• Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
  • Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
  • Over ons
  • Contact
  • Adverteren
  • Nieuwsbrief
Fiscaal Vanmorgen

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière
Home » Dossiers » Wanneer kunt u met vastgoedonderneming gebruik maken van bedrijfsopvolgingsfaciliteiten?

Wanneer kunt u met vastgoedonderneming gebruik maken van bedrijfsopvolgingsfaciliteiten?

Bedrijfsoverdracht en -overname, Ondernemerschap, Onroerende zaken
Welke feiten en omstandigheden bepalen aanwezigheid materiële onderneming?

Is er bij u sprake van exploitatie van vastgoed en denkt u aan bedrijfsopvolging? De cruciale vraag is dan of sprake is van een onderneming. Bij een onderneming kunnen de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten worden toegepast, die een fiscaal gunstige overdracht van de onderneming mogelijk maken. Het Hof Den Haag oordeelde in april 2018 dat de exploitatie van vastgoed een materiële onderneming is. Hoewel het oordeel erg afhankelijk is van de feiten, geven de uitgangspunten van het Hof wel belangrijke handvatten.

13 mei 2018 door Martijn van der Kroon
Start consult aanvraag

‘Toetsen’ van een materiële onderneming

Volgens het Hof Den Haag dient er met name gekeken te worden naar de aspecten van arbeid, de ‘plus arbeid’-toets en tevens dient er sprake te zijn van het behalen van overrendement, de ‘plus rendement’-toets. De gedachte hierbij is dat pas sprake is van een onderneming als door middel van arbeid (en kapitaal) een hoger rendement dan bij beleggen wordt behaald.

Op basis van deze twee toetsen vond het Hof Den Haag dat in casu sprake was van een materiële onderneming, omdat er een overrendement van circa 3% was en tevens sprake was van arbeid door middel van het inschakelen van deskundigen, zoals juristen, fiscalisten en makelaars.

Kanttekening: overrendement juiste toets?

In haar uitspraak d.d. 3 april 2018 komt het hof Den Haag tot twee toetsen (‘plus arbeid’-toets en de ‘plus rendement’-toets) voor het vaststellen van een materiële onderneming. Wat ons met name opvalt is dat het hof zich in deze casus laat leiden door het overrendement. Het hof zet het behaalde rendement af tegen het gemiddelde rendement. Wij vinden deze benadering enigszins kort door de bocht. Immers, rendementen zullen vaak afwijken van een gemiddelde. Daarbij is ook van belang in hoeverre de onderneming zich verhoudt tot de ‘gemiddelde’ onderneming. Naar onze mening kan bij een laag rendement niet zonder meer gezegd worden dat geen sprake zou zijn van een onderneming. De betreffende onderneming kan bijvoorbeeld in een moeilijke markt zitten of in zwaar weer verkeren. Ook in dergelijke gevallen kan er wel degelijk sprake zijn van een onderneming. Naar onze mening moet bij vastgoedondernemingen met een laag rendement goed worden bekeken of niettemin sprake is van een materiële onderneming, bijvoorbeeld doordat een arbeidsinspanning wordt gedaan die niet bij beleggers voorkomt.

Gevolgen voor de praktijk

Deze uitspraak van het hof is er één in een reeks uitspraken over de vraag of de exploitatie van vastgoed een materiële (vastgoed)onderneming vormt. In de praktijk is de Belastingdienst er moeilijk van te overtuigen dat sprake is van een onderneming. Het is daarom van belang dat goed gekeken wordt in hoeverre bijvoorbeeld het administratief, technisch en commercieel beheer door de onderneming zelf (ofwel voor eigen risico) wordt uitgevoerd. Een goede voorbereiding kan in dat geval bij de Belastingdienst het verschil maken.

In sommige gevallen onthoudt de Belastingdienst zich van een uitspraak of een materiële onderneming aanwezig is. In dat geval kan het een oplossing zijn om door een beperkte rechtshandeling ervoor te zorgen dat de Belastingdienst een uitspraak moet doen. Het doel daarvan is om fiscale zekerheid te krijgen.

