Naast ondernemingsvermogen kan de vrijstelling ook toegepast worden op een pand dat verhuurd wordt aan de eigen BV, het zgn. TBS-pand. Voor de heffing van inkomstenbelasting over het AB geldt een soortgelijke regeling, alleen kent de inkomstenbelasting niet de voorwaarde van het ongewijzigd voortzetten. De verwachting is wel dat de BOR-regelingen binnen afzienbare tijd worden versoberd of afgeschaft. De voortzettingsvereisten zullen naar verwachting blijven.
Voortzettingsvereiste voor toepassing BOR
Er is een belangrijke voorwaarde om de vrijstelling van de BOR in de schenk- en erfbelasting blijvend te kunnen toepassen, en dat is dat de verkrijgers de onderneming tenminste 5 jaar voortzetten en niet (gedeeltelijk) staken of verkopen. Als het aandelen betreft in een BV, dan mag de aandeelhouder de AB-aandelen binnen die 5 jaar niet vervreemden en ook mag die BV haar onderneming niet (gedeeltelijk) staken of verkopen.
Deze eis wordt ook wel het voortzettingsvereiste genoemd en is geregeld in artikel 35e Successiewet. Als een erfgenaam of begiftigde zich niet houdt aan deze voorwaarde, dan wordt de vrijstelling BOR naar rato weer teruggenomen en is alsnog schenk- of erfbelasting verschuldigd.
Stoppen of overdragen vanwege Coronacrisis
Door de Corona-crisis kan het bedrijfseconomisch wenselijk zijn de onderneming te herstructureren, gedeeltelijk te verkopen of geheel te beëindigen. Als de
BOR-vrijstelling is toegepast en de 5 jaar zijn nog niet verstreken, dan is dus alsnog naar rato schenk- of erfbelasting verschuldigd, zelfs in geval van een faillissement.
Bij een Holding-BV kan de vrijstelling worden teruggenomen als deelnemingen worden verkocht, geliquideerd of samengevoegd. Ook staking of verkoop van activiteiten binnen een BV kan leiden tot het vervallen van de vrijstelling.
Uitzondering voortzettingsvereiste bij bepaalde reorganisaties
Er zijn gelukkig wel uitzonderingen op het vereiste van ongewijzigd voortzetten. Bij een eenmanszaak moet je dan denken aan de bij de wet geregelde geruisloze omzetting in een BV.
Een staking van de onderneming door overheidsingrijpen leidt ook niet tot terugname van de vrijstelling BOR.
Bij een aandelenbelang in een BV wordt ook nog steeds uitgegaan van voortzetting in geval van ontbinding van de BV op grond van artikel 14c Wet Vpb en voortzetting van de activiteiten elders in het concern. Ook blijft de vrijstelling in stand als er aandelen worden overgedragen op grond van de wettelijke regelingen inzake aandelenfusie, juridische fusie of juridische splitsing.
Worden ondernemingsactiviteiten overgedragen op grond van de bedrijfsfusie van artikel 14 Wet Vpb, dan blijft de vrijstelling eveneens in stand.
Ook bij een overdracht van een TBS-pand kan de vrijstelling in stand blijven, als maar binnen 6 maanden een nieuw pand wordt aangekocht dat weer aan de BV wordt verhuurd. Ook inbreng van het bedrijfspand in de BV tegen uitreiking van aandelen kan zonder intrekking van de vrijstelling plaatsvinden (al is dan meestal wel 6% overdrachtsbelasting verschuldigd).
Al met al een zeer ingewikkelde en gespecialiseerde regeling met vele valkuilen, waar het zomaar en onbedoeld verkeerd kan gaan.
Mocht u vragen hebben over deze materie, neem dan vrijblijvend contact op.