaarder. Er kunnen dus geen volledige netto-loonbetalingen worden gedaan aan de werknemer. Wordt abusievelijk meer betaald, dan zult u voor dit meerdere een vordering hebben op de werknemer, maar wordt het effectueren een lastig verhaal.
Als werkgever heeft u geen inzicht in de financiële privésituatie van uw werknemers. Omdat financiële problemen via loonbeslag ook uitwerking kan hebben op de relatie tussen werknemer en werkgever, heeft de werkgever ook een belang bij het voorkomen van schulden. Het is raadzaam om welwillend te staan ten opzichte van het behulpzaam zijn bij de financiële planning van werknemers. Zo zou u kunnen overwegen om bij te dragen aan de inzet van een financieel adviseur.
Als de problemen zich evenwel aandienen en de deurwaarder meldt zich bij u voor een verklaring van de financiële gegevens, zou u in overleg kunnen treden met de werknemer. Mogelijk kan de gegeven tijd voor aanlevering van de verklaring met financiële gegevens gebruikt worden om samen met de werknemer de situatie te beoordelen en afspraken maken om loonbeslag te voorkomen. Vanzelfsprekend loopt men niet met de eigen financiële problemen te koop, maar met het dreigende loonbeslag wordt het bestaan hiervan kenbaar voor de werkgever en zijn werkgever en werknemer erbij gebaat om de schuldproblematiek bespreekbaar te maken.
Vereenvoudigde berekening waarschijnlijk per 2021
Zoals uit het voormelde blijkt kan het bepalen van de beslagvrije voet behoorlijk ingewikkeld zijn. Daartoe is reeds in 2017 een wetsvoorstel aangenomen ter vereenvoudiging van de beslagvrije voet. De knelpunten die in de huidige praktijk naar voren komen, moeten worden bestreden door de benodigde gegevens zo veel mogelijk uit de bestaande registraties te halen en de benodigde output niet meer afhankelijk te laten zijn van de aanlevering door de schuldenaar. De beslagvrije voet wordt vervolgens vastgesteld op basis van de leefsituatie van de schuldenaar en zijn inkomen, alsmede het inkomen van een eventuele partner.
De vereenvoudiging bestaat er voorts uit dat één deurwaarder verantwoordelijk wordt voor de afstemming van de inning en de verdeling van de in beslag genomen gelden.
De nieuwe beslagvrije voet wordt bepaald op basis van vaste bedragen voor de volgende vier leefsituaties:
– alleenstaanden;
– alleenstaande ouders met een of meerdere kinderen jonger dan 18 jaar;
– gehuwden zonder kinderen jonger dan 18 jaar;
– gehuwden met een of meerdere kinderen jonger dan 18 jaar.
Onder gehuwd wordt ook verstaan de situaties van een geregistreerd partnerschap en het voeren van een gezamenlijke huishouding.
Voorts is een drietal inkomensgroepen vastgesteld:
– schuldenaar heeft geen recht op toeslagen;
– schuldenaar heeft wel recht op toeslagen;
– inkomen van schuldenaar is gelijk of lager dan de bijstandsnorm.
Wel of geen recht op toeslagen
Personen met een relatief wat hoger inkomen zullen geen recht hebben op toeslagen. Voor hen zullen eenduidige bedragen als beslagvrije voet worden vastgesteld.
Voor personen die wel recht hebben op toeslagen zal een andere berekeningswijze gaan gelden. De beslagvrije voet wordt hier gevonden door 95% van de bijstandsnorm te vermeerderen met de zogeheten ‘compensatiekop’. Deze compensatiekop bestaat uit een drietal componenten: zorgtoeslag, huurtoeslag en kind-gebonden budget (als er kinderen zijn). Voor deze bijdrage gaat het te ver om de precieze berekening te schetsen; wel kan worden opgemerkt dat de berekening van de compensatie is gebaseerd op de hoogte van de toeslagen welke gekenmerkt wordt door de afbouw daarvan naarmate het inkomen hoger is.