Of sprake is van een materiële onderneming is helaas sterk afhankelijk van de feitelijke situatie. Hoewel rechters de laatste tijd meestal in het voordeel van belastingplichtige oordelen, is dat geen garantie voor succes. De feiten en omstandigheden zullen per geval goed dienen te worden ingevuld en beoordeeld.

Wij kunnen uw fiscale positie analyseren en aangeven op welke manier eventuele risico’s kunnen worden ondervangen. Voor een box 3-belegger zijn er andere belangen dan voor een vastgoedinvesteerder die zich voorbereidt op een bedrijfsopvolging; deze laatste zal juist een materiële onderneming willen drijven.

Heeft u een vastgoedportefeuille en twijfelt u aan de kwalificatie hiervan? Neem dan gerust vrijblijvend contact met mij op. Dan kunnen wij uw situatie beoordelen en samen met u bespreken.

Auteur
C&B More

Martijn van der Kroon

Specialiteit(en): Bedrijfsopvolging, estate planning (schenken & erven), innovatiebox, werknemersparticipaties, (internationale) vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, ANBI, scheepvaart
Rotterdam
Bekijk profiel

Gerelateerde dossiers

12 november 2025

Stand van zaken van het toezicht zzp’ers en schijnzelfstandigheid

8 januari 2024

Komt er een einde van de Villataks?

21 maart 2023

Parkeerruimte, wat is dat voor de BTW?

13 juni 2022

Overdracht familiebedrijf: makkelijker met de bedrijfsopvolgingsregeling

Specialisten

Kirsten Kievit LL.M
mr. Roelof Vos
mr. Nienke ten Donkelaar
mr. Peter Bregman RB
Jacqueline Nietveld
Marja van den Oetelaar
mr. André van der Velde
drs. Pieter Visser RB
Geert Witlox
Jacques Raaijmakers
mr. Samad Laghmouchi LLM MBA
mr. Roel de Jong
mr. Carola van Vilsteren
Martijn Paping MSc
Olaf van Dijk
Mohamed Kaddour LL.M RB
Sazas Regresspecialist
Amanda Vollemans
mr. Priscilla de Haas
Sazas Verzuimexperts
Martijn Bedaux
Arnaud Booij
mr. Michiel van der Pol
mr. Toon Hasselman
Frits Algie
Michiel Opgenoort
Léon de Jager
Ruben Scherpenisse
Sazas Adviseur Inkomen
Erik Marcus
Willem Veldhuizen RE RTAP
mr. Ralf Ramakers
mr. Khadija Bozia
Erik Jansen
Nicole Goud
Martijn van der Kroon
Hans Eijkelenkamp
mr. Theo Hoogwout
mr. Laura Welkers
jan wietsma
Jan Wietsma
mr. Reinder de Jong
mr. Sjoerd Bosma
Sazas WIA-experts
Paul Lenos LL.M
Jos van Bavel
mr. drs. Wicher-Henk Krabbe
prof. mr. Jeroen Rheinfeld
mr. drs. John Bult
Alex Schrijver
mr. Heleen Elbert
mr. John Seerden
Daan Durlacher
Jeroen Bijl
Ron Mulder
drs. Volken Holtrop
mr. Xander Arends
Aimée van der Paardt

Fiscaal Vanmorgen (FV) is het platform voor belastingadviseurs, fiscalisten, accountants en iedereen die geïnteresseerd is in fiscale opleidingen en fiscaal nieuws.

Fiscaal Vanmorgen is een uitgave van MOCuitgevers Vanmorgen.

 

Categorie

  • Opleidingen
  • Summercourse
  • E-learnings
  • Incompany
    • Incompany gemeenten
  • Docenten
    • Blogs
  • Nieuws
  • Specialisten
  • Dossiers
  • Vacatures
    • Kantoren
    • Carrière

Info

  • Over ons
  • Contact
  • Algemene voorwaarden MOCuitgevers Vanmorgen
  • Annuleringsvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • LinkedIn
  • Facebook
  • Twitter
  • Mail
Cookies
Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt Fiscaal Vanmorgen gebruik van cookies.
  • Ik ga akkoord
  • Instellingen
  • Functionele cookies zijn noodzakelijk voor de werking van deze website
  • We gebruiken Google Analytics, netjes geanonimiseerd
  • Annuleren
  • Ik ga akkoord

Instellingen