Belastingplichtigen die een boete ontvangen leggen zich meestal neer bij de regels die de fiscus daarvoor hanteert. Niet altijd is bekend dat de boete na bezwaar vaak wordt verminderd, omdat er bijvoorbeeld sprake is van strafverminderende omstandigheden. Het heeft zeker nut om in bezwaar te gaan tegen de boete, want deze kan alleen maar minder worden en nooit meer. Ook als de bezwaartermijn inmiddels is verstreken kan bezwaar aantekenen succesvol zijn.
Hoe verlaag ik de WOZ-waarde van een pand?
De gemeente is verantwoordelijk voor het bepalen van de WOZ-waarde en heeft hierbij de keuze uit diverse waarderingsmethoden. Wanneer u met de gemeente in overleg gaat dan kan er veel geld worden bespaard. Maar waar moet u op letten?
Betrokkenheid bij btw-carrouselfraude leidt niet zomaar tot weigering nultarief!
De Belastingdienst treedt hard op als het gaat om betrokkenheid bij btw-fraude. Echter daarvoor gelden wel bepaalde spelregels. In het arrest van de Hoge Raad van begin 2018 worden de vereisten opgesomd die gelden voor weigering van het nultarief die in de praktijk van groot belang zijn in soortgelijke cases.
De Belastingdienst moet tijdig beslissen op bezwaar en kan niet na de beslistermijn tijd ’kopen’ met een informatiebeschikking!
Zodra de termijn voor de Belastingdienst verloopt om op een bezwaarschrift te beslissen, wordt deze termijn niet verlengd door een informatiebeschikking af te geven. De inspecteur dient tijdig te beslissen op een bezwaarschrift. In de hier beschreven casus bleef de Belastingdienst in gebreke en diende een dwangsom te betalen. Wij lichten de situatie graag verder toe.
Familieleningen
Het kan voor particulieren aantrekkelijk zijn om aan elkaar eigenwoningleningen te verstrekken. Voor de geldgever (bijvoorbeeld de ouders) valt de vordering in box 3, terwijl voor de geldnemer renteaftrek in box 1 van toepassing is. Bij een rente van 6% betaalt de geldgever maximaal 1,2% vermogensrendementsheffing (aanname, daar dit per belastingplichtige fluctueert sinds BP2017), (vordering = box 3) en heeft de geldnemer een belastingvoordeel van 2,448% (bij 40,8% IB tarief 2017) 3,00% (bij 50,0% IB tarief 2017 (vanwege afbouw 52%).