Wettelijke regeling over eigenwoningschulden en eigenwoningreserve
Vanaf 2013 is de eigenwoningregeling drastisch gewijzigd. Voor nieuwe eigenwoningschulden gelden verplichte aflossingseisen, terwijl pre-2013-schulden nog aflossingsvrij mogen worden voortgezet. Daarnaast geldt al langere tijd de zogenoemde bijleenregeling. Indien een eigen woning wordt verkocht, geldt kort gezegd dat bij een nieuwe woning geen hypotheekrenteaftrek mogelijk is over de ‘verkoopwinst’ (verschil verkoopprijs en hypotheeklening; de eigenwoningreserve) van de oude woning. Deze twee regelingen kunnen problemen opleveren wanneer fiscale partners gezamenlijk een nieuwe woning kopen. Als een partner bijvoorbeeld nog met een pre-2013-schuld zit en/of de ander met een eigenwoningreserve, dan kan soms niet optimaal van de hypotheekrenteaftrek gebruik worden gemaakt.
Goedkeurend besluit over eigenwoningverleden
De staatssecretaris keurt in het besluit van 30 januari 2018 nu goed dat het eigenwoningverleden 50/50 tussen beide partners wordt verdeeld, om daarna de individuele eigenwoningschuld en het eigenwoningverleden te bepalen. Hierdoor worden fiscale partners minder snel met een beperking van de hypotheekrenteaftrek geconfronteerd. De goedkeuring geldt vanaf belastingjaar 2013. Aan de goedkeuring hangen een aantal voorwaarden. Zo moet de woning worden gekocht in een 50%-50%-verhouding en dient tevens de eigenwoningschuld in een 50%-50%-verhouding te worden aangegaan. Ook moeten beide partners in de aangifte een beroep doen op de goedkeuring.
De toepassing van de goedkeuring heeft als consequentie dat de gewijzigde eigenwoningschuld en het eigenwoningverleden ook voor de toekomst blijven gelden. De keuze kan op een later tijdstip niet worden herzien. Dit betekent dat de partners er gezamenlijk op vooruitgaan, maar dat bij één van hen in de toekomst de hypotheekrente mogelijk eerder wordt beperkt dan zonder toepassing van de goedkeuring het geval zou zijn.
Partners die te maken hebben met een niet-beoogde renteaftrekbeperking, maar niet voldoen aan de 50%-50%-verhouding, kunnen zich tot de Belastingdienst wenden. De staatssecretaris zal in die gevallen beoordelen of wellicht toch een tegemoetkoming kan worden verleend.
Wat betekent dit voor u in de praktijk?
Indien uw partner en u een eigen woning hebben gekocht en u hebt te maken gehad met een beperking van de renteaftrek, bijvoorbeeld doordat er sprake was van een bestaande eigenwoningreserve of door het niet volledig kunnen voortzetten van de bestaande eigenwoningschuld, dan kunnen de reeds opgelegde aanslagen mogelijk alsnog worden verminderd op basis van het besluit. Als regel hierbij geldt dat er minder dan vijf jaren zijn verlopen na het einde van het kalenderjaar waarop de aanslag betrekking heeft. Voor alle jaren vanaf 2013 is dat tot 1 januari 2019 dus nog mogelijk.
Bent u van plan om binnenkort een nieuwe woning te kopen en verschilt het eigenwoningverleden van uw partner en u? Neem dan vooral contact met ons op om de gevolgen en mogelijkheden in uw situatie te bespreken.
Mocht u hierover vragen hebben, neem dan gerust contact met mij op.