Inkomen niet meer dan bijstandsnorm
In situaties waarbij het inkomen gelijk of lager is dan de bijstandsnorm zal in de oude situatie de beslagvrije voet in veel gevallen (door correcties bovenop de 90%-bijstandsnorm) even hoog of hoger liggen dan het betreffende inkomen van de schuldenaar. De schuldenaar zal daarmee in het algemeen niet (goed) in staat zijn om de bestaande schulden af te lossen. Om dit voorkomen bepaalt de nieuwe regeling dat de beslagvrije voet wordt vastgesteld op 95% van het netto-inkomen inclusief vakantiegeld en ontstaat er wel enige capaciteit om de schulden af te lossen. Met dit percentage wordt aangesloten bij de norm die gehanteerd wordt bij een minnelijke schuldregeling.
Onder de nieuwe regeling (vanaf 1 januari 2021) geldt dat voor de bepaling van de beslagvrije voet maar een beperkt aantal gegevens noodzakelijk is, met betrekking tot de leefsituatie en het inkomen. De polis-administratie van het UWV en de registratie van de Basisregistratie Personen (BRP) zou grotendeels in de benodigde gegevens moeten kunnen voorzien. De werknemer hoeft zelf in principe geen grote en complexe hoeveelheid gegevens aan te leveren.
Nieuw: de coördinerende deurwaarder
De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet bevat voorts de introductie van de zogeheten ‘coördinerende deurwaarder’. Indien bij u als werkgever loonbeslag wordt gelegd, dient u aan deze deurwaarder het netto-loon (voor zover boven de beslagvrije voet) af te dragen. Andere schuldeisers/deurwaarders zullen hun vordering met de coördinerende deurwaarder moeten verrekenen. Daarbij geldt dat de andere beslagleggende deurwaarders de beslagvrije voet overnemen zoals deze door de coördinerende deurwaarder wordt vastgesteld, inclusief eventuele tussentijdse herberekeningen.
Zoals voormeld kunnen er meerdere beslagleggers/deurwaarders zijn die op verschillende tijdstippen hun beslag leggen, waarbij het inkomen kan verschillen ten opzichte van de datum van de eerdere beslaglegging en kan ook de ene deurwaarder over andere informatie beschikken dan de andere. Discussie en uitwisseling van gegevens zal onder de nieuwe moeten plaatsvinden tussen de verschillende deurwaarders in overleg met de coördinerende deurwaarder.
Zowel voor u als werkgever/derde-beslagene, waarbij beslag wordt gelegd, als de schuldenaar/werknemer, maar ook voor u als derde-beslagene, heeft de nieuwe regeling als voordeel dat er één aanspreekpunt is met betrekking tot de hoogte van de beslagvrije voet. Thans is het mogelijk dat u geconfronteerd wordt met verschillende beslagleggers en van elkaar verschillende beslagvrije voeten.
Afsluitend
Financiële problemen van werknemers kunnen ook een aangelegenheid worden van u als werkgever indien de schulden een dusdanige omvang en historie hebben gekregen dat een deurwaarder zich bij u meldt om loonbeslag te gaan leggen. Aan de uitvoering van een opgelegd loonbeslag moet de werkgever meewerken door de deurwaarder van alle financiële gegevens te overleggen en het gedeeltelijk overmaken van het netto-loon naar de deurwaarder.
Waarschijnlijk vanaf 1 januari 2021 zullen de vereenvoudigde regels voor de vaststelling van de beslagvrije voet gaan gelden, hetgeen duidelijk een verbetering is. Het zal tot minder fouten leiden bij de bepaling en ook tot minder discussies leiden tussen de schuldenaar en de deurwaarder. Daarbij zal er ook maar één deurwaarder zijn die verantwoordelijk is voor afstemming van de inning en verdeling van de gelden.
Inmiddels is duidelijk dat het kabinet een aantal maatregelen naar voren haalt in verband met de uitgestelde inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2021. Hiervoor kunt u meer lezen in dit artikel.