Een leuk gesprek …
Vandaag had ik een leuk gesprek in een lunchroom in Alphen met Sandra. Zij is interim-manager in de gezondheidszorg. Een stevige tante, die van aanpakken weet. ‘Het ene jaar heb ik drie opdrachtgevers, het andere jaar maar één,’ vertelt ze. ‘Op dit moment ben ik op zoek naar een volgende opdracht.’
‘Kijk,’zegt ze, terwijl ze een paar keer over haar tablet veegt. ‘Dit is de brief die ik van de Belastingdienst ontving. Staat allemaal in de cloud.’ Ik kijk vragend en ze legt me uit dat ze haar hele administratie op internet heeft staan, zodat ze het overal op haar tablet tevoorschijn kan halen.
‘Is dat wel veilig?’ vraag ik haar. ‘Wat is veilig tegenwoordig? Een stickje kun je verliezen en een papieren administratie kan door brand of diefstal ook verloren gaan.’ Zit wat in.
‘Ze vragen zich af of ik wel ondernemer ben,’ zegt Sandra. De ober komt langs. Ik bestel een salade met geitenkaas en honing, Sandra gaat voor een broodje hamburger.
‘Heb je een VAR-verklaring voor dat jaar?’ vraag ik. Ze zegt dat ze niet weet wat ik precies bedoel. ‘Dit is een Verklaring Arbeidsrelatie. Sommige opdrachtgevers willen dat je een formulier invult voor de Belastingdienst en hierop, aangeeft welke werkzaamheden je verricht en hoeveel opdrachtgevers je hebt, enzovoort.’ De salade is inmiddels bezorgd. Hij smaakt niet slecht.
Na het eten bladert Sandra door haar tablet. ‘Voilà,‘ zegt ze na een kwartier en houdt haar tablet te dicht voor mijn gezicht. Uit het document blijkt dat er een VAR-winst uit onderneming (hierna: VAR-WUO) is afgegeven.
Op kantoor bel ik de Belastingdienst. Ik leg de casus van Sandra voor en vraag of zij hun twijfel aan het ondernemerschap van Sandra kunnen onderbouwen. Aangezien er ook een VAR-WUO is afgegeven is hun standpunt zeker niet consequent.
‘Bent u bekend met de uitspraak van het hof in Arnhem over een dergelijke situatie’ vraag ik de man aan de telefoon. Vervolgens word ik een paar keer doorverbonden en wordt me gevraagd om terug te bellen.
‘En?’ vraagt Sandra als ik de week erop bij haar thuis kom. Ik wil haar het goede nieuws persoonlijk vertellen. De Belastingdienst heeft me teruggebeld en me duidelijk gemaakt dat men Sandra, op basis van de al afgegeven VAR-WUO, als ondernemer zal behandelen. Dit houdt concreet in dat zij gebruik kan maken van de ondernemersfaciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling.
Sandra maakt zich zorgen dat zij mogelijk dit jaar niet voldoet aan het urencriterium van 1225 uur die gesteld wordt als voorwaarde voor toepassing van de zelfstandigenaftrek. ‘Maak je geen zorgen’, stel ik haar gerust. ‘Ook acquisitietijd, het volgen van cursussen, de administratie, en dergelijke tellen mee. En mocht je nu tóch niet voldoen aan het urencriterium, dan durf ik de procedure wel aan om het urencriterium zelf ter discussie te stellen.’
Sandra is helemaal in de wolken! ‘Fantastisch! Dus ik kan de tijd ook gebruiken om een cursus te ontwikkelen?’
‘Ja, inderdaad. En met die cloud van jou gaat dat zeker wel lukken,’ lach ik.
VAR is nog steeds actueel
Deze column is gebaseerd op een uitspraak van Gerechtshof Arnhem van 10 juli 2012 (ECLI:NL:GHARN:2012:BX4766). De VAR is weliswaar per 1 mei 2016 afgeschaft, maar is nog steeds actueel als een discussie met de Belastingdienst over het fiscaal ondernemerschap ontstaat voor oudere jaren.
Op 12 juli 2018 heeft Rechtbank Noord-Nederland (ECLI:RBNNE:2018:2714) is in een andere casus wederom bevestigd dat de VAR-WUO leidend is, ook al zijn de vragen niet allemaal correct beantwoord.
Wil je de andere blogs van Barbara ook lezen? Download hieronder het boek ‘ Op de vlucht’ met de andere blogs gepubliceerd in 2014, maar nog steeds actueel.