Op 30 mei 2024 heeft demissionair staatssecretaris van Financiën Van Rij de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot coronabelastingschulden[1]. Op de peildatum van 29 april 2024 resteert nog EUR 9,6 miljard (was op 1 oktober 2022 nog EUR 19,6 miljard) aan coronabelastingschulden voor circa 153.000 ondernemers. De staatssecretaris constateert dat […]
Wie is bestuurder voor de Invorderingswet 1990?
Het antwoord op die vraag is met name van belang in het kader van met name de (fiscale) bestuurdersaansprakelijkheid. Alleen bestuurders kunnen immers worden getroffen door de gevolgen van de bestuurdersaansprakelijkheid. Veelal gaan de bestuurdersaansprakelijkheidsprocedures over de vraag of er al dan niet rechtsgeldig de betalingsonmacht is gemeld, in mindere mate over de vraag of er sprake is geweest van kennelijk onbehoorlijk bestuur en in nog mindere mate over de vraag of iemand wel bestuurder is. Op wie bestuurder is in de zin van artikel 33 en artikel 36 Invorderingswet 1990, ga ik hierna nader in.
Heeft de bestuurder zich schuldig gemaakt aan onbehoorlijk bestuur als andere crediteuren wel zijn betaald en de preferente fiscus niet?
Indien een onderneming in zwaar weer verkeert en er wordt onderzoek gedaan of er nieuwe kansen voor de onderneming bestaan, dan kan het zijn dat de openstaande belastingaanslagen niet worden betaald. Andere schuldeisers worden wel betaald, terwijl de vennootschap wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat deze handelswijze tot gevolg zou hebben dat de belastingbedragen onbetaald zouden blijven en hem een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het is dan niet zo dat er geen afweging is gemaakt die een redelijk denkend bestuurder niet zou hebben gemaakt op grond waarvan een aansprakelijkstelling kan volgen. Het Hof Den Haag heeft na een tweede verwijzing hier op 7 februari 2020 een uitspraak over gedaan en de aansprakelijkheid vernietigd.
Geen nieuwe melding betalingsonmacht noodzakelijk als betalingen te laat blijven, aldus rechtbank
In de uitspraak van Rechtbank Zeeland West Brabant van medio februari 2020 is de situatie aan de orde dat een lichaam aan de belastingdienst heeft gemeld dat zij bepaalde belastingaanslagen niet kan betalen. De belastingdienst mag er dan niet zomaar van uitgaan dat deze betalingsonmacht is geëindigd. Voor een belasting waarvoor een tijdige en correcte melding van betalingsonmacht is gedaan, hoeft niet opnieuw melding te worden gedaan zolang nog sprake is van een betalingsachterstand.
Samenloop onbetaalde belastingschulden BV en overboekingen naar privérekeningen DGA kwalificeert als onbehoorlijk bestuur, aldus Hof
In de uitspraak van Hof Amsterdam van april 2019 gaat het over een bestuurder (DGA) van een BV met diverse openstaande naheffingsaanslagen omzetbelasting en loonheffing. Hiervoor is hij door de ontvanger aansprakelijk gesteld. Het Hof gaat in op de vraag of er rechtsgeldig is gemeld en of het vertrouwensbeginsel is geschonden. Helaas voor de bestuurder bleef de aansprakelijkstelling in stand. Hoe had dit voorkomen kunnen worden?
Aansprakelijk gesteld als bestuurder door de belastingdienst: wat nu?
De bestuurder van een rechtspersoon blijft zelf verantwoordelijk voor het al dan niet verwerken van de directors fees en andere loonbestanddelen in de loonadministratie. Het achterwege laten van deze verwerking wordt aangemerkt als grove schuld van betrokkenen ook als wordt gesteld dat er een deskundig kantoor is ingeschakeld. Deze handelswijze speelt een grote rol bij de beoordeling of er al dan niet rechtsgeldige melding van de betalingsonmacht is gedaan door de bestuurder(s)ten aanzien van de niet afgedragen loonheffingen.
Wat kunt u doen tegen een dwangbevel van de Belastingdienst?
Op het moment dat een belastingaanslag niet tijdig wordt betaald, zal de Belastingdienst een aanmaning versturen. Dit is een sommatie om alsnog binnen twee weken na de dagtekening van de aanmaning te betalen, met de mededeling dat de betaling anders zal worden afgedwongen.
Wanneer na de aanmaning nog steeds niet of niet volledig wordt betaald, zal de Belastingdienst in de meeste gevallen een dwangbevel uitvaardigen. Dit artikel gaat in op de mogelijkheden en onmogelijkheden om hier tegen op te komen.
De belastingdienst legt loonbeslag bij de werkgever. Wat nu?
Werkgevers worden in de praktijk vaak geconfronteerd met deurwaarders die bij beslag willen leggen op het loon van werknemers. Bij het leggen van beslag dienen deurwaarders rekening te houden met een deel van het inkomen van de werknemer waarop geen beslag gelegd mag worden, de zogeheten beslagvrije voet. Als werkgever bent u verplicht om mee te werken met de deurwaarder die beslag komt leggen. De administratieve kosten bij het afwikkelen van het loonbeslag kunnen echter niet op de werknemer worden verhaald en blijven voor uw rekening. Het is daarom van belang om te weten wat er allemaal bij komt kijken en wat u kunt doen om de financiële schade te beperken.
Wat moet u doen als bij u voor een werknemer loonbeslag wordt gelegd? Ingegaan wordt op de voorgestelde aanpassingen bij de afwikkeling van het loonbeslag ingevolge de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Spoedmaatregelen om mensen met schulden te ontlasten
Inmiddels is duidelijk is dat de voortgang van de implementatie van de Wet Vereenvoudiging beslagvrije voet vertraging zal oplopen en niet eerder in werking zal treden dan 1 januari 2021. De noodzaak voor het nemen van maatregelen ten behoeve van mensen met schulden wordt evenwel onderkend en de wetgever gaat thans over tot het nemen van een aantal tussenmaatregelen om toch een aantal stappen te zetten richting het beoogde systeem, waarbij geborgd wordt dat mensen in ieder geval voldoende geld overhouden om te voorzien in hun levensonderhoud. Een aantal maatregelen uit de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet wordt daarbij mogelijk naar voren gehaald.
Waarom is een tijdige melding betalingsonmacht bij de Ontvanger belangrijk?
Als er minder belasting wordt afgedragen door een BV kan dit worden toegerekend aan grove schuld of opzet van de BV in kwestie. Indien dit niet verwijtbaar is, is het belangrijk dat er een tijdige melding van betalingsonmacht plaatsvindt. Hierdoor wordt het de ontvanger heel lastig zo niet (nagenoeg) onmogelijk om de bestuurder van de BV aansprakelijk te stellen.